den daaraanvolgenden dag, met den springvloed der nieuwe maan ,
tot eene zoodanige hoogte, dat ruim bonderd huizen te P etten weg-
gespoeld en de ingezetenen eindelijk genoodzaakt werden om het te-
genwoordige dorp veel meer binnenwaarts aan te leggen , dan heb hier-
boven gemelde.
Een ander vreesselijk ongeval gebeurde bij dit dorp , op zee,, in den
nacbt tusschen den 9 en 10 November 1683. Een loeijende storm uit
het Noordwesten, vermeide voor gemelde plaats elf Hollandsche sche-
pen , uit de vloot, onder den Vice-Admiraal d e W i t h , die zeer digt
onder P etteh geankerd la g , om eenige benoodigde levensmiddelen in
te nemen. Een zelfde noodlot ondergingen vijf haringbuizen voor dit
zeedorp, den 22 Augustus 1666, met welken negen en twintig visschers
van P etten vergingen , nalatende vijf en zeventig weduwen en weezen.
De oorlogsrampen hebben mede dit dorp getroffen. In het jaar 1489
landde aldaar eene bende zeesebuimers , welke op Kruisavond , in de
maand Mei, de dorpelingen onverwacht overvielen, hen uitplunderden
en van alle hunne goederen beroofden , vervolgens hen naar hunne
schepen sleepten, en eindelijk het buis van den Schout, het voor-
naamste en aanzienlijkste van geheel het dorp, in brand staken.
Ook zijn in het jaar 1799 door de Russische, en Engelsche legers
de polders onder water gezet, doch in 1802, voor zoo ver den Pette-
merpolder betreft, van ’s Rijks wege en wat den Laijpolder aangaat,
door den Heer G ijsb e r t de ■ D ieo F ontein V e r s c h ü ir , Staatsraad en
Burgemeester van Alkmaar , weder droog gemaakt.
Na het uitbarsten van den Belgischen opstand, in 1 8 3 0 , zijn
achttien personen, uit deze gemeente, op den 3 December 1 8 3 0 ,
op de eerste roepstem van hunnen Vrijheer Mr. C lemens S andenbergh
M atthiessen van Petten en Nolmerban, vrijwillig in ’s lands zeedienst
getreden , terwijl die Heer zelve zieh onder de Noord-Hollandsche Jagers
schaarde.
De kermis te P e tten valt in in de maand October.
Het wapen dezer gemeente bestaat uit drie waterputten.
PETTEN (NIEUW-), geh. in den Hazen-polder, prov. Noord-Holland,
arr. en 3 | u. N. ten W. van Alkmaar, kant. en 2 u. W. len
Z. van Schagen, gem. Zijpe-en-Hazen-polder.
In dit geh. is een gemeenelandshuis voor het Hoogheemraadschap
van de Hondsbosschen, helwelk in het jaar 1628 gesticht en vrij
aanzienlijk is.
PETTEN (OUD), naam, welken men wel eens geeft aan het dorp
P e t t e n , in Kennemerland, prov. IVoord-Holland, ten einde het te
onderscheiden van Nieuw-Petten. Zie P e tten.
PETTEN-EN-NOLMERBAN, heerl. in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen.
Alzoo deze heerlijkheid niet anders bevat dan de gem. P e t t e n ,
heeft zij ook de zelfde belendingen, grootte , enz.
In het jaar 1401 werd P etten van het regtsgebied van G r o e t ,
waarmede bet destijds vereenigd was , gescheiden , blijkens eenen voor-
regtsbrief, door Hertog A lbrecht van B eijer en verleend , en het werd
/ ( ,a,x in het jaar 1691 met N o lm e rjdm^m tot eene heerlijkheid vereenigd
, en voor vijflien duizend gülden te zamen verkocht, aan
den Heer G érard van E gmond van der N ijenbdrg , en werd tot op
het afsterven van M aria van E gmond van der N ijenbdrg , de laatste zijner
nazaten, tot in het jaar 174 2 , in zijn geslacht bezeten, wanneer zij
door erfenis kwam aan den Heer Mr. N anning van F oreest, Burgemeester
<en Raad der stad Hoorn, wiens weduwe haar in het midden der
vorige eeuw nog bezat. Thans is zij het eigendom van den Heer Mr.
C lemens w i S andenbergr M atthiessen van P e tt en - en-N olmerban , woon-
achtig te Haarlem.
PETTERHUISTER-STATE, voorin. state, prov. Friesland, kw. Oos-
tergoo, griet. Leeuwarderadeel, arr., kant. en 1 j u. N. van Leeuwar-
den, | u, O. van Stiens, waartoe zij behoorde.
Gedqrende de onlusten tusschen de steden en het platteland, hebben
de laatste aldaar hunnen landsdag gehouden.
Ter plaatse, waar zij gestaan heeft, ziet men thans eene boereplaats.
De daartoe behoord hebbende gronden, beslaande eene oppervlakle
van 32 bund. 33 v. r., worden thans in eigendom bezeten door Jonk-
vrouwe L ouisa A lbertina V egilin van Glaer bergen, woonachtig te Leeu»
warden.
PETTHA , d. in Oost-Indie', op het Moluksche eil. Sangir.
PETTHI, eil. in Oost-Indie, in de Straat-van-Makassar. Zie P e t i .
PETTINGEN of P e t in g en , in het Fr. P e ta n g e , gem., deels in het
voorin. hert. Lotharingen, deels in de heerl. Differdingen, grooth.
Luxemburg, voorm. kw. Arlon, arr. Luxemburg, kant. Stein fo r t; palende
N. aan de gem. Kiintzig en Nieder-Kerschen, O. aan Sanem
en Differdingen, Z, aan de Fransche gem. Hussigny en Herserange,
W. aan de Belgische gem. Ibingen (Aubange).
Deze gem. bevat de d. P e t t in g e n en R ö d in g e n , benevens de
geh. G r o n dm ü h le n , R o l l in g e n (la M a r g o le ) en A th u s s e r -
m iih l. Zij bevat ruim 160 h. en daarin 900 in w., die meest hun
bestaan vinden in den landbouw, de veeteelt en de mijngroeven. De
jaarlijksche productie bedraagt 200 zak tarwe, 300 zak masteluin, 100 zak
gerst, 100 zak haver, 40 zak erwten en 40 zak boonen. De veesta-
pel bestaat uit 100 paarden, 280 runderen en 130 zwijnen. Er zijn
4 korenmolens, allen door het water gedreven.
De inw., die allen R. K. zijn, maken twee par.-u it, die van
P e t t in g e n en R ö d in g e n , welke ieder door eenen Pastoor bediend
wordt. — Er zijn 3 gemeenteseholen.
Deze gem. is zeer rijk aan oudheden. Zij bevat den beroemden
T i t e lb e r g en , bij den Athussermühl, eenen grafheuvel, die de over-
levering als de rustplaats van eenen Romeinschen Generaal aanwijst.
Bij de ömschrijving der geraeenten bij de koninklijke besluiten van
12 Junij 1822, No. 2 9 , en 2 Januarij 1823, No. 123, was deze gem.
binnen enger grenzen bepaald dan heden; maar bij het grenstraktaat
met Belgie, in 1 8 4 3 , is daarbij gevoegd den A th u s s e rm ü h l en
dat gedeelte van de gem. I b in g e n (A u b a n g e ) , dat ten O. van den
Kor is gelegen.
Het d. P ettingen of P etingen , in het Fr. P etange, ligt in de schoone
vallei van den Kor, 4£ u. Z. W. van Luxemburg, 3 | u. Z. ten O.
van Arlon, 3 u. Z. van Steinfort.
Het is een groot en schoon d., met eene fraaije kerk , eene dorp-
school en eenen water-korenmolen. De groote weg van Luxemburg
naar Longwy gaat er door heen.
PETTINGEN, heerl. in het grooth. Luxemburg, verstrooid liggende
tusschen eenige andere heerl. in de zqidelijke helft van dat gewest.
Zij bevat de d. P e t t in g e n , B is s e n (ten deele), K e h le n (len
deele), R o d t , R e c k in g e n (ten deele), S a e u l (len deele), Con-
t e r n en H a s s e l (ten deele) en A n g e ls d o r f , benevens de p-eh.
JSssingen en N ü r e n h a u s e n .
IX. D e e l , .ja