Z. aan den Geldersche-polder en den Groole-Schenkeldijk, W. a»n>
den ßruinings-polder.
Deze pold., welke het oostelijke gedeelte van den Pelgrim-Ai-
Bruinings-polder uitmaakt, beslaat, volgens het kadaster, eene opper-
vlakte van 142 bund. 45 v. r. 1 v. eil. Men zie nopens de uitwa-
tering , het bestuur enz. het volgende art.
PELGRIM-EN-BRUININGS-POLDER, pold. in de heerl. Zevenbergen,
prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. en gem.
Zevenbergen; palende N. aan den Nassau-polder en den Arembergsche-
polder, 0 . aan den Bredasche-polder, Z. aan deri Oude-polder-van-
Zevenbergen , den Gelderscbe-polder en den Groote-Schenkeldijk , W.
aan den Koekkoek en het Kanaal-van-Zevenbergeri.
Deze pold., beslaat, volgens het kadaster, met de dijken, eene op-
pervlakte van 224 bund. 99 v. r. 61 v. eil., en heeft qene boezem-
sluis in den dijk tegen het Kanaal-van-Zevenb^rgen, wijd 1,60 eil. en
voorzien van eene drijfdeur , welke dient, om hem gezamenlijk met den
G e ld e r s e h e -p o ld e r , den G r o o te -S c h e n k e ld ijk en den K o e -
koek , door middel van den alhier bestaanden watermolen op het Kanaal-
van-Zevenbergen en verder op het Hollandsdiep van het overtollige water
te ontlasten. Hij Staat, met den K o e k k o e k , den G e ld e r s c h e - en
andere polders, onder de algemeene benaming van Buiten-polders on-
der het bestuur van eenen Dijkgraaf, twee Gezworenen en eenen Pen-
ningmeester. Het zomerpeil is 0,80 eil. beneden A. P. Het maalpeil
is 0,15 eil. boven A. P.
PE.LING, eil. in Oost-Indie, in de Straat-der-Molukkos, aan de
Oostkust van het eil. Celebes, Z. W. van Batalin.
Het is 10 mijlen laBg en 3 mijlen breed, hoog en boschrijk. Het
was in vroegere tijden bevolkt, en had in 1680 eenen Vorst, die
door de Oostindische Kompagnie was aangesteld. Thans behoort het
aan Ternate, doch is van geen ander belang, dan dat daarop legen
zeeroovers kan gewaakt worden. ,
PELISSA, d, in Oost-Indie, landv. Ambon, op het eil. Amboina,
kust Hitoe , gesp. Oeli-Sawani.
PELOEM, d. in , Oost-Indie, op het Sundasehe eil. Javd, resid.
Kadoe, ads. res. Magelang.
PELOLO, d. in Oost-Indie, op het Sundasehe eil. Celebes, op de
noordelijke landtong, resid. Benado, aan de Bogt-van-Catsjeli.
PELONGAN, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie
Petopsgan.
PELOPA , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, op de
zuidelijke landtong, rijk Loehoe, waarvan het de hoofdplaats is.
PELSERDIJK of Hoogendijk , dijk in het Land-van-Vvorne, prov.
Zuid-Holland , gem. Oostvoorne-Rugge-en-Oosterland, zieh uitstrek-
kende van den Mallegatsche-dijk, gem. Oost-Voorne, tot aan den
Natersche-dijk , gem. Naters, is groot 2 bund. 92 v. r. 97 v. eil.
PEMALANG, distr. en st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java.
Zie Pamalang.
PEMANNEN , naam van een der oude volken , die het noordelijke deel
van het voormalige hert. Luxemburg bewoond hebben. Zie Phenanen.
PEMBOEWANG (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Borneo, aan de Zuidkust, in het rijk Banjermasing. — Zij ontlast
zieh met eenen zuidelijken loop in de Zee-van-Java,
PENAGAR, eil. in Oost-IndiS, in het Zuiden van de Straat-van-
Malakka, op de Oostkust van het eil. Sumatra ; door zeeroovers bewoond.
PENALIE, kaap in Oost-Indie, in de Straat-der-Molukkos, aan de
Oostkust van het Sundasche eil. Celebes.
PENANDJONG-BAAI (DE OOSTER-) o f d e O o s t e r - P e k a n t j o h g - b a a i ,
baai in Oost-Indie, in de Indische-Zee, aan de Zuidkust van het Sundasche
eil. Java.
PENANDJONG-BAAI (DE WESTER-) of d e W e s t e e -P /E n a h t jo h g - b a a i ,
baai in Oost-Indie, in de Indische-Zee, aan de Zuidkust van het Sundasche
eil. Java.
PENANGOENGAN , distr. in Oost-Indie, op bet Sundasche eil. J a va ,
resid. Passaroewang , reg. Malang.
PENANGOENGAN , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J a va ,
resid. Passaroewang, reg. Magelang, distr. Gondanglegie.
PENATARANG, \oorm. st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Kedirie, waarvan de overblijfselen, nabij Blitar, nog te
zien zijn.
PENATO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid. K a doe
, ads. res. Magelang.
PENDAIjIE , meer in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Bcsoekie. — Het levert een fraai gezigt op.
PENDAMNA , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. res. Magelang.
PENDJALOE , onderdistr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Cheribon.
PENDRECHT, voorm. afzonderlijke heerl. in het Land-van-Putlen,
prov. Zuid-Holland , arr. Dordrecht, kant. Ridderkerk , gem. Rlioon-
Oud-en-Nieuw-Pendrecht; palende W. en N. aan Charlois, O. aan West-
Barendrecht, Z. aan de Koedood, die het van Rhoon scheidt.
Deze heerl., welke vroeger zeer uitgebreid moet geweest zijn , is in
den zoogenaamden St. Elizabethsvloed van het jaar 1421 bijna geheel
te gronde gegaan, zoodat er thans ñiets meer van bestaat dan de polders
Oud- en N ie u w -P e n d r e c h t . Zij beslaat, volgens het kadaster
, eene oppervlakte van ruim 185 bund., waaronder!56 bund. 40 v. r.
79 v. eil, belastbaar land. Men telt er 5 h .? bewoond door 8 huisgez.,
nitmakende eene bevolking van ruim 40 inw., die meest hun bestaan
vinden in den landbouw.
De inw., die er allen Herv. zijn, behooren tot de gem. van Rhoon-
en-Pendrecht.
Men heeft in deze heerl. geen school, maar de kinderen genieten
* onderwijs te Rhoon.
Deze heerl., welke sedert onheugelijke jaren met R h o o n vereenigd
is , wordt thans , met deze , in eigendom bezeten door den Heer A n th o k i j
v a » H o b o k e h , te Rotterdam.
De buurt P e n d r e c h t ligt 3£- n. W. ten N. van Dordrecht , 2 £ u.
W. ten Z. van Ridderkerk , ¿ u. 0 . van Rhoon.
De naam van deze buurt willen sommigen aileiden van de zesde eeuw
toen C l o t a r i u s , Koning van Frankrijk, met de Saksers in oor-
log was als wanneer er een zware slag, tussehen beide deze volken
zoude zijn voorgevallen , waarin de eerste, als overwinnaars , alles
mede namen, waardoor het land aldaar woest en onbeploegd bleef lig-
gen , en er alzoo gebrek aan brood ontstond, om welke reden die
plaats P a i» , beteekenende in het Fransch brood , zoude zijn genaamd ,
waarbij naderhand het woordje B r e c h t zoude zijn gevoegd , en dat
dit de oorsprong van den naam P a i» en vervolgens P e h D r e c h x zoude
*'jB geweest. Deze aßeiding komt ons echter zeer gezöcht voor , en