RANSDORP, d. in Waterland , prov. Noord-Holland , arr. en 7 11.
Z. van Hoorn, kant. en 3 u. Z. van Edam , gem. Ransdorp-Durger-
dam-en-Holijsloot, dat zieh ter lengte van 5 minuten van het Noorden
naar hei Zuiden uitstrekt.
Men telt er 53 h. bewoond door 62 huisgez., uitmakende eene be-
volking van ongeveer 520 inw.
Het wordt, even als het het eerste der zes hoofddorpen van Waterland
is , gemeenlijk ook als het oudste aangemerkt, zonder dat men daarvan
bewijs kan vinden. Er zijn echter zekere blijken van oudheid. Voor-
maals was het eene groote en bloeijende plaats , waar vele zeevarende
personen gewoond hebben. Men zegt dat tusschen R ansdorp en Schel-
Jingwoude , waar nu geen huis te vinden is , twee en dertig schippers
plagten te wonen , die buiten 's lands voeren j men wil ook dat er weleer
eene brouwerij zou geweest zijn , en dat er onder de neringdoende lie-
den cok zilversmeden en lakenkoopers waren. Ook klaagden die van
R ansdorp, ter gelegenheid van het verbod tot uitoefening van eenige
neringen ten platten lande,. dat de ingezetenen niet cnkel uit den land-
bouw. zouden können bestaan , alzoo er voor leder huisgezin, door elkander
gerekend, geen twee deimpten (1 bund. 2 v .r .) lands zouden
wezen r waaruit men berekenen kan, dat er in dien tijd wel 900 huis-
gezinnen zouden geweest zijn. Tegenwoordig generen zieh die van
R ansdorp, met den landboirw of liever de veehoederij, dewijl de meeste
melk te Amsterdam zoet verkocht wordt.
De liufaen zijn hier grootendeels digt rondom de kerk gebouwd , be-
halve die, welke neordwaarls van de kerk naar het Binnen-lJ strekken.
Deze staan ter wederzijden van een vaartje , aan een steenen voetpad
(gouw) , want men vindt geene rijwegen dan tot aan de kerk. R ansdorp
heeft bij het inkomen een schilderachtig aanzien, waartoe de
boomen rondom de kerk niet weinig bijdragen , doch buiten de kom
van het dorp is alles vlak en laag land.
De benaming van dit dorp komt op velerbande wijze in oude boe-
ken , handvesten en landkaarten voor. De handvesten der Graven en
Heeren van Waterland, noemen het meestal R ansdorp en somwijlen ook
R andorp, gelijk het dan onder dien naam ook voorkomt in de aan-
teekeningen achter de geschrevene handvesten van Waterland, luidende:
tot Randorp, in den toren besloten zijn deze navolgende handvesten,
Hertog Philippus Handvesten, met Hertog Albrechts Handvesten daar
inne besloten , roerende van wind vry voor^ Randorp en Sunderdorp.
Sommigc sclirijvers beweeren, dat dit dorp zijnen naam ontleend
h eeft, van zijne uitersle ligging aan de läge landen , en als aan den
rand der grasvelden of tegen het bosch. Menigmaien ook komt dit
dorp voor onder de benaming van R aardorp , doordien het in geene
moerassen of bosschen, maar in eenen grazigen en zuivelvollen oord
gelegen is. Als R aardorp kwara het voor, in eene zeer oude en naauw-
keurig geleekende kaart, waarop mede de stad Amsterdam , met hare
omliggende landen, voor de eerste uitlegging dier stad, te vinden was,
als ook in een handschrift der Utrechlsche kerk. Nu wordt het veelal
bij verkorting R aarop genoemd.
De voortreffelijke voorregten , waarmede dit dorp van tijd tot tijd,
door de Graven en de Heeren van Waterland, beschonken is , hebben niet
weinig tot zijne welvaart bijgedragen , als daar zijn de vrijheid van
alle vogelvangerij , visscherij , sluizen en wind , door den Hertog Ai-
brecot van B eijeren gegeven , en bevesligd in ’s Gravenhage , in het
jaar 1391 , op den 26 Augustus , en in 1593, op den 27 Mei. Dit
regt van vrije wind, gebruikten de Waterlanders, tot op den Fran-
schen tijd (1795), zonder eenige de minste bepaling, alsmede dat van
den ijk der maten en tapperskannen , 'ookdatvan den tienden schoof,
ingevolge de uitspraak van den Hoogen Raad, op den 6 November
1595, en van den Hove van Holland , op den laatslen Julij van het
jaar 1602, berustende op voornoemde plaats zoo wel de voorregts-
brieven , als de stukken en bewijzen der processen, deswege gevoerd,
benevens het daarop gevolgd verdrag over den ijk , tusschen Waterland
ende stad Monnickendam gebruikelijk, getrollen en gedagleekend
den 16 November 1596.
De verkiezing van Schepenen is, bij eenen handvestbrief van Hertog
Aibrecht van B e ijeren, gegeven in 's Gravenhage , op St. Pieters-
dag ad Cathedram , van den jare 1387 , naar den loop van den Hove
van Holland , opgedragon aan den tijdelijken Baljuw van Waterland , luidende
het eerste artikel dezer bandvest aldus : Item in den eersten,
dat onze Baljouw van Waterland, die nu is of namaals wezen zal ,
Schepenen kiezen zal , tnelk dorp alzoo vecl als t costuimelijk is. En
den eersten Maien dag ofte agt dugen voof en n a , en dat wel van de
vroedste en redelijkste knapen, die gegoedt zyn tot hondert ponden
toe, en daarenboven, alzoo verre als zy daar z y n ; zullende zij een
ja a r Schepen wezen ende niet langer en mögende ook niemand der
andere nader bevrint z y n , dan regte agterzusterskinderen. De Hand-
vest van Hertog W illem van Be ije r en , van den 10 December 1 4 1 7 ,
die van zijnen vader willende bevestigen , houdt in , dat der Schepenen
vierschaar op Itlaiday of agt dagen daarvoor zal geschieden, en de
Schepenen gegoed zullen moelen zijn tot twee honderd ponden toe.
Deze manier van verkiezing is in lateren tijd door Hertog J an van Bie -
jeren , bij opene brieven , gegeven in ’s Gravenhage den 10 Januarij
1420, op nieuw bevestigd geworden , en wel op deze voorwaarde : dat
niemand tot Schepen verkiesbaär zijn zou, die niet, alvorens twee ja-
ren buurman geweest en gegoed wäre tot vijf oncen en daarenboven ,
waarbij nog uitdrukkelijk belast wordt, dat Schepenen zouden moeten
verkoren worden op Meiavond , voor den tijd van een jaar en niet langer.
Bovendien had R ansdorp het regt om lijfstraffelijke misdaden
te mögen vonnissen en regt te oefenen aan alle misdadigers, ten over-
staan en bij vonnis van den Baljuw van Waterland. Deze liield, gelijk
de andere Schoulen der Waterlandsche dorpen, zijn verblijf te
Monnickendam , daartoe genoodzaakt zijnde door eenen keurbrief van wel-
gemelden Hertog J an van B eijeren , luidende : dat elke Schout van Wa-
terland, over allen in allen dorpen, teregt moet zitlen voormiddag, bij
’t klimmen der zonne van alle dagelijksehe zaken , uitgenomen van vrede
te maken.
In 1395 maakte de bewoners van R ansdorp en Z oiderwoüde de nieuwe
schans te Uitdara.
Hoe verre R ansdorp reeds in het begin der vijftiende eeuw in vermögen
en aanzien^ geklommen was, kan men afleiden uit de stich-
ting of den aanleg van het thansaanzienlijkedorp Durgerdam , daar ter
plaatse, in 1422 , welke men weleer gewoon was het lJ-oort te noemen , en
wel aan den uithoek van Waterland enden IJstroom ; deze aanleg was
eene hooge noodzakelijkheid , veroorzaakt uit eene doorbraak in den
dijk , en ora welken te hersteilen de ingezetenen. van die buurt onmag-
tig waren ; de bewoners van Schellingwoude en R ansdorp kwamen haar
dus le hulp, leidden eenen dam over het water, helwelk uit het 1J
door hare buurt tot in Waterland liep , en waardoor zij dan ook, in