Landbouw en veeteelt is hier het eenige middel van bestaan , en
de bedrijvigheid is er zeer groot, waardoor het een bloeijende en wel-
varende polder i s , en veel tot de uitbreiding en bevolking van de geb.
Kommer-zijl en Munncke-zijl heeft toegebragt.
De Herv., die men er aantreft, behooren tot de gem. van Oldehove. —
De Doopsgez., die er wonen, worden tot de gem. van Pielerzijl gerekend.
De gebroeders T e eh st ra , beide op het R u ig e z a sd overleden (de jong-
ste in 1819 en de oudste in 1823) en te Oldehove begraven, bevor-
derden zeer den landbouw in dit gewest, en waren y verige voorstan-
ders, om koolzaad en granen in rijcn te zaaijen, hetwelk, volgens
sommigen , in de provineie Groningen het eerste door hunnen vader
M a r t en vE dsges T e en st r a zou zijn in practijk gebragt; ook voerden
zij een werktuig voor de gierbemesting in , terwijl zij de eerste waren
, die het koolzaad met een werktuigelijk dorschwerktuig of wen-
telblok op een zaadkleed dorschen lieten , helwelk later in de provin-
cien Groningen en Friesland vele navolgers heeft gevonden.
RUIGEZAND (HET),-geb. in het Westerkwartierder prov. Groning
en , arr. en 4^ u. N. W.- van Groningen, kant. en 2£ u. N. W. van
Zuidhorn , gem. en 1 u. W. van Oldehove; met 12 h. en 110 inw. Men
vindt hier een veer voor voetgangers over de Hunse , die van het Wes-
terkwartier naar llunsingo willen reizen.
RU1GOORD , eil in het 1J , tot Rijnland, gerekend werdende , prov.
ISoord-Holland, arr. Haarlem, kant. / / aaiieiti, gem.Houtrijk-en-Polanen,
Het maakt cAien polder uit, welke door eenen kadijk omgeven is.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 67 bund.
SO v. eil., waaronder S bund. 31 v. r. 60 v. eil. builen- of.rietland;
telt 1 h., en wordt door duikertjes op het 1J , van het overtollipe
water ontlast.
RUIGPOLDER , voorm. pold. in Zeeland, op het eil. Zuid-Beve-
jan d , welke, den 26 Januarij 168 2 , overstroomd is en nimmer weder
beverscht is geworden.
RU1GROKSLAND ofeigenlijk J an- R iu g r o c k s - land , eene der drie gor-
sen , welke later bij hunne bedijking | in het begin der vijftiende eeuw ,
onder den naam van V r i jb e h g e » , in het eil. Tholen, prov. Zeeland'
bekend waren. Zie V r i jb e r g e » .
RUIGT (HET GAATJE-VAN-DE-), kil in den Biesbosch, prov.
Noord-Braband, welke uit het Sleurgat voortkomt, en met eene weste-
lijke strekkingtusschen de Spiering of Bloemplaat en den Donkere-hoek
ten Noorden, en de Vierde partij van de Bloemplaat, ten Zuiden!
in het Achterste-gat en het Gat-van-de-Noorderklip, uitloopt.
RUIGTE (DE) , voorm. droogte of gors, prov. Zuid-Holland, ver-
eenigd met het Tollegors.
Voör den vloed van 1421 liep N. de Merwede , 0 . was bet Land-
van-Moerkerke en de eilanden de Group en het Striemonde-gors., Z. de
Meeren, nu het Haringvliet en W. het water den Hitsert, die het
van de eilanden Piershil en Putten scheidden. .Zij Werd in de zes-
tiende eenw ingedijkt door den Graaf v a k E g h o n d wien het door Fi-
zirs II geschonken werd en het Beijerland noemde naar zijne vrouw,
öa bima VA» B e u e r em , zoodat, naar alle waarschijnlijkheid de R dig t e
het noordelijke en het Tollegors het zuidelijke gedeelte van Oud-Bei-
jerland uitmaakt.
RUIGTENS (DE), öok wel de Roictens-bezoideh-de-Peereboom n-enoemd
pold in den Biesbosch, prov. Zuid-Holland, arr. Gorinehem, kant!
cn gem. Shedrecht; palende N. aan de Merwede, 0 . aan de Hoog-kil ,
Z. aan de Zoetemelks-kil, W. aan Eorze-sloot, welke hen van Korten
Lang-Ambacht scheidt.
Deze polder beslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte van
22 bund. hooiland.
RUIMEL o f'R o m m e e , van ouds R omeeo genoemd, geh. in de Mei-
je r ij van 's Hertogenbosch, kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband,
Tweede distr., arr. en 1 u. Z. 0 . van 's Hertogenboscli, kant. en 1 | u.
N. ten 0 . van Boxtel, gem. en j u. N. N. W. van St. M'ichiels-Ges-
te l, nabij den Dommel.
In dit geh. ligt een heuvel, onder den naam van Kap el b e r g . Zie
dat woord. Er was daarbij nog een bosch, in 1030 geschonken door
A n s f r ie d aan het klooster Hohenhorst, bij Amersfoort. Ook is daarbij
een wiel, waarin de klok der voorm. kapel door eenen stormwind zoude
gewaaid zijn, en welke gezegd wordt elk jaar op Kersnacht nog leluiden.
RUIMERSDIJK, pold. in de heerl. Geertruidenberg, prov. Noord-
Braband, arr. Breda, kant. Oosterhout, gem. Geertruidenberg; palende
N. en W. aan de zoogenaamde Akkers tegen de rivieren den Ämer
en de Donge , 0 . aan Allemanshil, Z. aan den Emilia-polder.
Deze polder, waarvan het lijdstip der bedijking onbekend , doch
waarvan de kade in 1817 aanmerkelijk verhoogd is , beboort groo-
tendeels aan het Domein , en beslaat, volgens bei kadaster, met de
kade, eene oppervlakte van 20 bund. 36 v. r. 60 v. eil., en
heeft aan het benedeneinde een houten duiker, wijd 0,30 eil., voor-
zien van eene klep en sChuif, en aan de bovenzijde een steenen sluisje
wijd 1,40 eil., voorzien met eene binnen- en eene buiten-drijfdeur .
waardoor bij op den Amer, van het overtollige water wordt ontlast.
Het zomerpeil is 1,50 eil. boven A. P. De hoogte der dijken isl ,B0
tot 1,60 eil. boven A. P. Hij wordt bestuurd door den Agent van
bet Domein te Zevenbergen.
In den westhoek van dezen polder ligt het zoogenaamde Pr i n s e n -
hoe kj e, hetwelk in degemelde grootte begrepenis. Zie voorts dat woord.
RÜIM-SLOOT, ook wel V d ie se o o t , stroompje in Rolderdingspil, prov.
Drenthe, hetwelk ten N. van de gem. Assen, in het heideveld, onl-
staat en ten O. om die plaals heen in het Duurserdiep loopt.
RUIMZIGT, buit. in het baljuws. van Bloois, prov. Noord-Holland,
arr. kant. en 1 u. N. W. van Haarlem, gem. Bloemendaal-Telle-
rode-Aalbertsberg-en-de-Vogelenzang.
RUIMZIGT , buit. in Gooiland, prov. Noord-Holland, arr., en 3 u.
L. 0 . van Amsterdam, kaut, en u. Z. van Naarden, gem. 's Graveland.
RUIMZIGT , bui t. in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. en
4 u. N. N. W. van Utrecht, kant. en 1 u. N. van- Locnen , gem.
Vreeland.
RUIMZIGT, buit., voorheen in het Nederkwartier der prov, Utrecht,
thans prov. Noord-Holland, arr. en 2 u. Z. van Amsterdam, kant.
Nieuwer-Amslel, 1 u. Z. Q. van Amstelveen, gem. Uithoorn.
Dit buit., waarvan het huis in 1809 en 1810 gebouwd i s , en dat
voor dien tijd Z e e r b s t geheelen was, bestaat, behalve het lieerenhuis
en verdere getimmerten , uit moestuin , wandelplaatsen , hakhout, wei-
en hooiland, te zamen beslaande eene oppervlakte van 1 bund. 30 v. r.
30 v. eil.
RUIMZIGT , buit, in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. en
1 u. Z. van Utrecht, -kant. en 1£ u. ü . van IJsselstein, gem. Jitlphaas,
längs den straalweg van Utrecht naar Gorinehem.