ingezegend. In den oostmuur is eene bij uitstek fraaije kast gewerkt I iß
welke de perkamenten wetrollen staan. De rnans-zitplaatsen zijn in
de benedenkerk , die der vrouwen op eene ruime en Richtige gaanderij ,
welke de noord-, west- en zuidzijde van het lokaal beslaat, en waar-
voor een met sraaak gebeeldhouwd traliewerk prijkt. Hoven het dak
steckt een toren ui t , die van een slaand- en wijzend uurwerk is voor-
zien. Het kolossale ijzeren hek in de Boompjes dagteekent van 1768.
Aan de plaats achter de kerk Staat nog eene tweede Synagoge. Ook
is daar deA r m e n s c h o d l , het Ta lmu d c o l l e g i e , deVoorzange rs -
en andere woningen benevens de c o n s i s t o r i e k ame r , alles aan de
Scheepsmakerskaven uitkomende. In den kerkgang is het k e r k - en
a rme n b u r e a u aangelegd.
Ondtijds bestond er in de Maasstad ook een I s r a e l i t i s c h e
P o r t u g e s c h e g eme e n t e , die eene kerk in de Boompjes, nabij de
Groote Draaisteeg, in eene der huizen van Jozepiideea P e n je oIlaPenje
en hare begraafplaatsen , in de Jan van Loons of Jodenlaan en aan de
Hooge-Zcedijh had. Doch de leden dezer gemeenten zijn in het jaar
1720 of daaromstreeks, in massa, met ter woon naar Amsterdam
vertrokken.
Het g r o o t a lgeme e n k e r k h o f is aan de oostzijde der Rolle op
en in de nabijheid der gronden van het voormalig Huis te Croes- of
Crooswijk , tegen over het Zwaanshals , £ u. buiten de stad in 1828—
1830 aangelegd; bij het uilbreken der cholera in 1831 voor het eerst
tot begraafplaats en sedert voortdurende als zoodanig gebezigd j het
beslaat eene oppervlakie van 3 bund. 71 v. r. 84 v. eil. is door
eenen muur omgeven , met eene sierlijke poort en ijzeren 'hek afge-
sloten , buiten betwelk een ruim plein, waarop de woning van den
opzigter en een ruim doodenbuis. fii
De tegenwoordige b e g r a a f p l a a t s der I s r ae l i ete n is gelegen
in den Voorpolder van Krälingen, zijnde die op den Hoogendijlc aan
de buitenzijde, even buiten de voormalige Oostpoort, sedert eenigen
tijd ongebruikt gebleven.
Onder de Weidadige gestichten verdient vooral melding het We e s -
hui s der He rv ormd en , in de Goudsche- IKagenstraai. Oudlijds was
het een No n nenk lo o ster. In bet jaar 1337, werd het tot een Pes t -
huisbekwaam gemaakt, dat den 10 Julij des jaars 1363 door brand
aanmerkelijk beschadigd, doch binnen twee jaren weder hersteld
werd. In het jaar 1398, veranderde men het in een Wee s h u i s. Het
getal weezen , die er op den 1 April des gemelden jaars inkwa-
men , beliep honderd en zes. In de jaren 1663 , 1669 en 1689,
heeft men dit Weeshuis met drie fraai gebouwde panden vergroot. Het
is in een meisjes- en jongenshuis onderscheiden , welke twee gebouwen,
met eenen hoogen steenen muur, van elkander afgeschoten zijn. In
het midden heeft men een ruim en luchtig plein. In dit huis worden
thans ongeveer 100 jongens en ruim 120 meisjes opgevoed.
Het Oud e - Y r o u wen hui s , op de Hoogstraat, een gedeelte der
plaats beslaande, waar vroeger het Predikheeren-klooster gestaan heeft,
is , volgens de aanteekening op eenen steen in den voormuur, in het
jaar 1622 tot het tegenwoordig gebruik geschikt en herbouwd. De
steenen , het hout , het ijzerwerk en hetgeen er verder toebeboorde,
werd voor tien duizend guldens aanbesteed. Door de poort ingaande,
komt men in eenen breeden, wel verliehten, gang, alwaar men de ingangen
tot de onderscheidene vertrekken heeft: in dit huis worden
twintig oude vrouwen verpleegd.
Het Gas t h u i s , mede aan de Hoogstraat en insgelijks op den grond
van het voormalige P r e d i k h e e r e n k l o o s t e r staande, is in het jaar
1376 gesticht, en in het jaar 1624 met eenen nieuwen toren voorzien.
Op den Koolsingel of Binnenwegsche-singel is een nieuw gebouw voor dat
doel gestiebt, hetwelk evenwelnog niet in.gebruik is. Dit bestaat uit het
hoofdgebouw , voorplein en luin , welke laatste voor wandelplaats der
herstelde zieken is bestemd. De voorgevel heeft eene lengte van 83 , bij
eene hoogte van 23J eilen en is in den Lombardischen slijl ontworpen.
Het hoofdgebouw bevat drie verdiepingen; debegane grond is ingerigt voor
huishoudetijk bebeer , stoomwerktuig en acht stooktoeslellen , die geza-
menlijk al de vertrekken met heete lucht moeten verwarmen. Op de eerste
verdieping is de regtervleugel voor de mahnen , de linker voor de vrouwen
bestemd. Alle de ziekenkamers ten getale van achttien, zijn ieder voor
twaalf zieken, behalve twee voor acht en vier voor vier zieken ingerigt
of geschikt, welke zes kamers alle in den achtervleugel van liet
middengedeelte zijn gelegen. Elke ziekenkamer heeft openingen voor
versehe lucht, kanalen voor afvoer van verbruikte lucht, eenen schoor-
steen , indien men sloken wi l , eene buis voor het privaat, dat zieh in
iedere kamer bevindt en met een hydraulisch gemak of zoogenaamd
watercloset is voorzien j voorls een kanaal tot vervocr van warme
lucht en eindelijk eene looden buis voor het water uit de vergaar-
bakken. Aan het einde van iederen gang vindt men eene keuken , ten ge-
rieve der ziekenoppassers tevens om hier uit de ziekenkamers te bedienen.
De tweede verdieping is, uitgezonderd de bestemming van sommige ver-*-
trekken , in alles aan de vorige verdieping gelijk ; de slaapkamers voor de
ziekenoppassers, tweeop iedere verdieping, zijn geheel als de ziekenkamers
ingerigt en kunnenook tot dat einde gebruikt worden. Op de derde verdieping
zijn de kamers voorzulke zieken, die een afzonderlijk vertrek verlangen-
op den zolder bevinden zieh vergaarbakken voorl60,000 kannen water
hetwelk, door perspompen , door middel van het stoomwerktuig, wordt
opgevoerd , en tevens dient voor het opwinden en aflalen van de
wasch, het opbrengen der zieken en het door stoom koken , wasschen en
ook hetbereiden der geneesmiddelen. De geheele voorgevel is van bak-
steen, de ramen zijn van ijzer, de Ornamenten van olie-mastick of
gebakken aarde , de balusters der trappen zijn van gegoten zink , de deur
allecn is van hout. Het inwendigeis, even als het uitwendige, in den
Lombardischen stijl ontworpen en wit gestukadoord.
Voorheen was er nog een gasthuis te R o t t e r d a m , gesticht door bet
St. Anthoniesgilde. Men ontving er niet slechts gebrekkelijken en behoef-
tigen , maar ook Proveniers. Het stond regt achter het tegenwoordig stad-
huis, doch is reeds voorlang verdwenen.
Het P r o v e n i e r s - e n -L e p r o z e n h u i s , Staat aan de SchieJcade.
Het werd , in het jaar 1670, van den grond op vernieuwd. Het
was toen een laag gebouw, doch later werd er eene verdieping opgezet
en de ingang sierlijk vermaakt. De voorgevel is met eenige wapens
versierd. Dit huis heeft zijnen ingang voor aan de Schie, met twee
opslaande deuren , waar men regtuit met eenige trappen afgaat, op
een schoon ruim vierkant plein , in vier kwartieren verdeeld , welke als
turnen aangelegd zijn ; op deze plaats hebben alle de woningen hären
ingang. Achter tegen den muur van het Leprozenhuis , is eene ruime
zaal tot eene vergaderplaats voor de Regenten , waarin op gezette dagen
een der Predikanten det stad oefening houdt. De woningen aan de Schie-
kade hebben hare uitzigt voor op de Schie; achter ziet men op de plaats
en op eene breede laan , ter wederzgden met boomen beplant, welke