in getal zijn , kehooren tot de rlng-synagoge van Arnhem. — Men heeft
in deze gem. vijf scliolen , als : eene le Dier en , eene te El k om,
6ene te Rh e d e n , eene te S p a n k e r e n en eene te Ve l p , welke
gezamenlijk gemiddeld door een getal van 600 leerlingen bezocht worden.
Het d. R heden , R h e ed en , R e ed en , R ed e of R hede , ligl l f u. N. 0 . van
Arnhem , aan eenen tak van den IJssel, de Laak genoemd , waarover
het eene houten brug heeft, midden in het korenveld. Het is een fraai
d., in welks kom men 110 h. en 900 inw. telt, doch met de kerkelijk
daartoebehoorende bnurs. Rhede r - s t eeg en Wo r d t -Rh e d e n , heeft
het 171 h. en ruim 1400 intv.
Een oud Geldersch geslacht, heeft zijneD naam van dit dorp ont-
leend. Zoo vindt men reeds, omtrent het jaar 1300, van eenen F re-
d e r ik van R h e d en melding gemaakt.
De Herv., die er 1120 in getal zijn , onder welke 630 Ledematen ,
maken eene gem. ui t , welke tot de klass. en ring van Arnliem , be-
hoort. De eerste, die in deze gem. bet leeraarambt heeft waarge-
nomen , is geweest A h a z h e r ü s H e rm a n n i H o l t z b e r g e n , die in het jaar
1398 kerwaarls kwam , en in het jaar 1607 overleed. Van toen af tot
in 1612 werd R h e d e n bediend door den Predikant van Velp-en-Rozen-
daal, doch in 1612 bekwam het weder eenen eigen Predikant in J oh
a n n e s P e i j e , die in 1656 gestorven is. Het beroep gesckiedt door den
kerkeraad. De kerk is een fraai, gewelfd kruisgtbouw , met een or-
gel en eenen 28,25 eil. hoogen toren , met twee klokken.
De R. K., die men er 200 aantreft, behooren tot de slat. Dieren-
en-Steeg. •— De dorpschool wordt gemiddeld door en getal van 230 leerlingen
bezocht.
De kermis valt in den eerslen Zondag in October.
Onder dit dorp ligt het landg. Heu v e n (zie dat woord), de hof-
stede'Hermikh u i ze n, midden in de heide , welks waterpnt56,74 eil.
diep is , ende Zi jpenberg (ziedat woord).
Niet ver van het d-, aan de regterzijde van den weg’, staat op een
stuk bouwland , nabij den oever van den IJssel, een beukenboom , wiens
stam , ter hoogte van ongeveer 1 0 eil. en die zieh op deze hoogte in twee
zware takken verdeelt, van welke de een 4,50 eil., de andere 5,50 eil.
(dus te zamen weder 1 0 eil.), in omtrek hebben.
In de maand Junij des jaars 1818, kwam , na een geweldig onwe-
der, een ontzettende waterstroom , van het gebergte achter Heuven ,
op dit dorp aan, voerde het te veld staande koren met zieh voort,
bedekle al de landerijen met zand, deed zware steenen en groote ge-
velde eikenboomen wegdrijven, en maakte den weg gedurende onder-
scheidene weken onbruikbaar. Een levend viscbje, eene zeelt, ter
lengte van omtrent vijf duim, met het water van het gebergte afge-
komen, maakt het waarschijnlijk, dat ook deze stortvloed door eene
zieh op de bergen ontlast bebbende waterhoos veroorzaakt zij , want meermalen
had dit verscbijnsel hier in meerdere of mindere mate plaats.
Het wapen dezer gem. beslaat uit een veld van zilver , met twee
gevivreerde fascen van sabel (zwart).
RHEDEN , d. prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Franelcera-
deel. Zie R ie d .
RHEDEN (WORDT), buurs, op den Feluwenzoom, prov. Gelderland,
distr. Feluwe , arr., kant. en 1 | u. N. O. van Arnhem, gem.
i u. W. van Rheden, aan den IJssel.
RHEDENSCHE-ENK, läge landen, meest weiland, op den Feluwenzoom,
prov. Gelderland, distr, Feluwe, Z. van Rheden , tegen den
IJssel. Men kan bier over gezet worden , naar den Bandijk, onder
Lathum. _
RHEDERDUIN , heuvelen op den Feluwenzoom, prov. Gelder lan d ,
gem. en ^ u. N. van Rheden.
RHEDERLAAG, streek lands op den Feluwenzoom, prov. Gelderland,
gem. eD 5 min. Z. 0.. van Rheden, eene oppervlakte beslaande
van 299 bund. 36 v. r. 52 v. eil.
RHEDEROORD, landg. op den Feluwenzoom, prov. Gelderland,
distr. Feluwe, arr., kant. en 2J u. N. W. van Arnhem , gem. en
10 min. N. van Rheden, aan den straatweg van Arnhem op Zutphen.
Dit landgoed, hetwelk omstreeks het midden der vorige eeuw aan-
gelegd werd door den Raadsheer W. B. B ra n tsen , wordt nog door
zijne nakomelingen bezeten , zijnde thans daarvan eigenaar den Heer
J. P. J. T. B r a n t s e n , die het landgoed bewoond. Eer het tot een
landgoed aangelegd werd , lag op deze hoogte eene landmanswoning,
met den bouwhof St ikhuizen, waartoe zij behoorde.
Het beslaat eene oppervlakte van 139 bund. 61 v.* r. 58 v. eil. Vöor
bet huis, dat over een aanmerkelijk verheven terras op den weg uit-
ziet, heeft men een verhazend ver uitzigt over ‘het Zutphensche kwar-
tier , terwijl de voorgrond het dorp R hed en vertoont, in zijne bekoor-
lijke ligging, aan den voet van het gebergte, door den kronkelenden IJssel
omslingerd. Maar niet ver van hier , op eene nog grootere hoogte , in
eenen aan alle zij de geopenden koepel, is het uitzigt nog ruimer. Aan
de eene zijde is het wel bepaald door de bosschen van llhederoord , welke
de grootere en kleinere heuvelen bedekken , maar van den anderen kant
weidt het oog hier längs alle de bergen, welke den IJssel omzooiuen,
met hunne zand- en heidevelden, inet donker groene bosschen , op den
kruin, met net bouw- en Weideland aan den voet , met de menigte van
buitenplaatsen , daarover verspreid , tot daar zieh de torens van Arnhem ,
en , in het verschiet, de Nijmeegsche en Cleefsche gebergten vertoonen ,
terwijl men over de aan gene zijde van den IJssel gelegene vlakte,
van de stad Zutphen af tot aan de Munstersche grenzen toe, tallooze
dorpen en kleine -steden, als op eene landkaart, kan onderscheiden.
Schilderaehtig is ook de ligging van een gebouw, dat van buiten slechts
ruwe . boomstammen , van binnen een ruim smaakvol salon vertoont,
aan den voet der hoogten, onder hoog geboomte gelegen, heeft bet over
een breed water het uitzigt op den weg en de geheele bevallige streek.
De zoogenaamde deel van de tuinmanswoning was zoodanig tegen het
hellen van den berg gebouwd , dat de zolder y welke van achteren eenen
afzonderlijken gevel had , met het hoogste gedeelte van den berg gelijk-
vloers was, waardoor op dezen zolder , welke tot eene stalling en koetshuis
diende, de paarden gezegd konden worden boven in het gebouw te staan j
thans echter dient deze zolder voor eene berg- en slookplaats van de
Orangerie, welke op de plaats van den vroegeren deel gebouwd^ is.
Ook ziet men op dit landgoed, daar, waar het wandelpad, op kleinen
afstand westwaarts van het huis, over eene aanmerkelijk verhevene,
maar door grootere hoogten opgevolgde vlakte heenslingert, onder de
menigte boomen , eenen ouden beukenboom, wiens dikke geheel holle
stam, zoowel in het heetst van den zomer, na lange droogte, als bij
aanboudend vochtig weder, ter hoogte van twee of drie voet boven den
grond , met zuiver bronwater gevuld is 5 een verschijnsel, op deze anders
zandige hoogte , welligt het naauwkeuriger onderzoek eens natuur-
onderzoekers waardig, terwijl het niet zonder gewigtige tegenbedenkin-
gen schijnt verklaard te kunnen worden , door de vooronderstelling van
IX. D e e l . # '