Rijsoord-en-Strevelshoeh. De kerkol. gem. R idderkerk , welke tot da
klass. van Dordrecht, ring, van Zwijndrecht, behoort, telt 3000 zielen
, onder welke 930 Ledenaaten. De eerste, die in deze gem. bet
lecraarambt heeft waargenomcn , is geweest C aspar A nthoni.bs G ent ,
die in het jaar 1574 herwaarts kwam , en in het volgende jaar naar
Leyden vertrok. Onder de vroeger alhier gestaan liebbende Predikan-
ten, verdient melding H ermannus C eeosse , die er van 1642 tot 1675
slond , en in 1661 , eene niet onverdienstelijke psalmberijming in het
licht gaf. Het beroep geschiedt door den kerkeraad, onder approbatie
van den Ambachtsheer.
De 9 Evang. Luth., die er wonen , behooren lot de gem. van Dordrecht.
— De 9 Christelijke Afgescheidenen die er gevonden worden ,
gaan tc Dordrecht te kerk. — De R. K., welke er 20 in getal zijn ,
worden tot de stat. van Rhoon gerekend. — De 15 Isr., die men er
aantreft, behooren tot de ringsynagoge van Dordrecht.
Men heeft in deze gem. eene school, welke gemiddeld door een getal
van 200 leerlingen bezocht wordt ; terwijl ook een groot deel te Rijsoort
en sommigen te IJsselmonde en te Hendrik-Ido-Ambacht ter school gaan.
Deze gem. is eene heerl., welke , volgens sommigen , vroeger aan het
adell. h. van R iede zoude behoord hebben. Indien dit zoo is moet
zij later aan de grafelijkheid vervallen zijn , want F il ip s van B obrgondie
gaf , in bet jaar 1 4 2 9 , deze ambachtsheerlijkheid uit aan R oeland van
U ytkerken , Heer van Heestert en Heemsroede, welke uitgifte, in het
jaar 145 0 , door J acobs van B e ije r en , werd bevestigd. Over het ei-
gendom van de grafelijkheid is naderhand verschil ontstaan , met dat ge-
volg , dat het bij seutentie van den Hoogen Raad, ten jare 1785 , en in
revisie , ten jare 1789, verstaan is een achterleeln te zijn van den buize de
Lek. In het begin der achttiende eeuvv behoorde de heerl. van R idderkerk
aan J ohannes P h ilippus E ogemos Markgraaf van W e st er lo o , Graaf van
Merode, Grande van Spanje enz. Sedert 1723 werd deze heerl. in
eigendom bezeten d o o r den Heer Mr. C ornelis G roeninx Oud Schepen
der stad Rotterdam, die ze van den gezegden Markgraaf van W esterloo
heeft aangekocht, en in wiens geslacht zij tot nu toe verbleven i s ,
zijnde tbans eigenaar dezer heerl. Jonkh. Mr. O tto P a d e b s , Baron
G roeninx van Z oelen van R idderkerk , woonachtig te 's Gravenhago.
Het d. R id d e r k e r k , R iederkerk , R ijd erk erk , R ijd e b sk e rk of R i je r s -
k e r k , ligt 2 H. N . W . van Dordrecht, 2§ u. Z. O . van Rotterdam ,
57° 52' 16" N . B. 22° 15' 5 9 " |0 . L. Het is een uitgestrekt dorp,
in welksjikom-men 97 h. en ruim 730 inw. telt.
De kerk was, voör de Reformatie , de moederkerk van vele anderen ,
daar omstreeks staande. Het moet vroeger een oud , deftig en ruim
gebouw geweest zijn , bij welke de tegenwoordige kerk niet vergeleken
kan worden ; hoewel bet mede een fraai langwerpig gebouw is , voorzien
van eene kerkeraadskamer. Ook pronkt het koor met eenefraaije tombe
van den Ambachtsheer en zijn geslacht: men Vond er weleer zes wa-
penborden , behoorende tot het geslacht der Heeren Groeninx, waarvan
hetlaatslein 1791 geplaatst, een meesterstuk van kunst en vinding was.
De toren pronkt met eenezeer fraaije achtkante spits , welke doorzijne
boogie zeer ver kan gezien worden , en om deze is een omloop of gaan-
derij. Zij heeft in 1640, door eenen zwaren storm veel geleden. In
het jaar 1825 heeft de tegenwoordige Ambachtsheer vier kunstig be-
werkte zilveren bekers, ten gebruike bij de bediening des H. Avond-
maals , aan de kerk gescbonken , waarbij hij , in het jaar 1835 , eenen
zilveren schotel cn twee zilveren borden voegde , terwijl hij in 1827,
tcr nagedachtenis van zijnc echtgenoot, VrouweC. M. F. van S taver en,
een zeer fraai bewerkt zilveren doopbekken , met deksel en daarby
behoorende waterkan , aan de kerk ten geschcnke gegeven had.
Den 16 April 1731 is dit d. voor het.grootsle gedeelte afgebrand.
De kermis valt in Zondag voor 13 Julij.
Het wanen dezer gem. bestaat uit ecu veld van zilver, met den
Ridder S t . J oris te paard , doodende den draak , alles van naluurlijke
kleur. Het schild is gedekt door eene gouden kroon, en vastgehouden
door twee leeuwcn.
RIDDEROORD, buit.. in het Nederlwartier der prov. Utrecht, arr.
en 2£ u. N. van Utrecht; kant. en 3 u. 0 . N. 0 . van Maarssen,
Penisen 10 min. 0 . van Maartensdijk.
Dit buit beslaat , met de daartoe behoorende gronden , eene opper-
vlakte van 110 bund., en wordt tlians in eigendom bezeten door den
Heer E yck v a n Z bylichem , woonachtig te Maartensdijk.
R1DDERSBURG , huisin Fivelgo, prov. Groningen. Zie R idderbbhg.
RIDDERSCHAPSVAART (DE), vaart, prov. Utrecht, loopende in
eene zuidelijke rigting van de Bildtsche-vaart naar de Min.
RIDDERSMA, voorm. state pro v. Friesland, kw. Oostergoo , gnet.
Kollumerland-en-Nieuw-Kruisland, arr. en 5 u. N. N. 0 . van Leeu-
warden, kant. en 2 u. Z. 0 . van Doekum, {- u. N. 0 . van Kollum,
waartoe zij behoorde. . . . .
Deze state was het stamhuis der R id d e r sm a ’s , van welk geslacht wy
een , met naine G e l l e R id d e r sm a als teekenaar van het verbond der
Edelen aantreflen (1). In 1566 woonde op dit huis G i e l t en B a l k Rid-
d e rsm a ; terwijl H em b e R id d e r s b a er destijds eigenaar van was. Misschien
was eerstgenoemde G i e l t de zelfde als de onderteekenaar van het verbond.
RIE (DE) of het R i jt je , beekje in de Meijerij van 's Hertogenbosch,
kw. Kempenland, prov, j\oord-Rraband, hetweik ten Z, van Riethoven
ontstaat, en eerst met eene noordoostelijke en vervolgens met
eene oostelijke rigting naar den Keersehopscben molen loopt, en zieh
aldaar in den Keerschop ontlast.
RIED, eudtijds ook R hede , d,, prov. Friesland, kw. Westergoo ,
griet. Franekeradeel, arr. en 2J u. W. ten N. van Leeuwarden, kant.
en 2 | u. 0 . N. 0 . van Harlingen , 1 u. N. 0 . van Franeker, tusschen
goede bouwlanden en boerenplaatsen aan de Ried , van welk water het
zijnen naam ontleent.
De buurt van dit d. is niet groot, teilende slechts 34 h. en ruim
240 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden. Ten 0 . grenst
dit d. aan het oude klooster Anjum , behoorende tot Menaldumadeel.
Oudtijds lagen hier ook adellijke staten , als : An ema , ten Noordooslen
van het dorp , nog aan de grachten en hoving kenbaar ; Ou d -An d l a ,
len Zuidwesten waarvan het slot in 1453 afgebroken was, e nNi e uw-
Andl a , nog in wezen.
De inw., die hier allen Herv. zijn , behooren tot de gem. van Ried-en-
Boer. Na de Hervorming maakte R ied eene afzonderlijke gem. ui t , welke
tot eerslen Predikant had G odefridbs J ohannes , die hier reeds in 1601
stond , en den 26 April 1613 overleden is. In het jaar 1725 toen
E gbertds J ohannis W ia rd i alhier Predikant was, is de halve bediening
van Boer , welke vroeger op Dongjum lag, op Ried gelegd, doch
in 1758 is Boer gelieel met Ried geconibineerd. Onder de vroeger
alhier gestaan hebbende Predikanten , verdient inelding Y itds R in g e r s ,
( i ) Zie Tb W a t e r , GH ch ied , va n het verbond der Edelen , S t, U I } bl* 262 en 263,