Let geluid mecbbaar sterker en dreunender dan dat van de stem de»
sprekers zelve , en in welk van de beide punten men het Koort heeft
daaromtrent weinig verschil plants. Deze echo vindt men reeds vermeld
in H oovts Treurspel: Gerard van Velten, dat in bet jaar 1613 bet
licht zag, zoodat zij reeds ruim twee honderd derlig jaren bebend is.
De voorm. buit. R ustriak beslaat eene oppervlakte van 6 bund. 3 3 v. r.
8 0 v . ell., e n wordt tbans in eigendom bezeten door den Heer E gbert
J ean K o c h , woonacbtig te Amsterdam (1 ) .
RUSTVELD , verl. suiberplant. in Nederlands-Guiana , bol. Suriname,
aan de Boven-Commcwijnc, ter linkerzijdc in het afvaren , palende
bovenwaarts aan de suiberplant. Berkshoven , benedenwaarts aan
de verl. suikerplant. Groenendal ; 316 akk. groot. De Negers noc-
men baar G ro o t f er t ie ,
RUSTWAT, naara, van eene voorroalige herberg, tbans boerderij ,
onder welken het geb. K ortv e en , in bet markgr. van Bergen-op-Zoom ,
prov, Noord-Braband, meestal bekend is , en zelfs op kaarten voor-
komt. Zie K ortveen.
RÜST W UK , vroeger genaamd d e s H oohaard , buit. in Rijnland,
arr. ’s Gravenhage, bant. Voorburg, gem. Slompwijk-Wilsveeu-Leyd-
schendam-Zuidzijde-en-Tedingerbroek, aan den rijweg en trckvaart van
’s Gravenhage op Leyden.
Deze buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden , eene oppervlabte
van 2 bund. 73 v. r. 60 v. ell.
RUTAN, W ay- R btam , riv. in Oost-Indie, resid. Ambon , op het
Moluksche eil. Amboina.
RUTBEEK , buurs. in Twenthe, prov. Overijssel. ■ Zie R ietbek e .
RUTEN (DE), geh. in l'ivelgo, prov. Groningen, arr. en ruim
2 | u. 0 . van Groningen , bant, en omstreebs 1 u. N. 0 . van Hooge-
zand, gem. en £ u. W. N. W. van Slochleren ; met 8 h. en 40 inw.
RUTEN-AA (DE) , riv., prov. Drenthe. Zie A a (R uiten- ) .
RUTENBROEK, moeras in Westerwolde, prov. Groningen, Zie
R bitenbroee .
RÜTSELBOSC1I (IIET) , bosch in het graafs. Strijen , prov. Noord-
Braband, gem. Ooslerhout. — Het maakte een gedeclte van het Bosch-
v an -S t rij e n uit.
RUTTHEM, d. op het eil. Waleheren, prov. Zeeland. Zie R it t h eh .
RUUGE-KLUFT (DE), gedeelte van bet d. Ruinerwold, prov.
Drenthe. Zie R üige- kldft (D e) .
RUURDZIJL (DE), sluis, prov. Friesland, bw. Weslergoo, griet.
Wonseradcel, 3 min. N. van Hartwert.
RUURLO, gem. in het graafs, Zutphen, prov. Gelderland, arr.
Zutphen , bant. Lochern, (3 k. d., 9 m. k., 4 s. d.) j palende N. aan
Locbem , 0 , aan Borculo , Z. aan Zelhem , W.. aan Hengelo-en-Vorden.
Deze gem. beval het d. Ru u r l o , benevens de geh. Brouwe rs -
hoeb , Gar v e l i n k h o e k , Br inkma nshoek , L e u s i n k b r i n k ,
Ni e uwe n h u i s h o e k , VVi s s inkhoek, den Br u i l , Wi n k e l s -
h o e k , d eHa a r , hetZi eu w e n t , d e V e l d h o e k , Form e rhoe ke n
E v er we n n i n kshoek. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene opper-
vlakle van 6301 bund. 37 v. r. 71 v. ell., waaronder 6162 bund.
34 v. r. 2 v. ell. belastbaar land. Men telt er 386 li., bewoond
door 463 huisgez., uitmakende eene bevolking van 2630 inw., die meest
(1) D ita rt, kan ter y erbe ter ¡r g dienen ran het gezegde omirent dien echo op ons a rt. H o f r u s t ,
welk buit. 6 bund. 18 v. r . 75 y, ell. groot is ; o f w el, met inhegrip ran O v e r b o s e h en daar-
aau rerbonden weiUnd 27 bund. 6 y , r . 51 v* ell
in den landbouw hun bestaan vinden, wordende er alleen eenige han-
del in hout en spek gedreven. Men heeft er ook drie grofsmederijen,
eenen windkorenmolcn en eene eendenkooi. In 1839- was hier mede
eene calicotsfabrijk opgerigt, doch deze is in het jaar 1843 weder te
niet gegaan.
De Herv., die er ruim 1930 in getal zijn , onder welke ongeveer900 Le-
dematen , makcn eene gem. uit, welke tot deklass. en ring van Zutphen
behoort. De eerste , die in deze gem. het leeraararabt heeft waarge-
nomen , is geweest J o h ahses W ig e u b s , die in het jaar 1398 herwaarts
bwam, en in het jaar 1602 naar Groenlo vertrok. Het beroep ge-
schiedt door den kerkeraad , doch de Heer heeft het regt om bij de
beroeping tegenwoordig le zijn.
De R. K., die er ruim 690 in getal zijn , behooren gedeeltelijk tot
de stat. van Ruurlo, gedeeltelijk tot de stat. van het Zieuwent. —
De 3 Isr., die er wonen , behooren tot de bijkerk van Lochern.
Men beeft in deze gem. twee scholen , als ééne te Ruur lo en ééne
in den Ye l d h o e k , welke gezamenlijk door een gemiddeld getal van
2 1 0 leerlingen bezocht worden.
Het d. R o o r l o , R c e r lo , R u ir lo , R o e r lo , R o e d e r io of R o d e b io Iigt
4 u. Z. W. van Zutphen, 2 u. Z. van Lachem, aan den straatweg
van Zutphen naar de Pruissische grenzen. — Men telt er in de kom
van het d. 33 h. en ongeveer 420 inw.
De naamsoorsprong van dit d . heeft aanleiding gegeven tot velerlei
gissingen. Er zijn er die den naam willen doen afstammen van de me«
nigvuldige bosschen , welke in vroegere dagen , de omstreken van R uu rlo
overdekt moeten hebben. Yolgens hen zoude R o d er l o moeten worden
afgeleid, van het woord roden (uitroeijen) en R uu rlo alzoo eene plaats
aanduiden , alwaar men den grond van boomen en struiken gezuiverd
en tot akkerland ingerigt had. Anderen zoeken de naamsafleiding in
Rode, Reude, dat, volgens K il ia a h eenen hond beteekent, en zulks ,
omdat het wapen van R uu rlo in eenen windhond van sabel op een
zilver veld bestaat. Meer aannemelijk echter komt ons het gevoelen
voor van den beroemden Nederlandschen Dichter en Oudheidkenner ,
Mr. A n io s i C h r is t ia a n W isa k d S tar i s g van d e s W il d e n b o r c r , die Ruer
of Ruur de eerste lettergrecp van R uer lo afleidt van ree, roo,
reeuw , in het oud Fränkisch hreo, lireu, in het Angelsaxisch reeuw
en in het Deensch hrä (een lijk), en van lo , een uilgang, welke
men in de namen van vele plaatsen in ons vaderland terug vindt, en
welke volgens velen , eene hooge plaats aanduidt, als wanneer R uu rlo ,
eene hoog gelegene, ter begraafplaats bestemde p la a ts, zoude beteeke-
nen ; èen gevoelen , dat onmiskenbaar wordt aangedrongen door de
zekerheid, welke men voor weinige jaren bekomen heeft, dal de Germanen
, in dezèn omtrek, grafheuvelen hebben opgeworpen. Nog worden
immers op het huis te R u u rlo , aarden potten bewaard, welke
uit den zoogenaamdcn Katlenbelt (Kattenheuvel), aan den Zutphenschen
straatweg , op ongeveer een kwartier uur afslands vän R uu rlo , zijn
opgcgraven , welke kruiken rnet asch of overblijlsels van beenderen
waren opgevuld.
De Herv. kerk stond , vóór de Reformatie, ter begeving van het
kapittel van Zutphen , en als O t to , Pastoor van Lochern, in 1327 ,
beweerde , dat bij en zijne nazaten tot dat begeven geregligd waren, is
zijn onregtmalige eisch door de vertoogen van het kapittel geheel in
het licht gesteld en hij , om zijne rockelooshcid, door den Regler , in
eene zware boete geslagen. In deze kerk waren twee vikarijen gestiebt,