136 P H I .
bclendende aan het vaarwater dat de Mosselkreek, niet het Zijpe* en
Mastgat verbindt; en eene schelding niaakt tusschen deze gem. en St.
Annaland. Zoo dat het van alle zijde door slikken en schorren omgeven
i s ; zelfs gaat en loopt men bij laag water over de Heensche en Meerlö-
sche-slikken naar den Heeren-polder op den Noordbrabandschen oever.
BU eene kleine vergissing in de berekening van dentijd, van het opko-
mend water , kan dit echter gevaarlijk worden. De lengte van dezen
weg van den noordelijken hoek des Heercn-polders, tot aan den molen
van P hilipsland , is omtrent een half uur gaans.
Het eiland S t . P h i l i p s l a n d heeft zijnen naam van een scboon dorp,.
voortijds daarin gelegen bebbende, hetwelk den naam van den Martelaar
S t . P h il ip p u s droeg, welken naam dit eiland, daarna in den jare
1496 weder bedijkt en drooggemaakt zijnde, door E i l i p s den Bastaard
van Bourgondie, sedert behouden beef't. Na deze bedijking is het een
en andermaal ondergeloopen , als in de jaren 1311 en 1330, doch tel-
kens wederom bedijkt, maar in den grooten watervloed van bet jaar
1332 werd het ten derdemale overstroomd , en om dat de dijken zoo
zeer gebroken waren , niet weder drooggemaakt, voor den jare 1643 ,
wanneer het meerendeel daarvan op nieuw tot eenen schoonen polder
is gemaakt. In die bedijking was toen begrepen de L u is t e r k r e e k , die
er nog bedendaags, aan beide einden toegedamd , in lig t ; maar de Mosselkreek
, en bet daarover liggende Stelland, den Hamei genaamd, of
bet Rammeschor, waarvan wij zoo even spraken , bleef er buiten ge-
sloteu , om dat dit sghor zeer smal en klein afgebroken, en het water
van de Mosselkreek toen vrij diep was. In bet begin van bet jaar 1648
werd echter, wegens de aanmerkelijke verlanding van bet water, en
de vermindering van de scheepvaart daar door eene schouwing gedaan
en overleg gemaakt, om die aan het eiland le trekken, doch dit is
niet in het werk gesteld. Het tegenwoordig eiland is eenigzins lang-
werpig en zeer v'ruchtbaar. Het beslaat, volgens bet kadaster , eene op-
pervlakte van 648 bund., alles belastbaar land , en is verdeeld in twee
pold. d eO u d e -p o ld e r en de N i eu w e -p o l de r genaamd, wordende
er thans nog eenige schorren ten N. 0 . van het eiland gevonden. Men
telt er 96 h., en daaronder 11 groote boerderijen of hoeven , bewoond
door 117 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 660 inw.
De Herv., die er ongeveer 600 in getal zijn , onder welken 200 L e-
dematen , maken eene gem. u it , welke tot de klass. van Zierikzee , ring
van Tholen, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeit
waargenomen, is geweest D a n i e l R e t e l a e r , die in ¿het jaar 1637 her-
waarts kwam, en in het jaar 1660 alhier overleden is. Onder de hier
gestaan bebbende Predikanten vinden wij vermeld P o n t i a a n v a n H a t t e m ,
naar wien zekere secte in de Herv. kerk Hattenisten genoemd werden.
Hij was hier beroepen in 1672 en werd in het laatst van Mei 1683 van
zijne bediening ontzet. Onder de latere Predikanten van S t. P h i l ip s l a n d
verdient melding W. L. v a n O o s t e r z e e , A. L. M. Th. Dr. en thans
Pred. te Goes, die er in 1809—1813 stond, en , de eenige op het
geheele cilandje zijnde , die de fransche laal verstond , gedurende den tijd
van N a p o le o n s besluur (1811—1813) mede tot politieke ambtsverrigtin-
gen geroepen werd, en zeer veel hecit bijgedragen, om op dit eilandje
de rampen der Fransche overbeersching minder knellend te maken.
De Christelijke Afgescheidenen , die er ruim 60 in getal zijn , zijn
i n 1844 als eene gemeente erkend , welke echter nog geen Predikant beeil.
Men heeft op dit eiland eene school , welke by afwisseling door een
getal van 20 tot 90 leerlingen.bezocbt wordt.
P H I . 137
Hel d. S t. P h i l ip s l a n d , oudtljds ook wel P h i l i p s k e r k b gebeeten ,
•en in de wandeling F l i p s l a n d genoemd , ligt 3 £ u . Z. 0 . van Zierik-
z e e u.-ff; van Tholen, in den zuidooostelijke hoek van bet eiland,
alwaar de Eendragt, de Mosselkreek en het Slaak zieh vereenigen. Het7
d. is redelijk groot en bestaat uit eenen regten breeden dorpsweg, loopende
van den dijk af naar de kerk, met vele goede huizen bebouwd
en met boomen beplant. Behalve deze onbestrate weg loopt nog eene
bebouwde achterbuurt evenwijdig daaraan. In de kom van bet d. telt
men 7 6 h ., bewoand door 9 6 huisgez , welke 4 .7 3 inw. uitmaken.
De kerk , die er vöor de Reformatie stond, was aan den H. P h i lip
p u s toegewijd. De tegenwoordige werd in bet jaar 1 6 6 8 , ten dien-
ste der Herv., gebouwd. Het is een klein langwerpig en regelmatig
gebouw, met het jaartal 1 6 6 8 boven den mgang, zonder orgel , maar
met een klein rond kloktorentje met eene scherpe spits. Deze kerk
is in 1 8 4 4 vernieuwd en werd den 1 0 November van dat jaar weder
in.gewijd. Voor dat deze kerk gebouwd was, deden de beide eerste Predikanten
hunne dienst in eene woning op het dorp.
De Christelijk-Afgescheidenen bebben er mede een gebouw , waarin
zij bunne godsdienst oefenen.
De kermis valt in den laatslen Donderdag in Angustus en duurt
twee dagen.
PHILIPSLAND {DE NIEUWE-POLDER-VAN-ST-) of H enbiett* -
roLDEjr, pold. in het eil. St. Philipsland, prov. Zeeland, distr. en
arr. Zierikzee, kant. Tholen, gem. St, Philipsland; palende N. O. en
Z. O. aan de schorren tegen het Slaak, W., aan den Oude-polder.
Deze pold., die in het jaar 1 7 7 6 bedijkt i s , beslaat, volgens het
kadaster , eene oppervlakte van ruim 7 6 bund., alles schotbaar land
heeft eene schutsluis, waardoor hij zieh van zijn water in den Oude-
polder ontlast, en wordt door eenen Beheerder bestuurd. Er staan
daarin eene meestoof en eene boerderij.
PHILIPSLAND (DE .OUDE-POLDER-VAN-ST-), pold. in het eil.
St. Philipland, prov. Zeeland, distr. en arr. Zierikzee, kant. Tholen,
gem. St. Philipslandi palende W. en N. aan de schorren tegen de
Bruintjeskreek; O. aan den Nieuwe-polder en Z. aan de schorren
tegen de Mosselkreek.
Deze pold. is in bet jaar 1 6 4 3 bedijkt. De grootte, binnen de dij-
le n , is 3 4 9 bund. 4 9 v. r. 1 3 v. eil., alles schotbaar en meest vrucht-
baar korenland. Er liggen daarin, behalve eenige boerenhuizen en het
dorp, tien groote landhoeven. De pold., die door eene sluis, welke op
den zuidoosthoek lig t , van het overtollige water ontlast wordt, Staat
onder het besluur van eenen- Dijkgraaf, eenen Gezworene en eenen Pen-
ningmeester.
PHILISTIJNSCHE-POLDER (DE), pold. in Kennemerland, prov.
Noord-Holland, arr. en kant. Alkmaar, gem. Bergen; palende W. en
N. aan de duinen , 0 . aan den Dammelander-polder en het ßerger-
meer, Z. aan het Ambacht-van-Wimmenum.
PHILOSOPHENPAD (HET), bekende aangename wandelweg in het
Rijk-van-Nijmegen, prov. Gelderland, £ u. Z. 0 . van Nijmegen, nabij
het geh. Bergendaal, van waar hij van de hoogte des Hunnenbergs
naar beneden slingert.
Deze weg is beschaduwd door dennen- en berkenboschjes en andere
plantsoenen, afgewisseld met korenvelden en weiden en ingesloten door
hoogten, terwijl men van verre de Waal en den Rijn door de vlakte
ziet kronkelen.