en zilveren werken en ook voor geld. Suiker wordt door de Chinezeti ,
zoo aan den Agent van de Nederlandsche Handelmaatschappij als aan
partikulieren , op contracten geleverd; de eersten koopen het te veld
staand riet van den inlander. De uitvoer naar andere plaatsen dan
de Europesche markt, als naar Amboina , Linga , Riouw , Salegar ,
Pontianak cnz., bestaat uit aardappelen, gratti-eijeren , uijen, olie,
ivolljj , gading, padie, katjang, dakpannen enz., waartegen men hier
uit Riouw de gambier cn van Balie kampas en kasoemba bekomt.
Het luchtgestel is aanmerkelijk verschillend, naar mate van de lig-
ging der plaatsen. De nachten zijn er doorgaans koel; de dagen ,
vooral aan de kust, zeer heet. De lucht is over het algemeen zuiver
eu gezond, maar in de drooge jaargetijden dikwijls schraal en scherp.
Men heeft er zelden stormen en onweders.
De geheele bevolking bedroeg, in 1832: 264,819 zielen, onder
welken 388 Europeanen, 170,049 Javanen, 92,463 Madurezen,
969 Chinezen , 468 Maleijers, 6 8 Arabieren en 117 slaven. De inwo-
ners zijn, zoo als uit sommige hunner instellingen en gewoonten ken-
nelijk blijkt, van Hindoeschen oorsprong, hoewel z ij, even als de
Mohammedanen, besneden worden en zieh uitgeven voor belijders
van het .Islamsche geloof. In de benedenlanden, aan de kusten, wo -
nen ook Chinezen of Arabieren. Deze, benevens de Bengalezen, zijn
weinig in getal. De Chinezen oefenen echter eenen zekeren invloed
uit. Dit spruit hieruit voort, dat de gewezen Regent van Bangil,
R iddeb , van Chinesche afkomst was, de Regent van P assaroewang
met eene dochter van bem gehuwd i s , en deze alle met de voorma-
lige Landbeeren van Besoeki, Panaroekan en Probolingo vermaagschapt
zijn. De bevolking is over het geheel werkzaam , eerlijk en landbou-
Wend, en de Javaan is hier niet zoo door vreeinden invloed bedorven,
als in groote st*den. Het karakter van den inlander is hovaardig,
geveinsd , nog weinig valbaar voor teedere, vriendschappelijke gevoe-
lens ; zijne hoofddrijfveren zijn eigetnbelang en zelfbehoud. Hij is zeer
vlug van begrip , juist van oordeel en wraakgierig, wanneer hij zonder
gevaar voor zieh zelven wraak kan oefenen ; hij vergeet niet ligt eene
belcediging. Vreedzaam en vreesaebtig, is hij niet oorlogzuchtig;
anaar, eens verwilderd, wreedaardig, onmenschelijk en meedoogenloos.
De wijze van bouwen is zeer eenvoudig. De aanzienlijken hebben
eene groote Vierkante jiendoppo (eene open gallerij voor hun huis).
De huizen op zieh zelve zijn klein , van bamboes gebouwd , met allang-
allang (eene soort van biezen) gedekt en zonder vensters. Men vindt
er geene ledekanten, maar slechts balie’s-balie’s in. De bewoners
slapen op een matje en een oud smerig hoofdkussen. Te midden van
de huizen der Hoofden vindt men eene staatsieplaats , alwaar onder-
scheidene kussens op elkander gestapeld zijn j overigens is alles zeer
eenvoudig.
De Regenten hebben goede steenen huizen , en die van P assaroewang
en Bangil hebben fraai bewerkte pendoppo's. Voorts treft
men in die boofdplaatsen nog verscheidene redelijke steenen gebouwen
van Europeanen aan. De huizen in de dorpen zijn onaanzienlijk,
zelfs die der Demangs niet uitgezonderd. Hoezeer dan ook de dorpen
tusschen de rijstvelden, omringd door klapper-, pinang- en andere
hoogwassende boomen , allerbekoorlijkst liggen aan rivieren , afhellin-
gen van bergen en heuvels, en op eenen afstand eene fraaije en
schilderachtige vertooning maken , is het verblijf daarin gemeenlijk
aiet aangenaam, Even verrukkend als de ligging is , sluit de digte
opeenstapeling van de huizen, kühne bekrompen ingang, en hun algerrteen
smerig aanzieq. Gewoonlijk ziet. men het pluiingedierte daarin rond-
loopen, nevens het brandende vuUr, en de talrijkc kinderen , waar-
inede de huisgezinnen meestal gezegend zijn. De inlander maakt ,
over het algemeen , weinig gebruik van de middelen , welke hier voor
de hand liggen, om zieh aangename woningen te verschaffen. Hij
bouwt zonder plan, en heeft geene kegels dan allecn in zijne kerf-
werken boven aan de pendoppo’s.
De graven der inboorlingen zijn evenmin prächtig, zelfs het graf van
den beroemden Soerapati is onaanzienlijk. De graven der Regenten
leveren insgelijks niets merkwaardigs op, en het is alleen omdat zij er
zijn , dat men ze aanwijst.
Men vindt den inboorling hier wel en zindelijk geklced. De vrouwen
in de hoofdplaatsen dragen chitsen baailjes , de mannen eveneens , doch
ook wel gingangs en lakensche buisjes. Sedert eenige jaren is de dragt
van Nederlandsche en Engelsche chitsen zeer in den»smaak gekomen.
De dorpshoofden hebben Nederlandsche chitsen, de gemeene man Engelsche.
Men rekent dat eene vrouw voor 18 dubbeltjes eenekäbaija
heeft. De meeste koopwaren worden alhier over land aangebragt, door
karren met runderen en paarden bespannen. De gemeenschap met de
binnenlandsche districten is in de laatste jaren aanmerkelijk verbeterd.
Van het district Malang heeft men buiten de binnenwegen eenen groo-
ten weg naar P assaroewang , en de binnenwegen naar Bangil, welke allo
eveneens als die in het regenlschap P assaroewang zelve , gemeenlijk zeer
fraai zijn. Het is deze gemakkelijke gemeenschap, welke dan ook in-
zonderheid de grootste welvaart onder de inwoners verspreid.
De groote postweg loopt in deze Residentie om de Oost, längs het
noorder zeestrand en is van Soerabaija tot P assaroewang zeer fraai en
goed te berijden , doch wordt van hier tot aan de oostergrenzen minder
goed, hetgeen hoofdzakelijk aan de menigte zwaar beladen karren
met suikerriet, die er längs komen , moet geweten worden. Yoorts is
ue wagenpost doorgaans van zeer goede paarden voorzien , terwijl de
brievenpost in dat opzigt vrij veel te wenschen overlaat.
Men vindt in deze residentie de overblijfselen van eenen muur van
gebakken steen, van den berg Kawie af tot aan de zuidkust, denkelijk in
vroegeren tijd ter beveiligingtegen overvallen van den vijandelijken n a b u u r
opgerigt. ; Te Ambang, Malang enz. zijn puinen en steenen met op-
schriften in de Kawi-taal. Nabij Geropol, op een eilandje, in een niet
groot meer staan twee kolossale beeiden, die vermoedelijk tot eenen
tempel hebben behoord. Daaromsteeks is een tempel of welligt eene
gratstede of mausoleum , uitwendig vierkant, doch inwendig koepels-
wyze gebouwd. Te Blakan zijn overblijfsels van eenen uitgebreiden
empe , alsmede van groote beeiden en twee vierkante gemetselde water-
ommen ot tanken , aan de eene van welke men twee vrouwenbeelden
ziet. JNabij Sabiny zijn twee Hindoesche tempels , de grootste rond met
een koedeldak, ongeveer 60 voeten hoog, spaarzaam met beeidwerk
versier . l e midden der puinen van Singo-Sari treft men de overblijf-
se en aan van eenen tempel, uitwendig met nissen voorzien ; aldaar
zijn reusachtige beeiden, 1 2 voeten hoog, uit een stuk gehouwen , in
eene zittende houdiug, onder die beeiden merkt men op B r a p ia S ie v a
J J o e rg a en G e n e s a , ook den nandi of stier van Siewa fraai gebeiteld eu
p,ACcI)L \ iA ^ e^ o den zonnewi!gen met zeven paarden naast elkander.
rAftbAUUEWANG , P assaroeang, P assoeroeang, P asoeroeahgo f P assa-
wabang , regents. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Java resid