4 1 8 R EM.
REMICH, gem. in het balj. van Remich-en-Grevenmachcr, regtsgeb.
van Remich, grooth. Luxemburg, arr. Luxemburg, kant. Remich;
palende N. aan Boas en Sladt-bredimus, 0 . aan de Moezel, die haar
van de Pruissische prov. Rijnland scheidt, Z. aan Wallenstein, W. aan
Bens. , .
Deze gem.; de kleinste van Luxemburg, bevat mets dan de kleine
stad Remi c h , en eenige verstrooid liggende buizen.
Men telt er 580 woningen en 2500 inw., die belangrijken liandelin
wijn drijven, den landbouw beoefenen, vele vruchten , inzonderheid
appelen, peren, pruimen, kersen, aardbezien, druiven en noten aan-
kweeken en eene pannen-en platteelbakkerij , vele kalkoyens en onder-
sebeidene gipsmolens hebben. — De granen , welke de gem. oplevert,
zijn tarwe en gerst ; doch behalve deze voorlbrengselen levert de landbouw
ook baver, koolzaad , knollen en vlas op. — Het vee bestaat
uit 40 paarden , 180 runderen en 1 2 0 varkens, terwijl de bijenteeft
honig en was geeft.
In 1827 werd te R emich eene compagnie opgerigtwelke ten oog-
merk had, om gips te bewerken tot pilaren , urnen , vazen en derge-
lijke. Eenige der voortbrengselen uit deze fabrijk bebben zieh door
hunne schoonheid onderscheiden , bij voorbeeld , do kolomnaen van gips,
welke de badhuizen te Spa versieren, enz. Het is te bejammeren,
dat deze maatschappij , na weinig jaren met roem bestaan te hebben ,
is vernietigd geworden. Er worden mede een veertiendaagsche markt
des Donderdags, en vier jaarmarkten , den 19'Eebruarij, den eersten
Maandag in Mei , den 8 Augustus en den eersten Woensdag na St. Maarten
, gehouden.
De inw., die allen R. K. zijn, maken eene par. uit, welke tot het
vie. apost. van Luxemburg, dek. van Remich,, behoort, en door eenen
Pastoor en eenen Kapellaan bediend wordt.
De stad R emich , in het Lat. R emigium , ligt 4 u. O . Z. 0 . van
Luxemburg, 5 u. Z. ten W. van Grevenmacher, 2 u. N. van Sierck,
op'den linker oever der Moezel, in een bijzonder vrnchtbaar oord,
Het tijdstip, waarop R emich gesticht werd, is njet bekend. Men
heeft den naam willen afleiden van remigere (varen). ■ Volgens een ander
gevoelen was de naam R emich R amor , en volgens een dorde zoude
bet steedje het R emacbh der kaart van P eutinger zijn. Het heeft poor-
ten , noch ringmuren , en ligt dus geheel open, zijnde de wallen in
de zeventiende eeuw door de Frapscben verwoest.
Het steedje is alleropmerkenswaardigst wegens zijne schoone ligging.
Verlassender kan wel gecn landschap zijn , dan wanneer men op eenen
schoonen zomermorgen R emich van de zijde van Bous nadert. De weg
voert door eene fraaije en vruchtbare landstreek; hoe mecr men de stad
nadert, zoo veel te talrijker worden boomgaardein en hoeven, Hier
gaat geen plekje gronds verloren. De ruimte tusschen de vrucht-
boomen is beplant met groenten en aardyruchten , die door hären
frissche en rijke verwen en aangename geuren , zoowel gezigt als
reuk op het liefelijkst streelen. De takken der boomen, ter we-
derzijde van den weg, strengelen zieh ineen en vormen een groen
gewelf, verleyendigd door het gezang en het fledderen yan duizend.e
vogels. Eindelijk heeft men den top der hoogte bereikt, welke, ne-
vens vele anderen, den linker oever der Moezel bepaalt en tegen welks
helling R emich schilderachlig is gelegen. Men ziet thans het lieve plaatsje,
met bet gewoel eener nijvere bevolking ; overzict den kronkelenden loop
der Moezel, het vruchtbare volkrijke dal op den Pruissischen oever ,
fl EM.
met vlékken, dorpen en kasteèlen overdekt, da w^nbergen längs de
rivierboorden, de herben en rotsen, welke het Ve'rschiet bepalpn en
door den gloed der ochtendzon scbitteiteftcl geklciird worden , en, Boven
dat alles eènen helderen hemel, zoo als men slechts z'elden in Noord-
Nederland, eh dan alleen nóg in Gelderland of in de omstreken van
Breda aanschöuwen kan.
De kerk, eefn vernieuwd gebouw, is aan den H. Stévbr toegewijd,
eh heeft aan de oostzijde eenen lägen vierkàhten toren. — Het Stad-
hui s is een niet zeer aanzienlijk , doch het gebouw. •— De Gevan-
g e n i s is doelmatig ingengt. — Ook heeft men er éeiì kàst'eel, zijnde
een odd gebouw. Zie het volgend art.
Rémich was op Witten Donderdag , der! 11 April 882 , getuige van
eenen zeer bloedigen veldslag tusschen de Bisschoppelijken van, Metz
en Trier en de Noormannen , die geheel Luxemburg overstroomd had-
■ den. De BiSschop van Metz W ala of W alo, werd bij die onlmoeting
gedood.
Zij wèrd rieVens Grevenma'cher en Bidbnrg omstreeks het jaar 1554
door W enceslahs I äan Trier Verpànd , doch iets later weder ingelost.
A lbrecht van B randenburg plundferde en Verwóèslt'e haar in Ì552.
De Frarischèn dcd’eh de stàd in 1657 en 1675 eèn dergélijk loton-
dergaàii. In l i 08 legerden de böndgenooten èh de Franschen zieh beur-
telings ih bare nabijheid. Op den 10 November 1792 kiyauien laatst-
genbemden over de Moezel, doch werden , toén zij de Stad wilden bin-
nenrukken , door de Oostenrijkers terug geslagen.
Oudtijds heeft er een adellijk geslacht geblocid, dät zieh van Rem
ic h of van R amur noemde. De burgers van R em ic h geboten het burgerregt
tè Luxemburg, gelijk die der hoöfdstäd weder te R em ic h .
REMICH (KÀSTEEL-VÀN-), käst, in het balj. van Remich-en-
Grevenmächer, regtsgeb. van Remich, gröolh. Luxemburg, arr. Luxemburg,
kant. en. gem. Reniich. — Het is éen antiek gebouw.
REMICH-EN-GREVENMACHER , Voorm. balj., grooth. Luxemburg;
palende N. aan de heerl. Berburg en het balj. van Echternach, N. 0 .
aan het keurvorst. Trier, 0 . aan de heerl. Igel , het ieurvorst.
Trier, de heerl, Wiltingen eh de heerl. Winkringen, Z. aan het hert.
Lotharingen, W. aan de heerl. RoiiSsy, het balj. van Luxemburg ,
de hfeerl. Munster ett de heerl. Linster.
Het werd verdeeld in het regtsgebied van Remi c h en dat van
Gre v enma c h e r en bevatte de/152- navolgende dorpen: Re c h ,
Be s c h , B e t z d ó r f f , Be u r e n , Bo r g , Canä c h , Du t l i n g e i i j
Ehnen , E l l i n g e n , E s c hwé i l e r , Fe l l e r i c h , F u s è n i c h , Go,s-
t ingén, Gr e v e l d i nge n , La h g s ü r e , Le nningen , Me se ni c h ,
Ni ede r -Üo nven, Ni t t e l , Ol ingen, Omsdorf , Réhl ingen, Ij e-
m e r s e h e n , Rod dt (ten deele), f e c h e D g e n , S c hwé h s i n g e r i , T a-
wern, Temme l s , Wald-bredinlüs (tén deele), Wei ler-zum-Kreuz,
We l le n , W e l l e n s t e i n én Wormé l d i n g e n . Van welke de volgende’
thans tot Nederland behöoren : Be öh, Be t z d o r f f , Be u r e n , Ca-
n a c h , Eh n e n , E l l i n g e n , E s c h w e i l e r , Go s t i n g e n , Grev
e l d i n g e n , ,L en n i ngen , N i e d e r -Dö n v e n , O l i n g e n , R e in
e r s e h e n , R öo d t, S e h e n g e n , S o hwe b s i n g e n , Wa l d - b r e -
dini us , We l l e r i s t e i n en Worme l d in g en.
Bij het tractaat van Versailles, dèh 16 Mei 1769 gesloten, deed de
Koriing van Frankrijk, aan Keizbriri Maria TnERésiA, afstand van aile
hegten , die hij mögt öf mèehde té hebben , dp de steden Grevenma-
chcr en Remich en de regtsgebiederi , claartoe behoorende.