opschudding, alzoo de aanhangers van bet huis van Oranje, dit niet
kondcn noch wilden dulden.
Den 6 Maart 1787 werd door de Regering een bcsluit gcnomen , om ,
ter voorkoining van oproer, den 8 Maart, zijndc de verjaardäg des Prin-
sen , zonder festiviteiten door te brengen. De driekleurige vlag overal
geheschen, wapperde ook hier. Men bewerkte bij de Regering het
ontslag der burgers van den eed, aan den Stadhouder gedaan, en
oordeelde diegenen , die van dien eed niet ontslagen wilden wezen , als
onbekwaam tot het bekleeden van eenig Staatsambt. Men droeg aan den
Pcnsionaris D. van L aab , een \jverig Staatsgezinde, in Mei alleen den
last o p , om de stem dezer stad ter Staatsvergadering uit te brengen.
Even als Amsterdam, Rotterdam, Schoonhoven, Alkmaar, Leyden
en Schiedam stemde, den 10 Junij , ook P dbxerende in met hetvoor-
stel van Dordrecht, van den 23 Mei, om den Prins als Stadhonder
Kapitein-Generaal te schorsen, met inhouding van al zijne tractemcn-
ten ; welk voorstel evenwel eerst, den 24 Augustus, door de Staten van
Utrecht bekrachtigd werd.
Op het berigt, hetwelk den 20 September 1787 te P urmerende aan-
kwam, dat de Stadhouder in zijne waardigheid als Kapitein Generaal
hersteld was, volgden weder oproerige bewegingen. Den Volgenden
dag werd , bij resolutie der Staten van Holland en West-Friesland van
20 September, ook het alhier opgerigte vrijcorps of burgergenootschap
onlbonden en ontwapend, ten gevolge waarvan de oranjevlag van den
toren werd nitgestoken, waarna op den 6 October de oude sehutte-
rij werd hersteld, en de schutters weder gebragt onder den eed, in
1766 vastgesteld.
Ten gevolge van verschillende staatkundige gevoelens, hadden den
1 Januarij 1788 weder ongeregeldheden plaats , waardoor bij sommige
burgers de glazen werden ingeslagen. Den 26 Mei, daaraan volgende,
kwamen hier de Heeren B entink en M ee^ ns , om namens, den Prins
Erfstadhouder , de Regering te veränderen.*
Den 14 Augustus 1821 waren de werklieden aan het kanaäl zeer
oproerig, hetwelk veroorzaakt werd door eene geledene schade, hen
door derir schipper van Wormerveer aangedaan. Het zoude van ernstige
gevolgen geworden zijn , zoo de schutterij niet bij tijds in de wapens
ware gekomen en twee der oproerigen in hechtenis hadde genomen.
De oproerige bewegingen werden den 18 Augustus vernieuwd , alzoo
de werklieden de uitlevering wilden der twee in hechtenis genomene
personen , doch de schutterij dreef de verzamelde oproerigen uit een,
en deed de gearresteerden, onder bedekking van een detachement
schutters, naar Hoorn brengen.
Bij den walervloed van Februarij 1828 kreeg men het water, längs
Watergang en Ilpendam, in den morgen reeds voor de stad , waarmen
het vruchteloos poogde buiten te houden, vooral , toen de vloed ner-
gens meer gekeerd , van alle kanten met verdubbeld geweld kwam aan-
rollen , en eerst de schansen der stad , te vergeefs verhoogd en gesterkt,
eenige voeten overstroomde, daarna zelfs de sluisdeuren Van het Groote-
Noordhollandsche-kanaal met geweld openrukte, en dus het lagere ge-
deelte der stad terstond diep onder zette. In vele huizen stond het water
drie tot vier voet hoog, in sommige tot aan den zolder, en slechts
weinige, rondorn de groote kerk, blcven , met dit gebouw , op het
drooge. Het strekte ook reeds tot bergplaats voor het vee , uit den
naasten en meer verwijderden omtrek, weihaast in menigte herwaarts
gevlugt, terwijl de behoeftigen eerst in het sladsschoolgebouw , en toen
ook dit ondorliep , op de 6tadswaag werden geborgen. Men voer met
schulten door de straten en de geheele stad was een treffend tooneel
van eilende en radeloosheid. Men kan zieh dit te eer voorstellen ,
wannecr men op de menigte van menschen en veelet ., vroeger en later
naar de zoo zeer ingekorte ruimte heenstroomende, aan alles gebrek
lijdende, terwijl ook hier, door het bederven van water en voorraad
in de ouderaardsche bergplaatsen , ligt de gegronde vrees voor gebrek
kon doen ontslaan. Maar het scheen, dat de liefdadigheid zoodanige
gedachten buiten sloot, zoo werkzaam was alles, om, onder het loeijen
van den slonn, bei bulken van het vee en den strijd der elementen ,
te helpen en te redden , wat slechts gered kon wo/den. Er is daa
ook in de stad'geen mensch omgekomen, terwijl vele uit de omliggende
dorpen hier eene schuilplaats vonden.
Ook aan andere rampen stond P urmerende somtijds ten doel. Zoo trof
het , in 1819, een zware brand. De stad telde toen 210 huizen en
brandde, op het slot en vieren zestigeenigzins afgelegene schamelebutten
na, geheel af. Den 18 April 1701 sprong eene stoof van den kruid-
molen de Munnik , hetwelk veel schade veroorzaakte en waarbij drie
menschen omkwamen en twee gekwetst werden. Op den 14 September
1778 sprong er eene stoof in het korrelhuis van den kruidmolen,
waardoor mede groote schade werd aangerigt.
Het wapen van P urmerende is een schild van zilver, met drie weer-
haken van sabel (zwart), hetwelk gehouden wordt voor het wapen van
W illem E ggerts, eersten Heer van P urmerende. Het oude zegel, dat reeds
vöör W il l e » E ggerts tijd gebruikt werd, was een koggeschip met roeijers ,
even als dat der stad Amsterdam, de geboorteplaats van genoemden
Heer , en eene vlag voerende gelijk aan het beschreven wapen.
PURMERENDE , of het Z iehen - eiland , door de inlanders P oeloe-
S akiet genoemd , eil. in Oost-Indie, in de Zee-van-Java , op de Reede-
van-Batavia, £ m. Z. O. van het eil. Onrust.
Voorheen had men er schoone pakhuizen , alsraede het Lazarus -
l i u i s , waarvan bet den naam van Z ieken- eiland ontleende.
PURMERENDE, kofiijplant. in N ederlands-Guiana , kol. Suriname ,
•aan de Beneden-Commewijne, ter linkerzijde in het afvaren ; palende
benedenwaarts aan de kofiijplant. Klein-Belleveu , benedenwaarts aan
de verl. kofRjplant. Welgevellenj 749 akk. groot, met 98 slaven. De
Negers noemen haar V b rw e r ie .
PURMERENDE , batterij in Mederlands-Guiaiia , kol. Suriname^
aan den linkeroever der Suriname, tegen over den mond der Beneden-
Gommewijne. Deze batterij kan met het fort Amsterdam en de redoute
Leyden een kruisvüür over de Suriname en voor de Beneden-Commewijne
onderhouden.
PURMERENDE (RIF-VAN-), door de inlanders K abang- P oeloe- S akit
genoemd, rifin Oost-Indie, in de Zee-van-Java, opde Reede-van-Batavia.
O p d e z u i d w e s t p u n t van d i t rif S t a a t , t e r d i e p t e van 9 v o e t , a l s
b a k e n een w i t k r u i s , d a t 1 2 voet boven g e m id d c ld h o o g w a t e r u i l s t e e k t .
PURMERENDE (SLOT-VAN ) , voorm. kast. in Waterland, prov.
Noord-Holland. Zie P oru ee st e in.
PURMERENDE (HET-WAPEN-VAN-), droogte in Oost-Indie, in de
Zee- van-Java. Zie W apen- van- P ormerende.
PURMERENDE (ZÜIDER-POLDER-VAN-), pold. in Walerland,
prov. IVoord-Holland, arr. Hoorn, kant. en gem. Purmerende; palende
N.‘ aan de stad Purmerende, 0 . aan de Purmer, Z. aan den Ilpcn-
dammer-polder en den Purmerlander-polder, W. aan de Wijde-Wormer.