PERSIJN, Luit, in het Nederkwartier der pro v. Utrecht, arr. en.
lj[ u. N. ten 0 . van Utrecht, kant. en 2£ u. 0 . van Maarssen, gem.
en 20 min. Z. W. van S t. Maartensdijk, aan de Achterwetering.
Dit buit., hctwelk , met de daarbij gelegene en aan de eigenaresse
behoorende hofsteden , eene oppervlakte beslaat van ongeveer 250 bund.,
wordt thans in eigendom bezeten door Mevrouw de douairière v a n H e n g s t , "
geb. S t r i c k v a n L i n s c h o t e n , woonachtig te Utrecht.
PERSIJN (HET HUIS-TE-^hetHors-TE-PERzuNofBET H b is - t e - P ercyn ,
voorm. adell. h. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant. en 1 u.
N. 0 . van ’s Gravenhage, gem. Wassenaar-en-Zuidwijk, 1 u. Z. 0 .
van Wassenaar, ^ u. van het Haagsche-boseh, aan den ■weg tusschen
’s Gravenhage en Leyden.
Het -was , naar men vermoedt, gesticht in het begin der zestiende
eeuw, doer iemand uit het adellijke geslacht van P e r s ijn , dat tot
wapen had een veld bestaande uit zes fascen (dwarsbalken) , afwisse-
lende van goud en azuur, de gouden beladen met negen St. Andnes-
kruizen van keel (rood), waarvan vier op de eerste ; drie op de tweede
en twee op de derde. Van dit geslacht hceft zieh voornamelijk berocmd
gemaakt J an P e r s ijn , die in 1268 Haarlem tegen de Kennemers be-
schermde, ter vergeldiog van welke dienst bij door J an van N assab , den
negen en dertigste Bisschop van Utrecht, met bewilliging van Ï loris V ,
Graaf van Holland, met de heerl.- Amsterdam beleend werd.
Het H bis-t e- P e r s ijn was een sierlijk slot, met onderscheidene toren-
tjes , midden in eene mime gracht en met eenen geestig gevonden
opgang. Het was, in het midden der vorige eeuw , aanmerkelijk ver-
beterd , zoo wel ten opzigte van het huis als van de beplantingen.
Er werd ook eenen Romeinschen steen of mijlpaal bewaard , die in
de lîeerlijkheid van Monster gevonden was, waaruit men beweert, dat
de Romeinen in het jaar 167 in deze landen geweest zijn.
Dit huis is sedert zestig of zevenlig jaren gesloopt en de grond tôt
wei- of hooiland gemaakt.
PERSIJN (HET HUIS-VAN-), voorm. adell. h. in Delfland, prov.
Zuid-Holland, te ’s Gravenhage, aan de noordzijde van de Plaats.
Dit huis , hetwelk, volgens de overlevering, het jagthuis der. Gra-
ven zoude geweest zijn , had zijnen naam ontleend van Mr. H ïppoeytos
van P er sy n , een man van eer en aanzien , eerst Raad in den Hove van
Holland, daarna President van den Hove van Eriesland en eindelijk
nog van het Hof van Utrecht, alwaar hij in het jaar 1568 overleed.
Het .H b is- van- P ersyn was een oud leen van A rk.e e , waarmede in 1436
verleid werd zekere W örter B aleyantszoon. Daarna door onderscheidene
handen gegaan zjjnde , werd, in het jaar 1461 , daarmede verleid Heer
L odewijk van T r eseong, in 1497 Mr. J acob G obt , en in het jaar 1537
Tan H endricksz. , bij wiens overlijden h e t , in het jaar 1551, verstierf
op zijnen zoon , den gedachten H ippoeytbs van P ersyn , en bij afsterven
van dezen , in het jaar 1568 , weder op zijnen zoon J ohan P ersyn. Deze
verkocht h e t, in het jaar 1582, aan H endrik Michieszoon , eenWaard,
sedert welken tijd het zijnen luisler, van door liedcn van aanzien te
worden bewoond, verloor. Eene andere omstandigheid , dit huis betreffende,
is , dat het van ouds bij zekere namen is bekend geweest,
dewijl men vindt dat het in den jare 1459 den naam droeg van St.
J o r is , in 1523 den D raak , en na 1582 de O bde-Z waan , welken naam
daaraan gehleven is tot dat h e t, in het eindc der Verledene eeuw ,
ten gronde toe afgebroken cp op het breede erf twee goefle en nette
huizen gebouwd zijn.
PERSIJN (DE PAN-VAN-), duinvallei, prov. Zuid-Holland, gem.
Beide-Katwijken-en-het-Zand, i u. Z. W. van Katwijk , aan den Rijn.
Deze duinvallei is van den voorkant aan beteeld, goed beheerd en
in verschillende stukken bosch, bouw- of weiland afgedeeld; doch de
achterste gedeelten zijn deerlijk verwaarloosd; beweide gronden wisse-
len zieh, met berkenbosschcn a f , doch op vele plaatsen loopt het vee
door het hout en beschädigt het aanmerkelijk.
PERSINGEN, heerl. in het Rijk-van-Nijmegen, prov. Gelderland,
distr., arr. en kant Nijmegen, gem. Ubbergen; palende N. aan de
heerl. Ooy, 0 . aan Erlekom, Z. aan Beek, W. aan het Schepen-
dom-van-Nijmdgen.
Deze heerl. bevat het geh. P e r s in g e n , benevens eenige verstrooid
liggende huizen. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 485 bund. 78 v. r. 52 v. eil. Men telt er 4 h., bewoond door
6 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 2 0 zielen, die meest
hun bestaan vinden in den landbouw en veeteelt.
De inw., die er allen R. K. zijn, behooren tot de par. van Ooy-
en-Persingen. — Men heeft in deze heerl. geen school, maar de kin-
deren genfeten onderwijs te Ooy.
De heerl. P ersingen behoorde weleer aan een geslacht van dien naam.
Men vindt W aethardbs van P ersing en , die in 1293 de tienden tc P e r -
singen van het kapittel der Apostelen te Keulen in pacht had. W illem
van P ersingen verkocht de heerl. en de visscherijen van P ersing en, als
een rijks leen en de andere goederen als een Zutphensch leen, aan
T ieleoan van G ro e sb e ek , die in 1332 door R eynaed II, Graaf van Gelder,
beleend werd. In het volgende jaar 1 3 3 3 , droeg de zelfde T ie e e -
man van G roesbeek aan den Graaf op alle zijne tinsgoederen, alle zijne
eigene goederen en alle zijne erfpachtgoederen , te P ersingen geleden.
Het geslacht van A p p e e t e r n , ’is naderband in het bezit van deze heerl.
geweest, zonder dat men weet, op welke wijze het daaraan geraakt is.
H endrik van A p p e e t e r n , Heer van P e r s in g en , Ridder, deed in 1407
als Leenheer, onderscheidene beleeningen, en hij komt meermalen voor
tot in 1419; zijn zoon J oran werd in 1420 door Hertog R einald IV ,
met P ersingen beleend; en hiermede begint de beleening van die heerl,
in de Geldersche leenregisters. Zijn zoon H endrik van A p p e e t e r n , werd
in 1444 verleid, en hij vernieuwde zijnen eed in 1 4 6 5 , daarbij ontvan-
gende het huis en de heerl., met hoog en dagelijks gerigt, met visscherijen
, vogelarijen, tienden en ploegregt. Hij sneuvelde in dienst
van Hertog A dole , in een gevecht te Cronenburg, in het jaar 1467, en
zijn zoon J ohan beloofde opening van het huis aan den Hertog van Gelder,
bij zijne beleening in dat zelfde jaar. Deze stierf kinderloos in 1473, en
zijn broeder H endrik werd er mede verleid. Deze vernieuwde de bewa-
nng van het huis , dat door de ßourgondischen ingenomen werd , maar
wederom door Hertog K aree met geweld veroverd zijnde, stelde deze
aldaar D ir k van KEPPEEtot Bevelhebber; doch gaf in 1501 het huis en de
heerl. aan , H endrik van A p pee tern terug , onder voorwaarde echter , om
aan gcene torens of sterkten te laten bouwen; door goede wacht te
beletien, dat het in andere handen kwam, en dat het altijd een open
huis van de Hertogen van Gelder zou zijn , voorbehoudens de leen-
heerlijkheid. Hier omtrent werd in 1529 esne nadere bepaling gemaakt,
hij welke H endrik en zijn zoon T bouas , aan Hertog K aree voor hen en
hunne nakomelingen beloofde, dat het huis P ersingen een open huis
zoude zijn en blijven, maar dat de Hertog aldaar bezetting leggende,
die zelf zoude verplegen. Na H endriks dood , werd zijn zoon T homas in