Men lieeft er eene school, welke gemiddeld door ecii getal van 40 leer-
lingen bezecht wordt. — De kermis valt in den tweeden Zondag in
A u gU S tU S . | „ o n n
Akelig was bet op dit dorp gesteld, bij den watervloed van Januarij 180».
Het water klom er tot oratrent vijftien duim hooger dan in bet jaar 1784 ,
waardoor de omstandigheden op dit kleine dorp allertreurigst werden ,
zoodat de bergplaatsen van het vee alle diep onder water geraakten en
sommigen het in eene veerpont moesten bergen , om tijdelijk de uit-
komst af te wachten. De storm van 50 en 51 Januarij voltoöide de
ramp van deze plaats geheel. Zestien menschen verloren daarbij deerlijk
het leven, acht bnizen en drie schüren werden verbrijzeld en nog acht-
tien andere zwaar beschadigd; terwijl een aantal van negen paarden,
acht en dertig rnnderen , zes en vijftig scbapen en drie varkens in den
vloed omkwamen. De loeijende stormwind, het menigvuldige en zware
jjs j Je drijvende stroodaken van vermeide huizen, dit alles maakte
het onmogeUjk de om hulp roepende menschen te kunnen naderen o£
bijstand te bieden , hoewel zulks des nachts ten twee ure werd be-
proefd door de manschap eener schietschouw , welke naar deze plaats
was opgezonden, doch vruchteloos. In eene der hutten, welke het
sterkste scheen te zijn , hadden veertien personen , zoo de eigenaars
zelven als anderen , hunne toevlugt genomen. Men bemerkte echter,
dat dit huis in even groot gevaar was, waarom de boven gemelde
schuilevoerders des nachts ten elf ure, zieh naar dit huis begaven ,
om de menschen die er zieh in bevonden , gelegenheid te geven , om
het te verlaten, doch deze lieden stelden ongelukkig hun vertrou-
wen op eene schuit, welke bij het huis lag, en waren diis niet te
bewegen , om hun verblijf te verlaten; deze schuit geraakte echter
later los en dreef weg. Het huis stortte des nachts iü , en deze ramp-
zaligen vonden allen hun einde in de golven. Een eveh ohgelükkig
lot trof eene vrouw met een kind, die volstrekt haar huis niet wilde
verlaten , hoezeer zij daartoe tijdig was aangemaand en haar oude va-
der en broeder zulks reeüs gedaan hadden, zoodat zij döor den val
van het huis, met het kind, in den vloed bedolven werd.
RENOY (SLOT-VAN-), voorm. slot in het ambt van Bcest-en‘
Renoy, prov. Gelderland, arr., distr. en 5 u. W. van Tiel, kant. eri
2 u. ten Z. van Culenborg, gem. en § u. W. van Beest, in het d.
Renoy, aan de Linge.
R einald I , Graaf van Gelder, stelde m 1 2 8 7 , J oban van H erv e
tot Erfkastelein van het S lot- van- R enoy , op eene bezoldiging van
3 0 ponden (180 guld.) ’sjaars, mits het ten zijnen koste, met tien
gewapenden bewarende.
In het begin der zestiende eeuw, een geschil ontstaan zijn de, tus-
sehen F il ip s , Aartshertog van Oostenrijli, en K aree van E gbond, Her-
tog van Gelder, over Beest en R en o y , werd F kedebik van B a d e n , de
zes en vijftigste Bisschop van Utrecht, tot sebeidsman gekozen, die
het S lot van R enoy te bewaren kreeg. Menigmalen maande Hij de geschil
hebbende partijen aan , om hetkrijgsvolk, dat er in bezettiiig lag,
hunne soldij en hem zijne verschoten penningen te betalen , tot dat ein-
delijk Coe se l is van Z evenbebgen , Stadhouder van GraVe (onder ooglui-
king, naar men g is t, van den Aartshertog, en op aanhitsing van die
van 's Hertogenbosch, welke uit dit kasteel dikwijls waren bespron-
gen) het K asteel van R enoy bemagtigd en bezet heeft gehouden.
Ter plaatse, waar het gestaan heeft, ziet men thans bouwland. De
daartoe behoord hebbende gronden, heslaande, eene oppervlakle van
#
41 v. r., worden thans in eigendom bezelen door den Heer N i c o l a a s
van L i t h , woonachlig te Renoy.
RENSEL (DE) of de R en z e l , riv. in het Oldambt, prov. Groningen,
welke van Winscboten naar de Pekelder-Aa loopt, en zieh aldaar ont-
last bij het Duikerverlaat, welke Pekelder-Aa zieh vervolgens bij de
Bult vereenigt met de Westerwoldsche-Aa, verder naar de Langeakker-
of Nieuwe-schans loopt en zieh door de Staten-zijl in den Dollart ontlast.
Naar deze rivier leidt het S ch u it endi e p ook door een kanaal, het-
welk bij Westerbroek niet verre van Groningen beginnende, van daar
oostwaarts gegrafven is , längs Hoogezand en Sappemeer tot bij Win-
schotcn, waar het in de R ensel loopt. Men is eenige jareu bezig ge-
weest met dat kanaal te graven, lot dat het eindelijk den 1 September
1656 geheel voltooid werd. Hierdoor heeft men eene bekwame
trekvaart, om van Groningen naar Winschoten, en van daar naar de
Langeakker of Nieuwe-schans te komen en dan verder naar Oost-Fries-
land te reizen. rfr f y # .
RENSELERBERG, kleine henvel op de Over-Veluwe, prov. Gelderland,
gem. en J u. Z. W. van P utten , waar de geerfden, in
de maalschap onder Putten , jaarlijks door twee Veldgraven omtrent
Martini werden bijeen geroepen. Uithoofde deze maalschappen , in vele
huishoudelijke zaken belang hadden, werden die vergaderingen som-
tijds bijgewoond, zoo al niet door geerfden uit Nijkerk , dan altbans
door hunne Veldgraven , en werd er nu en dan, met onderlinge over-
eenstemming , een besluit genomen. Op' dezen R enselerberg werd ook
den Bisschoppen , ter gelegenheid van de omgangen , welke zij op vast-
gest,elde tijden deden, eene schatting of opbrengst, uit de kerkelijke goe-
deren , betaald.
RENSGARS (HET), b. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. en 4 u. N. van Alkmaar, kant. Schagen, gem. Scha-
gen-en-Burgerhorn , met 6 h. en 30 inw.
RENSUMA of R enzema , h. in Humingo, prov. Groningen, arr. en
3 j u. N. W. van Appingedam , kant. en 3 u. N. O. van Onderden-
dam, gem. en £ u. N. van IJiihuizermeeden, waaronder het behoort.
Dit h. besloeg, in het jaar 1 8 2 8 , tijdens de kadastrale meting,
met de daartoe behoorende gronden , bestaande in uitgestrekte bouw-
en weilanden, eene oppervlakte van 168 bund. 84 v. r. 2 0 v. eil.,
doch deze landerijen aan de zee gelegen, hebben sedert dien tijd
eene aanslibbing van eenige bund, goed land aangewonnen, en worden
thans in eigendom bezeten door Jankheer Mr. Oncko van S w in d e -
ben , Staatsraad, Lid van de eerste Kamer der Staten-Generaal, woon-
achtig te Groningen , die , in December 1829, deze bezitting heeft aan-
gekocht uit de nalatenschap van wijlen den Heer Onno T ambinga , Baron
van A lbebda van R ensüma. Bij deze plaats , en wel op de Wester-
heerd, ligt eene eendenkeoi, welke reeds op de oude kaarten dier prov.
is aangeteekend.
RENSWOUDE , gem. in Eemland, prov. Utrecht, arr. Amersfoort,
kant. Rhenen; (6 k. d., 7 m. k., 5 s. d.); palende N. W. aan de
Geldersche gem. Scherpenzeel, N. en O. aan de Geldersche gem. ßar-
neveld , Z. aan de gem. Veenendaal, Z. W. aan Amerongen, W.
aan Woudenberg.
Deze gem. bevat het d. R e n swo u d e , benevens de geh. Emmi k -
h u i z e n , de Me Im en het Monnike nh o f .
Zij beslaat volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1831 bund.
78 v. r. 84 v. eil. alles belastbaar land; men telt er 144 h., bewoond door