Het is eene lustplaats van den Sultan van Sumanap, waar hij zieh
nu en dan met de vischvangst komt vermaken.
PASSLUIS , sluis in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland, distr. Sluis ,
liggende in den dam tusscben de stad Sluis cn het Pas geheel in de
vestingwerken ingesloten. De sluis heeft vier kokers, ieder breed
2.40 eil.
Deze sluis werd gelegd bij het bedijken van bet Lapschuursche-gat
in 1757 en diende tot afwaterings- en inundatiesluis. (Zie het volg. art.)
PASSLUIS (WATER.ING-VAN-DE-), gemeenscbappelijke uitwatering
van onderscheidene Nederländsche- en Belgische-polders in Staats-Vlaanderen,
prov. Zeeland, arr. Middelburg, kant., distr. en gem. Sluis. De
Belgische-polders hebben achterwaarts op hun grondgebied aan-de oostzijde
van den Lapschuursche-gat-polder, nog een conservatiesluis, de Blaauwe-
sluis genaamd, en hebben wegens de siechte afwatering door het op-
slikken van het Zwin .reeds längs andere wegen , in Belgie zelve, uitwa-
ring gezöcht. De Nederlandsche-polders, die tot de watering behooren ,
Jiijn : Het W e s t e l i j kd e e l van B e wes t e r - E e d e - b e n o o r d e n
/ÄS8 bund,, Bewes t e r - E e d e - b ez u id e n c. a. 910 bund., de beide
Pa p e n - p o l d e r s 72 bund., de Robbem o r e e l - p o l d e r c. a.
155 bund., de P a s - p o l d e r 6 6 bund. 50 v. r., de Lapsc huur s che -
g a t - p o l d e r 72 bund., de M i dd elbu rgsc h e- p older 50 bund.,
te zamen 1583 bund. 50 v. r. Daar echter de afwatering bijna geheel ver-
landis, zoeken ook deze polders elders, zelf längs Belgie, een andere
waterlozing te vinden. Het bestuur is geregeld bij de achtste afdeeling
van het traetaal met Belgie van 20 Mei 1843 (Staalsblad 1844, N°. 1 1 )
en volgens die overeenkomst ingerigt, bestaande uit eenen Directeur
en een Lid uit Tiederland ; twee Leden uit Belgie en een Ontvanger-
Griffier, waartoe ook nog steeds een Nederlander gekozen is.
PASSOEMA , lands. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Sumatra.
Zie P asgkah.
PASSOEROEANG, resid., reg. en st. in Oost-lndie, op het Sundasche
eil. Java. Zie P assaroewahg.
PASSONGON , oud geb. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Banjoemaas, op den oostelijken over van del aai Pegara Anakan.
PASSUMAH of P assusa , lands. in Oost-lndie, op het Sundasehe eil.
Sumatra, aan de. Zuidweslkust, N. W. van Lampong en zieh tot Redjang
uitstrekkende.
Het Is uitgebreid en zeer' volkrijk, heeft vele bergen , doch ook
vruchtbare dalen, die zeer goed bebouwd worden. Vier Pangerans
voeren . er het b ewind,’ ondersteund door Onder-Regenten, die den
titel van Kalippah voeren.
PASUMAH-LEBAR o f P assumah- L e b a r , l a n d in Oost-lndie, o p b e t
Sundasche e i l . Java, r e s i d . Palembang, a d s . r e s . Bengkoelen, i n
e e n e v r u c h t b a r e v l a k t e .
Wanneermen zieh van de kust verwijdert, trekt men, in eene
noord-oostelijke rigting, over drie hooge bergketens, en bereikt na
drie dagreizen Passumah-oeloe-Manna. In de zelfde rigting nog drie
dagen voortreizende, komt men in het midden van Passumah-Lebar.
Van hier verheft zieh, evenwijdig met de westelijken bergen, eene
andere keten, welke met de eerstgemelde eene vlakte of vallei uitmaakt,
welke waarschijnlijk het geheele middengedeelte van het eiland, van het
Noordoosten naar het Zuidwesteh, beslaat. De temperatunr is hier matig,
en de groote hitle van den middag gaat in de nabijheid van het ge-
bergte in eene zeer dragclyke wärmte over, Bij Goenong-agang, het
eerste dorp, betwelk men na het vertrek van Passumah-oeloe-Manna
aantreft, is het klimaat zelfs zeer koud. Het luchtsgestel is veel aange-
namer en ook gezonder, dan längs de kust. Er zijn op deze hoogte
minder slilstaande wateren, de lucht is drooger en minder aan snelle
overgangen van droogte en regen, van koude en hitte onderhevig,
dan in de nabijheid der zee.
PASSUMAH-OELOE-MANNA of PASsuMAH-OEioB-MANiiA , d. in Oost-
lndie , op het Sundasche eil. Sumatra , resid. Palembang , ads, res.
Bengkoelen, land Passumah-Lebar, drie dagreizen van de kust.
PASSUMAH’S (DE), volkstam in Oost-lndie , op het Sundasche eil.
Sumatra.
Zij bewonen de landschappen P a s s u m a h , Se rampes , So enge
s t e n a n g en M o e s i e. |
PASTIKAN, d. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. J a v a , resid.
Kadoe, ads. res. Mägelang.
Ter dezer plaatse, viel in het laatst van Junij 182 8 , een hevig
gevecht voor, tusschen een gedeelte* van de mobile ■ colonne , onder
bevel van den Majoor v a s G akzeh , en eene bende muitelingen ,
ongeveer 800 man sterk , welke laatste , echter spoedig werden terug-
geslagen.
PASTOORSSCHUTSLUIS eigenlijkVEENE-scHUTsiuis, sluis, prov. Dren-
the , in de Smilder- of Drentsche-lioofdvaart, j u. ten N. 0 . van Die-
ver, zijnde de bovenstö sluis in gemelde vaart en dienende om alle de
kanalen en de boven gelegen veenderijen op peil te houden.
PAS-VAN-BAGUALA, landengte in Oost-lndie, op het Moluksche
eil. Amboina. Zie B aguela.
PASVEER, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Wgm-
britseradeel, arr., kant. en u. N. W. van Sneek, niet ver van Loinga ,
waartoe het behoort.
PASWATER (HET), naam , welken men gemeenlijk geeft aan de
haven der stad Sluis van Staats-Vlaanderen , prov. Zeeland, distr.
Sluis, loopende van de Pas-sluis, tusschen den hoofdwal en de beide
Passen tot het veer op Kadzand, ter lengte van omtrent J u. Het
Maria-poldertje is daarin opgewassen.
PATACHAN, d. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. res. Pagelahg.
PATAMACA (DE), riv. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname.
Den 15 Junij 1773 nam de Luitenant L eppeb , vernomen hebbende,
dat de muitelingen in de nabijheid van deze rivier een vast standpunt
hadden gekozen, het besluit,' om met een gedeelte der manschappen
van eenen post aan die rivier, door de bosschen te dringen, en die
sluipnegers aan te tasten. Deze hielden echter bestendig spionnen op
de been , en van den aantogt van L e p p e b onderrigt, trokken zij hem
zijdelings te gemoet. Bij een moeras, hetwelk de Europeanen moes-
ten doorwaden, legden zij zieh in eene hinderlaag. Zoodra de Soldaten
zieh in het moeras bevonden , sprongen de boschnegers te voor-
schijn en doodden de krijgslieden, die volstrekt niet in de mogelijk-
heid waren, om zieh te verdedigen, nadat zij eenmaal hunne geweren
hadden afgeschoten. De ongelukkige Luitenant viel het eerst. Alle
zijne manschappen sneuvelden, met uitzondering van eenige weinigen ,
die gevangen werden genomen, en later onder de vreeselijksle folte-
ringen moesten sterven.
PATANI , d. in Oost-lndie, op het Moluksche eil Gilolo, aan de-
Oostkust.