rond te gaan ; ota den koopel en omhet gewclf der feerk zijn deze gangen
ook van builen aangebragt. Vroeger was bel de kerk van het Mun-
sler-klooster; zij werd in 1218 begonnen en reeds in 1224 dóor E n g e l -
b e r t ü s , Bisscbop van Keulen , aan de H. Maagd M a ría toegewijd. De
S t i c h l e r was G é r a r d U I , Graaf oart Gelder, die, op aanzock zijn er moe-
der R ic h a r d is van N a s s a u , de abdij Munster, van de Cistercienserorde,
voor adellijke dochlers stichtte» Deze R ic h a r d is werd de eerste abdis van
liel klooster, zij bestunrde liet tot in 1231 en werd aldaar begraven.
G é r a r d III stierf in 1229 en werd met zij ne vronw M a rg a r e th a , doch-
tdr van den Graaf van Gb l ic k , in bet midden der kerk , onder een
nog aanwezig steenen graftombe, waarop hun beider beeltenisscn in
steen zijn uitgehouwen , bijgezet , met bet volgende grafschriit :
Obiit anno millesimo ducentésimo nono , ipso die Beati Severi Epis-
copi Gerardos Comes Geinte et Zutphanice, qui cum Margaretha , uxore
su a, ad instantiam matris sitos Richardiae de ffassovia, primae hujus
loci abbatissiae, monaslerium fundavit anno millesimo ducentésimo décimo
octavo , ambo in hoc loco sepulti. (d. i. In het jaar twaalf honderd ne-
gen, op den dag van den II. Bisschop S e v e r d s , overleed G e b a r d , Graaf
van Gelder en Zutpben , die met M a rg a r e th a , zijne gemalin, op aan-
zoek van zijne moeder R ic h a r d is van N as sau , de eerste Abdis van deze
plaats, dit klooster gesticht beeft in het jaar twaalf bonderd aehttien ,
beide zijn te dezer plaatse begraven.) Links naast* dit monument is
R ic h a r d is va n N assau begraven , haar grafsteen scbijnt echter lang na
bare dood aldaar geplaat'st te zijn , daarop leest men:
JD. O. M. Memoria Illustrissimce ac reverendissimae domince R ic h a r d is
a N as so v ia , abbatissae, obiit 17 xbris 1231 , regiminis sexto , R. I: P .
(d. i . Ter eere van den Almagtigen God. Ter gedachtenis van de
zecr aanzienlijke e n eerwaardige Vrouwe R ic h a r d is van N assau , Abdis ,
overleden 17. December 1231., in het zesde jaar harer regering, dat
zij ruste in vrede.)
De kerkvloer is aanmerkelijk verhoogd, hier is zelf de bouworde
eenigerinategesehonden , men wil dat dit gescbied zij, omdat, bij grooten
slagregen , het regenwater van de straat, de kerk intiep ; het schijnt
dat die verandering in 1775 heeft plaats gehad, zoo als blijkt uit het
grafschrift van M a r ia J o z e ph a d e B r o ic h , eefi en dertigste Abdis des
kloosters, hetwelk dus luidt :
Mad. M a r ia J o s e , d e B r o ic h , cum cedes has novo lapide ornaret, liunc
sibi lapidem poni voluil, jío . 1775. o biit Ao. 1808 / 8 feb. Sepulta
in Herten, (d. i. Mevrouw M a r ia J oz e fh a d é B r o ic h wilde , toen zij
dit gebouw met nieuwe steenen versierde , dezen harén steen leggcn,
in het jaar 1773. Zij overleed in het jaar 1808, den 8 Februarij en
is te Herten begraven:)
Het Munster-klooster werd in 1797 gesupprimeerd en de kerk tevens
gcsloten. In 1803 is zij echter door J oannes E v a nge l ista Z a e p f b l , Bisschop
van Luik, weder pieglig geopend. Reeds in dien tijd waren
er lioogst noodzakelijke herstellingen aan de gebouwen te doen , doch
daar de kerkelijke inkomsten zcer gering zijn , had zij haar bestaan
cnkel te danken aan de bijdragen van godvmchtige personen en wel
bijzonderlijk aan de belanglooze zorg der Heeren Jhr. K a r e l S imó n d e
V lo d r o p en diens broeder J o z e f S imo n d e V lo d r o p ., die geen moeite
spaarden om het schoone gebonw voor den dreigenden ondergang te
behocden , deze waardige mannen bebben het inwendige der kerk in de
jaren 1844 en 1845, veelal uit eigene middelen , met naauwkenrige
bijbehouding der oude versieringen , doen herslellen. Toen W il l em II ,
Koning der ff ederlanden, in Junij 1841 , bij gclegenheid van hoogstdes-
zclfs inhuldiging , onder gcleide van Jhr. K a r e l S imo n d e V l o d r o p deze
oude kerk bezocht, en het graf van R ic h a r d is van N assau , die tot de
voorouders des Konings behoorde, met belangstelling beschouwde , be-
loofde Z. M., uit eigene beweging , een subsidie tot instandkouding van
hetpracktige gebouw, waarop dan ook, bij besluit van den 19 Maart 1842,
eene som van 4000 guld. aan de kerkfabrijk geschonken werd,
Het orgcl, dat in de kerk gevonden wordt , is afkomstig uit het Min-
derbroeders-klooster dezer stad. Het groote altaar, dat in 184 4 , bij
gelegenheid van de herstelling is weggeruimd , was uit het Pruissische dorp
Wald-Niel hier overgebragt; de schilderijen , die ten zelfde lijde verkocht
zijn , waren afkomstig uit het Begijnhof dezer stad. Den 24 Julij 1797
zijn de klokken , door het Fransche bestuur uit den kerktoren geno-
men. Thans zijn er nog slechts twee klokken aanwezig, vroeger waren
er zes. Deze abdij is door 51 abdissen geregeerd geweest. Behalve
de kerk dienen de gebouwen thans gedeeltelijk tot A r r e s t h u i s en
gcdeeltelijk tot Kazerne der Ka val l e r ie .
De P a r o c h i a l e k e r k , op de Markt, is een groot en schoon gebouw,
toegewijd aan den H. C h r i s t o f f e l , wiens koperen beeid, meer
dan levensgrootte, den koogen toren versierd. De kerkis van cen uit-
muntend orgel voorzien , en telt drie groote en veertien kleine altaren. De
tijd der slichting van het gebonw in onbekend. Er wordt wel is waär in een
onuitgegeven charter van 1279 gewag gemaakt van zekeren Meester D a n ie l ,
Pastoor der St. Christoffel-kerk te R o e em o n d , doch de liouworde duidt
niet op zulke hooge otidkeid , men zou daaruit veeleer afleiden , dat zij
uit de: tweede helft der vijftiende eeuw dagteekende. Het was oudtijds
eene Latijnsche kruis-kerk, waaraan later twee koren zijn bijgebouwd ;
aan de gewelven en aan de pilaren , die het gebonw ondersteunen , kan
men de bijgebouwde deelen dnidelijk herkennen. In den toren , die
75 Nederl. el hoog is , vindt men drie klokken. De schoone predik-
en biechtstoelen , die in deze kerk worden aangelroffen , zijn kunstigin
ijkenhont gesneden , zij zijn afkomstig uit het Minderbroeder-kloosler
dezer stad , zijnde , zoo men zegt, door een derMonniken uit het kloos-
ler met name V in c k en vervaardigd. Ook heeft men er eenige fraaije schilderijen
, waaronder bijzonder uitmiinten : de Hemelvaart Christi, door
T homas W il l e b r o r d t , genaamd B o sch a e r t , van Bergen-op-Zoom ; de
ffederdaling van den H. Geest, door J acob d e W it van Amsterdam ;
de Vier Evangelisten en de H. H. Petrus en Paulus , door J acob
van H e lm o n t , gehören te Antwerpen ; een Christus beeid, door R ubb ens ,
en eene H. Familie, door H e n d r ik L in s seh van R oerm o n d . Sedert
1659 was dit de Cathedrale kerk der Bisschoppen van R o e r m o n d ;
het groote of hooge altaar werd in 1651 daarin geplaatst. De toren is
in 1844 geddeltelijk en de kerk inwendig geheel vernieuwd.
Behalve deze had men er vroeger nog de H. G e e s t k e r k , op den
hoek der Munster- en H. Geeststraat, aan de H. H. P e t r u s , P aulos en
M a r t in u s toegewijd. Het was oudtijds slechts eene kapel , doch bij de
overbrenging van het kapittel uit Odilienberg, in 1381 , werd zij aan-
merkelijk vergroot. Bij de opkomst van het Bisdom , in 1559 , werd het
de Kathedrale kerk. Toen de Algemeene Staten in 1632 R oermo nd inhad-
den , naraen zij deze kerk in bezit, tot uiloefening van de Protestantsche
eeredienst; hierop vertrok-de Bisschop, den 29 September, met het kapittel
daaruit naar de parochiekerk van S t . C h r is t o f f e l , doch toen de Spaan-
schen , in 1638, de stad hernomen hadden , werd zij weder tot Kathedrale
kerk gebruikt. Dit duurde tot 1659 , als wanneer zij te gering