PABOERANG , bosch in Oost-lndie, op bet Sundasche eil. J a va ,
resid. Tagal.
PACEM', lands. in Oost-IndiS, op het Sundasehe eil. Sumatra, rijk
Atjieh. — Hier wordt tegen opium en Europesche waren , veel peper ,
zout, dammer enz, uitgevoerd.
PACEM,. d. in Oost-lndie, op het Sundas'che eil. Sumatra, rijk
A tjie h , lands. Paeem, 40 u. Zv 0 . van de stad Atjieh.
PADADAT, oud d. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. J a v a ,
resid. Kranang, lands. Paroeka-Moetjang.
PADAHAN, distr. in Oost-lndie, op bet Sundasche eil. Java. Zie
P andaha.i i .
PADAKASSAM, st. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Madura.
PADA-KATTIE, distr. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Preanger-Regentsehappen, reg. Tjanjor.
PADAN, d. in Oost-lndie, op het Sundasehe eil. J a va , resid.
ßjoejokarta.
PADANG, Nederlandsche bezitting in Oost-lndie, op het Sundasche
eil. Sumatra, aan de Westkust van. dat eil., welke yroeger in de
Pa d a n g s e h e B o v e n l a n d e n , de Zu id el i jk e A f d e e l i n g en
de No ord el i jk e Af d e e l i n g onderscheiden werd. Thans is zij. ver-
deeld in de resid. Pa d a n g , Pa d a n g s c h e - B o v e n l a nd e n , Äyer-
Ba n g i e s en Bengkoel en.
Uit deze bezitting wordt koffij, peper, kamfer, benzoin en goud
uitgevoerd. De koffijteelt is er baren oorsprong verschuldigd aan dein,
vriien handel, in 1817 door het Nederlandsch Gouvernement inge-
voerd , en waarbij alle belastingen zoo geregeid zijn, dat deze bezitting
veel meer opbrengt dan bare administratie kost. In 1821 hebben
de afstammelingen van het oude vorstelijk geslacbt van Menangkabau
de bescherming der Nederlanders, tegen eenige dweepers vah de.seete
der Wachabiten, ingeroepen. In 1823 is het wettig gezag hersteld,
en Hevens het Nederlands grondgebied aanzienlijk uitgebreid en met
eene provincie, onder den naam van het Me n a n g k a b a u s c h e - d i s -
t r i k t , vermeerderd.
PADANG, resid. in Oost-lndie, op het Sundasehe eil. Sumatra,
gouv. Sumatra,'s- Westkust.
Het maakte eerst een gedeelte van de resid. Sumatra''s- Westkust
ui t , maar is in 1838 tot eene residentie verheven. Zij bevat de stad
Pa dang, , met eenen kleinen omtrek.
Er wordt in deze resid. gambier, koffij en peper gebouwd. Men
drijft met de eilandjes , nabij de Westkust-van-Sumatra, met Atjieh,
Poeloe-Pinang, Singapore, de vaste kust van Indie en met Mauritius
handel in kassia , stofgoud , benzoin, kamfer, scbildpad, tripang,
vogelnestjes , was en ol ieterwi ji l er nu ook regtstreeksche seheep-
vaart naar het Moederland bestaat.
PADANG,, st. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Sumatra, gouv.
Sumatra's-Westkust, resid. Padang, niet ver van de plaats , waar de
Padang in de Indisehe-Zee uitloopt. Vroeger rnoet zij echter digter
aan het Strand der zee gelegen hebben , want benoorden deze stad
ziet men een plein, dat in vroegere tijden klaarblijkelijk eene baai
geweest is , daar men thans, op twee honderd eilen van den oever,
nog de sporen van een afhellend Strand ontdekt.
Zij is sedert het jaar 1666 de boofdstad van Sumatra’s-Westkust,,
en was desniettegenstaande, in. het jaar 182 4 , met betrekking tot
de woningen , bouworde en zindelijkbeid , het onaanzienlijkste en
onaeregeldste plaatsje, door Europeanen bewoönd, dat in Indie be-
S fzoodatergeendrie g o e d e huizen gevonden werden. De wonmgen
waren hoog uit den grond gebouwd, en meestal te S zamen gesteld uit en fpoedig beut; daaraan was f fi tUsteenen en
kalk bestced, en zij waren met zeer siechte verw geschilderd, ja met
zelden slechts met kalkwater, waarin een geel of ^laauw
overstreken , en bedekt met morsige atapdaken, die , zoo wcl in ui-
terliik aanzien als in deugdelijkheid, ver te kort schoten bij onze
Nederlandsche boeren rietendaken. Deze afzigtelyke daken waren i
het algemeen zoo ver naar beneden verlengd en overdekten de I m »
zoo geheel en a l , dat bet onderste gedeelte van het dak veeltijds
nederdaalde tot op drie of vier voet boven den vlaerdcrkamers
naauweliiks even boven de vensterbanken , waardoor zoo als bgteüjk
k na te gaan , de meeste huizen van binnen zeer donker vochtig
en weinig luchtig waren, latende bijkans geen uitzigt naar buiteu toe.
Tot S t 2 n of piiaren vln het huis gebruikte men met zelden den
kokosboom, welke men, uithoofde van zijne spoedige vergankelyk-
S T n porensen aard, op’ Java nimmer, zelfsniet in ^ . « s t ^ g
van honten woningen , tot bouwen bezigt. Men wil echter,^dat
snoedige vergankelijkheid te P adang in den kokosboom met wordt op
gemerkt, wfnneer men boomen üitkiest, die reeds tot eenen hoogen ou-
lerdom gekomen zijn. De wijze, waarop de gronden of erven meestal
waren üitgelegd, was geheel overeenkomstig met de ovengo bouworde
der huizen , zoo dat ieder, die P adang voor de eerste maal aan-
scbouwde, en onkundig was hoo lang deze bezitUug reeds » » ¿ n d e n
van Europeanen geweest was, m den waan gebragt we.d dat het
Europeesch gezag slechts kortelijk, m dit gedeelte van Sumatra, gc-
VeSH^t Gou v e r neme n t s - g e v a n g e n bn i s was zoo weinig gesclnkt,
om er gegangenen in te houden, dat men verpligt was de imsdadi-
gers tot meerdere verzekering , gedurende den nacht, blokken aan
het been te sluiten , en ze bovendien onder de bewaking van een paar
politiedienaars te stellen. . .
V De Pa s s e r -Ge d a n g of G r o o t e - m a r k t p l a a t s ^ w a a r de meest
gegoede en rijkste Inlanders en Maleische kooplieden woonden onder
welke menschen waren , die bij de Europeanen een krediet hadden van
bonderd duizend ropijen , was eene verzamelmg van digt op elkand
staande, bouwvallige huizen, meestal op klipsteenen opgetrokken , met
zeer kleine vensterramen of liever luchtgaten , die eerder zouden voe-
gen voor gevangenhuizen, dan voor woningen van vrije lieden. Henige
woningen te P adang waren geheel nit bamboes zainengesteld, m het rnaken
van welke woningen de Inlander zeer veel bekwaambeid en smaak aan
den dag legde. Bij het lang bewonen, en voornamelyk by het veroude-
ren van zoodanig bamboezen huis , ondervond men echter zeer veel last en
ongemak van insekten en bijzonder van ratten en muizen.
De bruggen en wegen waren zeer ouregelmatig en siecht onderbou-
den : op de meeste plaatsen hadden zij geene genoegzame doorspeling
van wind, en schcnen niets anders te zyn , dan paden door hooge
nipa- en allang-allangvelden. ! .
Sedert deze stad echter, in 1 8 3 8 , de zelel van den «vielen en
militairen Gouverneur, van den Resident en van andere Ambtena-
ren geworden is, is het eene aangename stad , waar welgebouwde
huizen zijn. Voorls is P adang nog de zelel van den Raad van Justitie,