486 R I J.
mond, in de Noordzee ontlast, na alvorens even beneden Willemstad, bij
Ooltgensplaat, een tak afgegeven tehebben, die, onder de namen van
Volkerak, Krammer en Bieningen , bij Brouwershaven in zee valtj
hoewel uit het Krammer veel water door de Zijpe naar de Keeten of
Ooster-Schelde wordt afgevoerd. Beneden Dordrecht verkrijgt de Mer-
wede den naam van Oude-Maas, welke , even beneden waarts , een
gedeelte harer wateren door de Dordscbe-kil, längs ’s Gravendeel, in
bet Hollandsdiep afvoerl; terwijl de hoofdrivier, längs Oud-Beijerland
vloeijende , aldaar wederom, door het Spui , een gedeelte in het Ha-
ringvliet verliest, en vervolgens zieh bij Vlaardingen , met de van Rotterdam
körnende Nieuwe-Maas vereenigt.
Oudtijds liep deze rivier vermoedelijk doordrie armen in zee, waar-
van de oostelijkste aan zijnen mond F l e t i um , en de westelijkste
H e l i u m heelte (zie die woorden), ' terwijl de middelste bij Kalwijk in
zee viel. Deze drie monden worden ook wel bij de Latijnen door de
namen R h e n i o s t i u m o r i e n t a l e (Oostelijke Rijnmond), Rheni
Os t i u m medium (Middelste Rijnmond) en Rh e n i o s t i um o c c i-
d e n t a l e (Westelijke Rijnmond), onderscheiden.
De lengte dezer riv., van den oorsprong tot aan den mond, is
90 geographische mijlen of '180 uren ; de stroomdraad 150 mijlen of
500 uren , het stroomgebied 4000 vierkante geographische mijlen.
A. P. — 0 stellende, is de hoogte bij Pa n n e r d e n 10,679 eil.,
bij Arnhem 8,952 eil., aan de Grebbe 6,445, bij Wi j k- bi j -
Duu r s t e d c 4,596 eil., bij Cul enburg 3,505 eil., bij V i a n e n
(zie verder L ek [De] ) ; de afstand van Panne rden tot Arnhem
13562.3 eil., van Arnhem tot de Grebbe 23433.0 ell., van da
Greb b e tot aan Wijk- bij - Du ur s t ede 20268.4 ell., van W ijk
tot Cu l e n b o r g 12130.9 ell., van C u l enbor g tot Y i a n e n
11867.2 ell. en van Y i a n e n tot Cr impe n 37082.10 eil.
De breedte bij Lo b i t h i s , 670 eil., te An ge r en 4 0 0 , bij den
Ko p - v a n - d e n - I J s s e l 250 , beneden den mond van den IJs se l
213.5, bij Arnhem 147, bij Op -Heu sde n 120, bij de Grebbo
290 en bij Wij k - b i j -Duur s t e d e 424 eilen. Zie verder L ek (D e) .
Yöör Arn h em is eene schipbrug, de andere overgangen over den
Rn» geschieden met gier- en gewone ponten, zoo als te P a n n e r d e n ,
het Loo-veer, het Mal b u r g s c h e - v e e r , het Dr i e l s c h e - v e e r , het
L e k s c h e - v e e r , bij Op-Heu s de n , t eRh e e n e n , het Ingens che -
v e e r , het E c k - e n -Wi e l s c h e - v e e r en bij Wijk- b i j -Duu r -
s t e d e ; terwijl er nog schuitveren zijn te L o b i t h , te He t e r e n , to
Ren c um en bij Maurik. Over de Lek ligt eene schipbrug te Vrees-
wi jk, voorts heeft men daarover eene gierbrug te Cu lern borg en do
volgende ponlveren, als: het ß e u s i ch emsche - , het Ouds l i jkc r-
v e e r , het Koe k o e k s c h e - of Tienhovensche-veer, het Schoon-
h o v e n s c h e - v ee r en aan den E l s h o u t , terwijl er nog voetveeren
zijn aan de S t e e n o v e n s bij Vianen, te Ke r sb er g en , te Jaars -
v e l d , te Ni e uwp o o r t , te Amme r s t o l en te Le kk e r k e r k.
Het geheele verval van deze riv., de Lek daarbij genomen, bedraagt
van Pa n n e r d e n tot aan C r i m p e n , bij eb 11.834, en bij vloed
9.948 eil. Haren afloop is echter vrij regelmatig, doch de slroom-
snelheid is verschillend en is + 0.8890 in 1" beneden» den IJssel -
mond en 1.0772 bij Wi jk- b i j- Duu rs t ede . Op 14919 eilen
beneden P a nn e r d e n is de waterstand lager dan de Waal, en ove-
rigens hooger dan deze, hetgeen wordt toegeschreven aan de uitwate-
ring des IJssels, terwijl vele platen en ondiepten de scheepvaart, des
RI J. 489
zomers, b[j lagen waterstand, belemmeren. De gemiddelde zomer-
stand bij bet Leksche-veer is 7.187 ell. boven A. P ., en bij de Greb
6.445 eil. boven A. P.
RIJN (DE), geh. in Hunsingo, prov. Groningen, arr. en 5 u.W .
van Appingedam, kant. en 2 | u. Z. W. van Onderdendam, gem. en
2J u. N. W. van Adorp, N. van Wierum, waartoe het behoort.
RIJN (DEPARTEMENT-VAN-DEN-), volgens de staatsregeling van
23 April 1798, het derde departement der Bataafsche Republiek. Dit
departement grensde N. aan de Zuiderzee en aan het Departement van
den Ouden-IJssel, O. aan Munsterland en Cleefland , Z. aan de Waal
en de Merwede , die het van het Departement-van-den-Dommel scheidde ,
W. aan de Noord , welke het van het Departement,-van-de-ScheIde-en-
de-Maas scheidden , N. W. aan de Lek , waardoor het van het Depar-
tement-van-de-Delf Bescheiden werd en aan het Departement-van-Texel.
Het was verdeeld in zeven ringen, welke tot hoofdplaatsen hadden ,
de eerste Go r i n c h em, de tweede T i e l , de derde U t r e c h t de
vierde Ame r s f o o r t , de vijfde Ar n h em, de zesde Do e s b o r g h ,
de zevende Zu t p h e n : telde 200,048 zielen, enbesloeg, gedeelte van
de tegenwoordige provincien G e l d e r l a n d , Zu i d -H o l l a n d en het
grootste gedeelte der provincie Utrecht .
RIJN (DE HAAR-), water in het N ederkwarlier, prov. Utrecht,
zieh in eene oostelijke rigting , uitstrekkende van Gieltjesdorp naar
de Vecht.
RIJN (HET HUIS-TE-), naam, welken men vroeger wel eens gaf
aan het adell. h. Rijnhuizen , in het Overlewartier der prov. Utrecht.
Zie R im h o iz e k .
RIJN (DE KROMME-), riv., prov. Utrecht. Het is een gedeelte van
de vermaarde middelkil des Rijns, doch tegenwoordig naauwelijks
voor kleine platbodemde schuiten bevaarbaar. t ij neemt baren aan-
vang uit den Rijn , te Wijk-bij-Duurstede , door eenesluis in den rivier-
dijk , waardoor zij op R. P. wordt gehouden ; loopt van daar tusschen
het kasteel en de stad door en vormt zoo doende de graebten dezer laatste ,
waarna zij met onderscheidene kronkelingen, door de gem. Cothen ,
Werkhoven, Odijk , Driebergen , Zeyst, Bunnik en Rijnauwen stroomt,
naar Utrecht, waar zij zieh in twee armen, de Ve c h t en deOude -
Ri jn splitst.
In deze rivier onllasten zieh de Ame ro ng er - , Gooi jer- , Wu l -
v e r ho r s t e r - , Hoek- , Bi s s cbops - , Vloo swi j ke r- , Ri jnsbur-
ger- , Ou d -Wu l v e n s c h e - en D warsdi j k e r -we t e r i n g e n , het
D r i e b e r g s c h e -me e r , de Rijnwij k s c h e - v a a r t en mindere wateren.
Het peil dezer rivier is 0.706 onder A. P.
RIJN (DE NEDER-), dat gedeelte van den Rijn, hetwelk bij Lobith
een begin neemt en in eene noordwestelijke strekking naar Arnhem
loopt.
RIJN (DE OOSTELIJKE-ARM-VAN-DEN-), naam, welke men vroeger
aan dat gedeelte van den IJssel gaf, helwelk, tusschen Friesland
en Noord-Holland door, uit het meer Flevo , in de Noordzee vloeide.
RIJN (DE OUDE-), ook L e y d s c b e - va abt genaamd , riv. in de prov.
Utrecht en Zuid-Holland, welke te Utrecht uit den Kromme-Rijn een
begin neemt en in eene westelijke strekking, längs de Meern en Harmelen
, door Woerden , längs de gem. Bodegraven, Zwammerdam,
Alphen , Oudshoorn , Koudekerk , Hazerswoude, Soeterwoude en Ley-
derdorp , naar Leyden loopt, terwijl zij zieh tusschen Leyderdorp en
deze stad, in twee armen verdeelt, welke zieh binnen Leyden weder