Men heeft er aan de reede een zeehoofd van paalwerk , waar do sche-
pen laden en lossen , dat ongeveer 88 ell. lang en ruim 4 ell. breed
en van eene kraan voorzien is. Dit zeehoofd heeft in de laatste jaren
door de branding veel geleden.
In 1667 verscheen hier de dappere Zeevoogd, naderhand Gon verneur-
Generaal van Neerlands-Indie , Corneus Speelman , met eene vloot, om
den Koning van Goa te bevechten , en hem te straffen voor het trouweloos
verbreken zijner verbindtenis met de Nederlanders. De oorlogschepcn der
Portugezen , zijne bondgenootcn werden vcrnield , en , na wonderen van
dappcrheid te hebben verrigt, bragt Speeeman dien magtigen Roning,
met behulp van Radja Palakka, Koning van Boni , onder de heerschappij
der Oost Indische Compagnie. Aan het kasteel werd , ter eere van
den dapperen Krijgsbevelhebber, den naam gegeven van Rotterdam ,
zijne geboorteplaats.
Sedert eenige jaren bevindt zieh D ie p o N e g o r o o p het kasteel R o t t
e r d a m , van Menado, waar by aanvankelijk was heengevoerd , her-
waarts gebragt.
ROTTERDAM, fort in Oost-lndie, in den Moluksche-Archipel, resid.
Amboina, op het eil. Amboina, aan de Zuidwestkust van Hitoe, op
Larike.
ROTTERDAM, bolwerk in Oost-lndie, op het Moluksche eil. Ban■
da-Neira, het znidoostelijk gedeelte van het kasteel Nassau uitmakende.
ROTTERDAM , koffijplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de C o t tie a ter regterzijde in het äfvaren ; palende bovenwaarls aan
de verl. koffijplant. la Felicitd, benedenwaarts aan de koffijplant. Beek-
v lie t; 4h8 akk. groot, met ö l slaven. De Negers noemen haar Van-
coppoe.
ROTTERDAM (POORTERIJ-VAN-), naam, onder welken men vroeger
begreep het grondgebied der stad Rotterdam, in Schieland, prov. Zuid-
Holland, hetwelk buiten de muren gelegen was.
ROTTERDAM (HET RIF-YAN-), by de inlanders K arang- P o e lo e - O die
geheeten , rifin Oost-lndie, in de Zee-van-Java., op de reede van Batavia.
Op den noordoosthoek van dit rif staat, op ongeveer drie ell. diepte ,
tot baken , een wit kruis, dat vier ell. boven gemiddeld boog water
uitsteekt.
ROTTERDAMSCIIE-EILANDJES (DE), eilandjes in Oost-lndie, in
de Straat-van-Makassar, W. van het eil. Celebes.
ROTTERDAMSCHE SCHIE (DE), water in Schieland, prov. Zuid-
Holland. Zie S c b i e (De R o t t e r d a m s c u e - ) .
ROTTE-SLOOT (DE), beter be R o t s t e r - s io o t , op sommige kaarten
ook de Rcsterssloot genoemd , voorm. water, prov. Friesland, kw.
Zevenwouden, griet .Schoterland, hetwelk, uit de Tjonger noordwest-
waarts naar de Overspitting liep, doch thans droog is. — Door deze
sloot loopt een rijweg van Rotstergaast naar Nyescboot.
ROTTEVAL (DE), boerenhofst. in Waterland, prov. Noord-Hol-
lan d , arr. Hoorn , kant. Purmerende, gem. de Beemsler, aan de Oost-
zijde van den Middelweg.
Deze hofst. beslaat eene oppervlakte van 16 bnnd. 93 v. r. 22
v. ell., en wordt tbans in eigendom bezeten en bewoond door den
Landman C o r n e l is W o r t e l .
ROTTEVALLE, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, gedeeltelijk
griet. Achlkarspelen, gedeeltelijk griet. Tietjerksteradeel, gedeeltelijk
griet. Smallingerland, arr. en ö u. 0 . Z. 0 . van Leeuwarden, gedeeltelijk
kant. en ongeveer 2 u. Z. 0 . van Bergum, gedeeltelijk kant.
en omtrent 2 u. N. N. 0 . van Beetsterzwaag, nabij den oorsprongvan
de Lits.
Weleer stonden hier maar weinig huizen, doch door den tijd is dit
getal zoodanig toegenomen, dat de voormalige buurt thans tot een
bloeijend dorp is aangegroeid, zijnde zulks alleen een gevolg der hier
zoo menigvuldige en voordeelige veengraverijen.
Men telt er, in de kom van het d., 780 inw., en met het ker-
kelijk daartoe behoorende geh. I Iont ige-H a a g , 150 h. en ongeveer
1050 inw., van welke 450 inw. onder Achtkarspelen, 550 inw. onder Smallingerland
en 50 inw. onder Tietjerksteradeel. De inw. vinden meest
in landbouw en veeieelt hun bestaan. Ook heeft men er eene jenever-
branderij, eenen korenmolen en twee smederijen.
De Herv., die er 700 in getal zijn , onder welke 50 Ledematen ,
maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Leeuwarden, ring van
Bergum, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen , is geweest A d r ia n o s O o d k e r k , die in hetjaar 1724 hcr-
waarts kwam en in het jaar 1734 naar Ryperkerk vertrok. Het beroep
geschiedt door den kerkeraad. De kerk, welke in de griet. Achtkarspelen
Staat en in het jaar 1724 gebouwd is , *iit vrijwillige giften ,. zoo
hier als elders ingezameld, is een langwerpig vierkant gebouw, roet
eenen spitsen toren. Zij werd , den 20 Augustus 1724 , door Ds. P. S t e e n -
w i j k , Predikant te Surbuistersteen , ingewijd.
De Doopsgez., die men er 200, aantreft, onder welke 60 Ledematen ,
behooren tot de gem. Witveen-en-Rottevalle. R o t t ev a l r e maakte vroeger
eene afzonderlijke Doopsgezinde gemeente uit, welke tusschen 1620
en 1640 ontstaan was, doch in het jaar 1778 werd zij met IF i l v e e n
vereenigd en maakt daarmede thans de gem. van Wi t v e e n - e n -Ro t -
t e v a l l e uit, welke t eR o t t e v a l l e eene kerk heeft, zijnde een nieuw,
langwerpig vierkant gebouw, zonder toren, doch van een orgel voor-
zien. De kerk te Witveen is in 1838 afgebroken. — De dorpschool,
in 1843 nieuw gebouwd , wordt gemiddeld door een getal van 150 leer-
lingen bezocht. — De kermis valt in den tweeden Woensdag in Mei.
ROTTHEM, oude naam van het d. R ottom , in Hunsingo, prov.
Groningen. Zie R o t tum .
ROTTI, R o t i , R o t t ie of R o t t t , eil. in Oost-lndie, in den Moluksche
Archipel, tot de Kleine-Sunda-eilanden behoorende. Z. W. van
Timor, tegenover Koepang , waarvan het door de straat Rotti geschei-
den is, door klippen en riffen omgeven, waardoor het moeijelijk te
naderen en bij storm ongenaakbaar is.
Het is van bet N. 0 . naar het Z. W. 9 mijlen lang, van het \V.
naar het 0. 2J mijl breed, en bestaat uit achttien kleine koningrijkjes,
van welke Term a n o , waar vröeger altijd een Nederlandsche post-
houder was, het voornaamste is. De llajahs of Vorsten können ge-
zamenlijk mccr dan 10,000 gewapende manschappen in bet veld brengen.
Aan de noordwestkust is het ciland rotsig en hoog; aldaar vindt men,
als de hoogsle punten, de bergen T o l a i en L o l e , welke ongeveer
220 eil. boven den waterspiegel uitsteken. Het land is naar het
Oosten heuvelachtig en verliest zieh verder in vlakten , welke door aan-
slibbingen gevormd zijn. Er bestaan slechts beken en bronnen, welke
zoet water geven.
Aan de zuidelijke grens van den Archipel gelegen, is er de lücht,
vooral wanneer de zon nabij den noorder keerkring is , zeer koel en
des nachts zelfs koud. Stormen en aardbevingen worden hier van tijd
tot tijd waargenomen.