m R B I ,
arbeiddo, cn daarom verzuimde de dijkbreuken tc stoppen (1). Hoowel
de inwoners weder spoedig den dijk vernieuwden , kon dit niet beletten ,
dat de polder , den 2 en 5 November 1855, andermaal onderliep, waarna
de inwoners eenen tijd lang ophielden eenige kosten ter herstelling
van dezen dijk te besteden , zoo dat voorlaan, al het land buiten de
stad overstroomd bleef. R eimerswaal was dus als een eilandje - al*
lerwege door het water ingesloten en behield geene andere beschnttiug
tegen den vloed, dan baren eigen ringmuur, welke echter bij den
eerst opkomenden storm in groot gevaar was van doorbrekmg, zoo als
ook werkelijk geschiedde, den 11 en 12 Januarij 1557 , wanneer de
stadspoorten, benevens de mutir, verbrijzeld en de meeste huizen, be-
nevens het stadhuis , kerken , kloosters , zoutkeeten enz., door de kracht
der golven, ingestort ziju. Wat nog door dien laatsten vloed gespaard
was, werd, in het volgende jaar 1558, door eenen feilen brand vermeid
, die, den 31 Augustus, door eene ongekende oorzaak , in de
aoutkeet en in de zouthuizen ontstaan , wel drie vierde gedeelte der
stad, met al wat er in was , verwoestte. Nu volgden weder twee w.a-
tervloeden, den 18 Februarij 1561 en den 30 September 1563 , die de
rampen der stad grootelijks verzwaarden. E n , al hoewel de Regering,
ln 1564, bij Prins W illem le n bij de Staten , door een smeekschriit,
om bijstand tegen het dagelijks meer toenernend gevaar verzocht, ont-
ving zij , aangezien haar toestand onherstelbaar geoordeeld werd , geen
ander antwoord , dan dat zij zieh zelve zoude helpen , zoo als zij best kon.
Eindelijk versehenen hier, op heteinde van 1575, de Zeeuwschc krijgs-
liedcn, die, na een kort beleg, de stad innamen en haar, tegen de
Spanjaarden , niet houdhaar vindende, en ook den vijand niet willende
laten er den brand in staken , en alzoo de laatste hand aan hare ver-
nieling legde. ..
De stad was in het jaar 1574 geheel ontmanteld zoodat zij schier
alle gedaante eener stad verloren had. Zij werd daarna, längs hoe meer,
ontvolkt, dewijl de inwoners alle hunnegoederen naar elders overbrag-
tcn , uit vrees van het gevaar , hetgeen hun, bij eene nieuwe over-
strooming , dreigde. Deze groote vermindering en verarming der inwoners
maakten , dat de regering van R eimerswaal van zelve afstand deed
van den rang der stad , onder de vijfgoede steden en niet meer op de staats-
vergaderingen van de provincie Zeeland verscheen. Evenwel behield de
plaats nog baren Baljuwen Burgemeesters. Ook waren er nog eenige weinige
visschershuizen staande gebleven , welke weder werden omringd, met
eenen dijk, en dit heeft geduurd tot den jare 16 o l , toen een groot getal
van meer "dan 4000 Spaansche Soldaten, die men ter gelegenheid \an
het zoogenoemde sloepgevecht, in dit verdronken Zuid-ßeveland, ge-
vangen had, in dit poldertje gebragt was, om daar opgeslolen en be-
waard te worden , hetwelk ten gevolge had , dat de weinig overgeble-
vene inwoners, beducht tegen zoodanigen overlast, die plaats geheel
verlaten h ebben , zieh begevende naar Tholen , alwaar de Reimerswalers
, die door huwelijken zieh onderling aan elkander verknocht hiel-
den, zieh geneerden met de mosselvangst , meest ter plaatse, waar
Lunne stad gestaan bceft. Thans zijn zij met de Tholenaars vermengd.
In het jaar 1634 kreeg echter deze stad hären doodsteek ; doordien
men, op last van de Algemeene Staten , de straatsteenen bij openbarc
veiling verkocht, hetwelk nog 1081 guld. 80 cent. opbragt, welke
onder de schuldeischers , by preferentie, verdeeld werden.
( i) Men z ie hieromtropt nader het a rt. L o d y ck e .
Bij laag water, ontdekt men nog den grond dezer stad en men ziet
onderscheidenlijk, de grondslagen der gewezene huizen. Zelfs blijft ook
deze grond als eene heerlijkheid erkend worden , waar.van de Heer
Mr. J ohannes David Ghijsseling le S age , Schepen en Raad der stad
Middelburg, in het midden der vorige, eeuw den litel voerde.
In het jaar 1507 was de stad R eimersWaal nog in zulken bloei, dat
hare Rederyk-kamer, de Drie k o o r n b l q emk e n s , onder de spreuk:
In Minne versaemt, rederijk feest hield , met belooning van prijzen :
op hetwelk de kamer van Middelburg retorijkelijk den prijs won van zeven
tinnen stoopen , en tien tinnen kannen, waarophet wapen van R eimerswaal
en ’s Keizers devies, met de dagteekening daarbij , gegraveerd waren.
R eimerswaal was de geboorteplaats van den Latijnschen dichter N icolaas
de Cosflita „ eigenlijk N icolaas K romvliet , die , zoo als wij hierboven
gezien hebben , ten tijde van F ilips I I , aldaar leefde, en van den God-
geleerde Cornelis vaw R omerswaal , die in het jaar 1578, Hoogleeraar
in de Godgeleerdheid te Leuven was, Marijk de S eeo ,ook wel vas R o-
ffiERWAAL genoemd , was een kunstig Schilder die tusschen 1530 en 1570
p-eleefd liccft«
Het wapen van R eimerswaal bestaat uit een veld van keel (rood), met
een regt opstaand zwaard van zilver, metgevest van goud ; verder een
gevierendeeld hoofdstuk , waarvan het eerste en vierde is van Beijeren ,
zijn de een gefuselleerd veld van zilver en azuur (blaauw), en het tweede
cn derde wederom gevierendeeld met die van Henegouwen en Holland ,
zijnde beiden van goud met eenen leeuw van sabel en van keel.
REINARDA , voorm. state, prov. Friesland, kw. W estergoo , griet.
Wymbritseradeel, arr., kant. e n | u. Z. O. van Sneek , bij Oppenhuizen.
REINAUWEN, d. in het Overkwartier der prov, Utrecht. Zie Rii-
HAAUWEN (1 ). I
REINGERSVLIET , voorm, water in Staats- Viaanderen, prov. Zeeland.
Zie R eyghersvliet.
REINGRAET (DE), beekje in de Meijerij-van-’s Hertogenlosch, kw.
Kempenland, prov. Noord-Braband, dat bij Wintelre, in de heide
ontstaat , in eene oostclijke rigting, de scheiding tusschen de gemeente
Strijp en Zeelst vormt , en, zieh, bij Gestel, in de Gender ontlast.
REINIERSKERK, naam, onder welken het d. R esgerskerke, op het
eil. Schouwen, prov. Zeeland, in het handschrift der Utrechtsclie kerk
voorkomt. Zie R engerskerke.
REINOUTSPOLDER (DE GROOJE-), pold. in het eil. Zuid-Beve-
land, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. Ileinkenszand, gem. Baarland-
en-Bakendorp ; palende N. W. aan den Siguit-polder , 0 . aan den pold,
van Hoedekenskerke, Z. aan de heerl. Baarland-en-Bakendorp , Z. W. aan
de heerl. Baarland, W. aan den Klcine-Reinouts-polder.
Deze pold., welke deel maakt van de Achter-polders-van-Baarland,
beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 34 bund. 69 v. r.
54 v. eil., waaronder 5 4 bund, 59 v. r. 4 v. ell. schotbaar land j telt
1 h., zijnde eene boerderij , en wordt door eene heul, op den Ree-pol-
der, van het overtollige water on llast. Het polderbestuur bestaat uit
de directie Baarland, bestaande uit eenen Dijkgraaf, drie Gezworenen
en ¿enen Ontvanger-Griffier en Bode.
REINOUTS-POLDER (DE KLEINE-), pold. in het eil. Zuid-Beve-
land, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. Ueinkenszand, gem. Baarland-
en-Bakendorp; palende N. W. aan den Quislkost-polder, N. aan den
(1) E-rawcns zoekc men alle art., elders Rei gespeld,, cn Mer niet geronden worden op Ru.