ROZENBURG, buit. op het eil. Walcheren, prov. Zeeland, art.-,
kant., distr., gem. en Z. 0 . van Middelburg, aan den Segeersweg.
ROZENBURG of Rozenburg , suikerplant. in Nederlands-Guiana,
kol. Suriname, aan de Boven-Commewijne, ter regterzijde in het af-
varen ; palende bovenwaarts aan de suikerplant, Penoribo', benedenwaarts
aan de suikerplant. Goudmijn j 1057 akk. groot, met 151 slaven. De
Negers normen haar Sandike.
ROZENBURG (GENERALE-DIJKAADJE-VAN-), dijkaadje in het
eil. Rozenburg, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam, kant. Vlaardin-
gen, gem. Rozenburg; palende N. aan het Scheur öf Maassluissche-
diep , 0 . aan de Nieuwe-Maas, Z. -aan de Oude-Maas, W. aan den
Gras-polder.
Deze dijkaadje , welke in het jaar 1586 bedijkt is , hevat de polders :
Ou d -Ro z e n b u r g , met het Kooi l a n d , Nieu w- R o z e n b u r g en
B l a nk e n bu r g , met de Ru i g e - P l a a t en de La n ge - P la at . Zij
beslaat, volgcns het kadaster, eene oppervlakte van 973 bund. 21 v. r.
68 v. eil., alles schotbaar land; telt 25 boerderijen, en wordt doorzes
sluizen , op de Maas, van het overtollige water ontlast. Het dijkscol-
legie bestaat uit eenen Dijkgraaf, drie Heemraden en eenen Secretaris
en Penningmeester.
ROZENBURG (N1EUW-), pold. in het eil. Rozenburg, prov. Zuid-
Holland, arr. Rotterdam, kant. Vlaardingen, gem. Rozenburg; palende
N. en N. W. aan het Scheur of Maassluissche-diep, 0 . aan het
Kooi-land en Oud-Rozenburg, Z. aan de Oude-Maas, W. aan den
Gras-polder.
Deze pold., welke in het jaar 1586 bedijkt i s , beslaat, volgens het
kadaster, eene oppervlakte van 504 bund. 53 v. r. 95 v. eil., alles
schotbaar land, en maakt deel uit van de Gerterale-dijkaadje-van-
Rozenburg.
In den dijk van dezen polder tegen over den Gras-polder, viel hg
den watervloed van November 1775, eene inbraak van ongeveer vijftig
eilen lang, en van omtrent vier eilen diep, waardoor die polder on-
middellijk onderliep, met dat gevolg dat al het land, hetwelk daarin
gelegen i s , met 1 eil. water overdekt werd.
ROZENBURG (NIEUW-), herberg en pleiziertuin in Amstelland,
prov. Noord-Holland, arr., kant. en gem. Amsterdam, even buiten
de Raampoort dier stad, welke voör ruim twintig jaren zeer druk
werd bezocht, doch thans minder in aanzien is.
ROZENBURG (NIEUW-), verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Boven-Commewijne, ter regterzijde in het afvaren;
palende bovenwaarts aan het verl. Land-van-Vlammenburg, benedenwaarts
aan de militaire post l'Esp6rance.
ROZENBURG (OUD-), pold. in het eil. Rozenburg, prov. Zuid-
Holland, arr. Rotterdam, kant. Vlaardingen, gem. Rozenburg; palende
N. aan het Kooiland en Nieuw-Rozenburg, 0 . aan Blankenburg,
Z. aan de Oude-Maas, W. aan Nieuw-Rozenburg.
Deze polder beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
312 bund. 8 v. r. 82 v. eil., alles schotbaar land, en behoort tot de
Generale-dijkaadje-van-Rozenburg.
ROZENBURG (0UD-), buit. in Delfland, prov. Zuid-Holland, arr.
en 1 u. Z. ten W. van ’sGravenhage, kant. en 1 | u. N. W. van Naald-
wijk, gem. en ¿ u. van Loosduinen, aan den Loosduinschen straatweg.
Dit buit., bestaande uit heerenhuis, en daarbij behoorende getira-
merten, bouwmanswoning, bleekerij en woonhuis, bosschen , vijvers,
wei-, hooi- en teelland, jagt en visscherij, beslaat te zamen eene oppervlakte
van ongeveer 69 bund. 56 v. r., en wordt thans in eigen-
dom bezeten door Mevrouw de douairière Qoables van Ufpoed , woon-
achtig te 's Gravenhage.
ROZENBÜRG-EN-BLANKENBURG, kerk. gem., prov. Zuid-Hol-
land, klass. van Rotterdam, ring van Schiedam. Men heeft er eene
kerk in den pold. Blankenburg:, welke in 1839 is vergroot. Men telt
er 1070 zielen, onder welke 250 Ledematen, De eerste, die in deze
gem. het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest J ohannes van
Schoonhoven , die hier in het jaar 1657 kwam , en die in het jaar 1676
naar Hellevoetsluis vertrok. Het beroep geschiedt door den kerkeraad.
ROZENDAAL , gem. op den Veluwenzoom, prov. Gelderland, distr.
Veluwe, arr. en kant. Arnhem (2 k. d., 4 m. k., 1 s. d.) ; palende
N. aan de gem. Apeldoorn , . 0* aan Brummen en Rheden, Z. aan
Rheden en Arnheim, W. aan Rencum en Eede.
Deze gem. bevat bet d. Roz endaal , benevens de geh. Te r l e t ,
Imb os e h en Pia g del . Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 2799 bund. 55 v. r. 81 v. eil ; telt 55 h., bewoond door
73 huisgez., uitmakende eene bevolking van 410 inw., die meest in
den landbouw, en door de papierfabrijken hun besfaan vinden. Ook
treft men er vele arbeidslieden in dienst van den eigenaar der heer-
lijkheid aan. Niettegenstaande deze gem., waarvan de lengle op twee of
drie uren gaans geschat wordt, over verschillende meestal echter zandige
heigronden loopt en op vele plaatsen van alle zijden aan den wind is
blootgesteld, merkt men er echter hier en daar berken en beuken op.
Men heeft er 5 papierfabrijken en 1 korenmolen , welke door het water
van ééne beek in beweging gebragt worden. In de papierfabrijken
wordt papier van allerlei soort, zwaarte enformaat, van het zwaarste
en zuiverste Velinpapier, dat het Engelsche evenaart, en het fijnste
postpapier, tot het gemeenste schrens of winkelpapicr vervaardigd.
De Herv., die er 370 in getal zijn , onder welke 160 Ledematen
maken eene gem. uit, welke tot de klass. en.ring van Arnhem behoort!
Tot in het jaar 1757 was deze gem. met V e l p vereenigd. In het
jaar 1759 , werd echter de eerste Leeraar , zijnde geweest Rodolfos
Gebabdüs Engelbebts, die in het jaar 1786 overleed, beroepen door den
Baron Lobbebt Adolf Tobgk , Heer van Rozendaal, en sedert dien tijd
tot nu to e, zijn altijd de Predikanten dezer plaats door den tijdelijken
Heer bezoldigd , die dan ook het regt van collatie heeft. Onder de
hier gestaan hebbende Predikanten verdient melding de zoetvloeijende
Dichter Reinjeb Pieter van de Kasteele, die er van September 1780.
tot Mei 1792 stond.
De 2 Evang. Luth., die er wonen, behooren tot de gem. van Arnhem.
— De R. K., die er ongeveer 40 in getal zijn , behooren tot de
«tat. van Velp-en-Rozendaal. — Men heeft in deze gem. eene school
welke gemiddeld door een getal van ruim 80 leerlingen bezocht wordt!
Deze gem. is een heerl., welke in de geschiedenis aanvankelijk als eene
lustplaats en jagtslot van de Geldersche Oppervorsten voorkomt. Het eerst
vinden wij er van gewag gemaakt in het jaar 1315 toen Reinald I ,
aal van Gelder, er zieh, onderscheidene malen , gedurendeeenige da-
gen ophield en maaltijden aanrigtte. In het jaar 1516 verpandde Kabel
van Egmond, Hertog van Gelder, zijn huis Rozendaal met alle de in-
komsten daarvan aan Gebbit van Scherpenzeel , genoemd Palick , zijnen
Drost van Veluwe, voor de sommen , welke deze besteden zou , tpt
het hersteilen van den nu geheel verwoesten en vervallen bürg, waarvan