maar dew^l die geene andere inkomsten had, zoo werd , in 1814 , de
Koster door den Pastoor aangesteld. Het kerkgebouw bevat eene zeer
groote ruimte, zijnde met twee daken afgedeeld, welke beide op pila-
ren rüsten. De toren heeft een trotsch aanzien , gaande , van onderen
a f, achtkant op, tot eene matige hoogte boven het dak , alwaar hij
veel van zijne dikte verliest en de klokkenzelder gevonden wordt ;
van daar rijst hij weder achtkant op tot aan de kap, welke niets
anders dan eene stompe spits is. Deze kerk is in 1833 gebeel vernieuwd
en in het volgende jaar de predikantswoning hersteld.
De kerk der R. K., aan den H. J o i ia n s e s den Dooper toegewijd, is
in eenen siechten slaat en thans te klein. Zij heeft een orgel en een
koepeltorentje, waarin eene klok, doch geen uurwerk.
/ Onder Rijnsaterwobde ligt ook de fraaije buit. Me e r z i g t . Zu. ) Men heeft er, met O u d e w e t e r i n g en L e y m u i d e n , den
1 7 Maart 1820 , een département der maatschappij : Tot Nut van ’t A l-
/ J \_gemeen opgerigt, dat in het département Alkemade versmolten is.
De kermis valt in des Zondags na St. J as Baptist.
Het wapen dezer gem. bestaat in een schild van azunr, met drie
wassende manen van zilver en doorsneden door eene fasce van goud.
RIJNSÂTERWOUDSCHE-VEEN-POLDER , pold. in Rijnland, prov.
Zuid-Holland, arr. Leyden , kant. Woubrugge, gem. Rijnsaterwoude.
Deze pold., welke in 1824 bedijkt is , heslaat, volgens het kadas-
ter, eene oppervlakte van 41 bund. 68 v. r. 16 v. eil.
RIJNSBURG, gem. in Rijnland7 prov. Zuid-Holland, arr. Leyden,
kant. Noordwijk (2 k. d., 21 m. k., 2 s. d. 2afd.); palende N_ aan
Voorbout, 0 . aan Oegstgeest en-Poelgeest, Z. aan Valkenburg, W. aan
de Beide-Katwijken-en-het-Zand.
Deze gem. bevat niets dan het d. Ri j n s b u r g en eeneboerenhofstede
buiten den bebouwden kom van het dorp gelegen , K1 o o s te r s ch u u r
genaamd , beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 364 bund.
92 v. r. 98 v. eil., waaronder 384 bund. 84 v. r. 73 v. eil. helastbaar
land ; men telt er 223 h., bewoond door 362 huisgez., uitmakende eene
bevolking van 1680 inw., die meest hun bestaan vinden in den land-
bouw. Er wordt sedert eenige jaren mede veel vlas verbouwd , hetgeen
veel vertier oplevert en gedurende den wintertijd, vele handen werk
geeft. Ook generen zieh vele ingezetenen met de bloemkool-, aard-
besiën- en aardappelenteelt, welke hier ter plaatse, meer dan op eenige
andere, geoefend en nogjaarlijks voortgezet wordt, en welke vruchten
met sehuiten naar Amsterdam, ’s Gravenhage, Delft, Rotterdam en andere
plaatsen ter verkoop vervoerd worden j veel daarvan gaat sedert eenige
jaren naar Engeland. Niet alleen vinden de bouwlieden en schippers bij
dezen teelt en handel aldus hun bestaan , maar ook de vischrijders van
Katwijk , Noordwijk en Scheveningen bebben hier hunne voordeelen van,
want, daar het grom or ingewand der schollen zeer dienstig is voor den
grond, waarop men bloemkool teelen wi l , zoo wordt die le dien einde
op de genoemde visschersdorpen in kuilen bijeen verzameld , en van daar
naar R ijh s b b b g gevoerd, svaar bet in sommige tijden van het jaar de
reukzenuwen van hen, die aan dien stank niet gewoon zÿn en R ijn sb b r g
bezoeken , alleronaangenaamst aandoet. Ook heeft men er eenen ko-
rcnmolen.
De Herv., die er ruim 1220 in getal zijn , onder welke 460 Lede-
maten, maken eene gem. ui t, welke tot de klass. van Leyden, ring
van Noordwijk, behoort. Deeerste, die hier het leeraarambt heeft waar-
genomen, is geweest Andries Hagibs, die in het jaar 1383 hier beroepen
werden in het jaar 1886 naar Hoorn vertrok. Het beroep is eene konink-
lijke collatie.
De enkele Evang. Luth., die er woont, behoort tot de gem. van
Leyden. i
De 3 Remonstr., dieerwonen, behooren tot de gem. van Leyden-en-
Noordwijk. Yroeger woonden er meer van die gezindte, maar dit
waren eigenlijk nog afstainmelingen van de Oude-Collegianten, die
hier vroeger eene gem. hadden. Zij voerden den naam van de
geme ent e van Ri jnsburg en ook van geme e n t e der Col l egi an
ten ; de eerste naam is ontleend van dit dorp, alwaar zij gewoon
waren twee malen in het jaar, te weten : tegen Pinksteren , en den
Zondag, welke voor den laatsten Maandag in Augustus komt, van
onderscheidene plaatsen in deze provincie bijeen te komen , om het
Avondmaal te houden. Collegianten noemden zij zieh , naar de Colle-
gien ofonderlinge bijeenkomsten , door hen hier en daar aangelegd. Deze
gemeente is, omtrent het jaar 1619 ontstaan, en het bannen der Remon-
strantsche Predikanten gaf daartoe aanleiding. Het geslacht van de va n
d e r C o d d e s , en wel de drie broeders J a n , A d r ia a n en G ijs b b e c b t van d e r
C odde , woonachtig op de dorpen Oegstgeest , Rijnsburg en Warmond ,
staan als de eerste oprigters dezer gezindheid gebockt. Zij waren land-
lieden en leertouwers, maar zeer grondig in de godgeleerdheid onder-
wezen , en ervaren in de Lalijnsche en andere talen. Algemeen ge-
tuigt men van deze lieden , dat zij van een onbesproken gedrag, ja
zelfs , in den volsten zin, allerbraafste burgers waren. G u s b r e c h t was
Ouderling der Remonstrantsche gemeente, welke toenmaals zonder Pre-
dikantwas. Hij, en onderscheidene andere leden der gemeente, besloten,
om daar allereerst godsdienstige vergaderingen te houden, en elkanderen,,
zonder behulp van eenen Predikant, door het voorlezen en verklären
der heilige Schriften en door openlijke gebeden , te stichten.
De drie broeders en eenige andere ingezetenen der naaste dorpen brag-
ten het hunne bij , om deze gemeente in stand te houden , welke eer-
lang van Warmond naar Rijnsburg verlegd werd. Zij voerden doorgaans
het woord in deze bijeenkomsten , hoewel zij een iegelijk vrijheid gaven ,
te mögen spreken. Reeds kort na hare opkomst, heeft men onder heu
den Heiligen Doop bij onderdompeling toegediend , gelijk zulks sedert dien
tijden tot het begin dezer ceuw te Rijnsburg en elders geschied is. Ook
hield men daar, op zekere tijden , het Heilige Avondmaal, hetwelk tot
bet begin dezer eeuw in gebruik gebleven is. Van dien tijd a f, werden
er op onderscheidene plaatsen van ons land diergelijke vergaderingen
opgerigt. Men gaf aan deze manier , om de gemeente te stichten den
voorrang boven het gewone prediken , en zij kreeg weihaast ijverige
verdedigers , zoo in openlijke leerredenen , als in godgeleerde en wijsgee-
rige geschriften. Men grondde zieh op eenige schriftuurplaatsen , voor-
namelijk op het veertiende hoofdstuk van den eersten brjefaan de Korin-
thiers , en op de gewoonte der cerste Christenen. Men ijverde voor het
overige zoo sterk voor deze onderlinge vergaderingen , dat zij op vele
plaatsen aangelegd , op eenige anderen wederom afgeschaft, doch in onderscheidene
aanzienlijke Steden en dorpen van ons land nog lang in
stand gehouden zijn.
Men vindt te R i jn sb b r g eene Cbristelijk-Afgescheidene gemeente,
welke 200 leden t e lt , waarvan 70 Lidmaat zijn. — De R. K., van
welke men er 240 onder R i jn sb b r g aantreft, worden tot de stat. van
Oegstgeest gerekend. — De 12 Isr., die er wonen, worden tot de ring-
synagoge van Leyden gerekend. — Er is in deze gern, eene school,