P E I .
De inw., welke , op weinig na, allen Herv. zyn , onder welke 400 Le*
dem a ten, maken eene gen]. uit, welke tot de klass. en ring van Assen
behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waarge-
nomen, isgeweest W illem H emminge , die , hier Roomsch Priester zijnde,
tot de Hervorming overging en ten laatste in 1601 als Predikant toe-
gelaten, in 1606 overleed.
De weinige R. K., welke men er aantreft, worden tot de stat. van
Assen gerekend. — De enkele Isr., welke er woont, bekoort tot de
ringkerk van Assen.
Men heeft in deze gem. eene hoofdschool, welke gemiddeld door een petal
van 160 leerlingen bezocht wordt.
Het d. P e iz b , P e is e , of P eyse , ligt 4 u. N. len W. van Assen,
2 u .Z . Z. W. van Groningen, bij het Peizer-diep, dat hier, immers
by hoog water, bevaarbaar is en het dorp met de wateren en de wcekmarkt
van Groningen gemeenschap doet hebben. Het is vooral in den zoraer
een aangenaam dorp, in welks kom men 1170 inw. telt. Oudtijds
heette het P edeze en bij verkorting P edze , onder welken naam het in
de geschiedenis van Groningen verraaard is. In vele oude stukken
van de twaalfde ecuw komt het voor onder den naam van P edeze
P e d z e , P ezie , P eisge , P e sg e , P edge. Men vindt in de geschiedenis
melding van twee broeders van P eisge , namelijk Menso en R ddolf
die kmderen geweest zijn van L amber t , broeder van H erbertos den
zes en twintigste Bisschop van Utrecht.
De kerk is een eenvoudig , langwerpig vierkant gebouw, met eenen
daarvöar staanden , kleinen , spitsen toren , doch zonder orgel. Zij is in
het jaar 1824 vernieuwd en vergroot en ligt zeer schilderachtig in
hooge eiken verscholen.
Men had hier eene oude havez., het Hui.ss-’t e - P e i z e geheelfcn.
P eize is de geboortepl. van A rnoldbs L anth van P e iz e , den twee en,
dertigsten Abt van Aduard , aan wien in 1661 deze waardigheid werd op-
gedragen en die den 5 Junij 1676 overleed.
Het wapen dezer gem.. bestaat uit een honpebel
PEIZE (HET HUIS-TE-), het H o, s- te- P e iz e , oI het H üis- te - P eyze ,
oudtijds HET S lot -van- P edeze genoemd^iiavez. in het dingspil Noordenveld,
prov. Drenthe, arr., judic. en adm. kant. en 4 u. N. W.
van Assen, gem. en midden in het d. Peize.
Het was vroeger een sterk kasteel, Wiens bezitters , de Ridders van
P ed e z e , in den tweespalt tusschen de Groningsche geslachten der G roe-
henbbrgen en G elkingen, de zijde der eerste hielden, waarom het
s lo t, ofscboon in het jaar 1228 nog aanmerkelijk door die van Utrecht
versterkt zijnde, in het jaar 1261, door de G eleingen werd ovcr-
weldigd en afgebroken , terwijl zij zelfs A dolf , Ridder van P edeze
gevankelijk wegvoerden. Dit slot, daarna weder opgebouwd zijnde’
werd in het laatst der vorige eeuw bezeten door den Heer J ostos
B arthold Baron de K öninck , Heer van Peize en Mensinga, overleden
in 1771. Later is die havez. afgebroken en de bij behoorende laude-
rijen bij stukken aan verschillende personen verkocht.
PEIZERDIEP (HET), water in het dingspil Noordenveld, prov.
Drenthe, dat in eene noord-noordoostelijke rigting , hooger uit Drenthe
afkomende , längs Peize naar het Aduarderdiep loopt en dan door
het Aduarderzijl in het Reitdiep en zoo naar zee. Het loopt door
de vaart van Groningen naar Stroobos en veroorzaakt aldaar des winters
overstroomingen. Ter plaatse waar het het Eclder-diep opneemt,
ontvangt het den naam van K onings-d ie p ,
P E K.
PEIZERHORST, geh. in het dingspil Noordenveld, prov. Drenthe,
err., judic. en adm. kant. en 4 u .N .ten W. v an ^ sse» , gem. en i u.
O. van Peize; met 7 h. en 60 inw.
PE1ZERMADE, läge gronden in de gem. Peize, in het dingspil
Noordenveld, prov. Drenthe, waar men ook baggelderijen aantreft.
PEIZERWOLD, geh. in het dingspil Noordenveld, prov. Drenthe,
arr., judic. en adm. kant. en 4£ u. N. len W. van Assen, gem. en
i u. ten N. van Peize; met 10 h. en ruim 80 inw. j>
PEKAE (DE) of W a y - P e k a e , riv. in Öost-Indie , op het Ambonsche ei'l-
Bomeo aan da Oostkust, welke zieh, met eenen oostelijken loop, in
zee uitstort. .
PEKALONGANG, P ekalongan, P akkalongang of P akalongan, resid. in
Oost-Indie, op het Sundasche eil. Ja va ; palende N. aan de Zee-van-
Java, O. aan de resid. Samarang, waarvan het door de Koctoe gesebei-
den wordt, Z. G. aan Baglen, Z. aan het gebergte van Banjoemas ,
W. aan de Oeloe-Djamie , die het van de resid. Tagal scheidt.
Deze resid. wordt verdeeld in de twee regents. P e k a lo n g a n g en
B a ta n g , en deze weder ieder in zes distrikten.
Het is een onregelmatig vierkant vlak , dat aan de Noordkust, oost-
waarts smal eindigt; hare vlakke inhoud bedraagt 29 kwadraat mijlen.
Zij strekt zieh van 6 ° 62’ tot 7° 187 N. B. en van 127° T tot 127° 48
O. L. uit. De luchtgesteldheid is in deze resid. zeer züiver en ge-
zond, uitgenomen slechts in eenige, nabij de zee gelegene, moerassige
streken , welker uitwasemingen voor de gezondheid zeer nadeelig zijn.
In de vlakten van P ekalongang is de wärmte nagenoeg .overal gelijk ,
en Staat de thermometer van F a h r en h e it , in de open lucht, des middags
op 85° tot 84° en is des morgens en ’s avonds op 74° tot 76° gedaald.
Daar deze streken niet overal even rijkelijk van water voorzien zijn ,
hcerscht natuurlijk, ook niet overal de zelfde vruchtbaarheid. Het
hooge land van Batang en vele zuidelijke bergstreken liggen grooten-
deels woest, terwijl de vetsle gionden er echter tot koffijteelt gebezigd
worden. De rijstlanden in het lagere gedeelte van P ekalongang worden
enkel door het zweiten der bergstroomen in den regentijd bevochtigd,
zoodat de padie aldaar niet het geheele jaar door kan worden geplant.
De voornaamste bosschen worden in de districlen W o n o so b o en Ban -
dar , alsmede in het reg. B a ta n g aangetroffen. De voornaamste zijn :
G r o ed o , T a n a l o o n , H e g e r , A g e n g , L o lo n g en P a d a t a ,
welke soeren-, poeloe-, sempoe- en waroehout opleveren. Voorts de
bosschen O ed jo o n g -N e g o r o , W in o n g , B o ek o o r , B a n jo e -P o e t ie
P a t j e lo n g a n , S o e b a , S e g o n en T r a g 'o n g , welke djatiehout ge-
ven. De bosschen S e d ja t ie en K a n d em a n , zijn rijk in waroe-, ringas
en soerenhout.
Het gebied van P ekalongang , onderscheidt zieh door geen hoog gebergte.
De G o en o n g - P r a h o e , is slechts voor een gedeelte in deze
residentie gelegen. Onder de lagere bergtoppen, in het zuidelijke gedeelte
van het gewest, munten de R o g o -J am b a n g a n > en de
G r o ed o , uit. Deze bergen zijn echter niet zeer hoog en daarover
loopen voetpaden , waardoor de gemeenschap met Banjoemaas onder-
houden wordt. Voorts heeft men er’nog de S o en d o r o en het gebergte
D jin g . In dit gebergte ontmoet men grootere en kleinere
kommen of meertjes, ook heete bronnen, waarvan het water meer of
minder met zwavel bezwangerd en ten deele witachtig van kleur is.
Ook bestaat op enkele plaatsen , de bodem uit heeten zwavelmodder,
slechts met eene dünne korst bedekt.
IX. D eel. S