De iaw., die allen R. K. zijn, maken de par. van Ro s p o r t en-
Oswe i l e r ui t , die hier twee kerk-en te Ro s p o r t en Osw e i l e r
en een kapel te S t e in h e im hebben.
Het d. R osport ligt b u. 0 . ten Z. van Diekirch, 1£ u. W. van
Echternach , in een bevallig dal, aan de Sure en aan den voet van
den Rosporterberg. i? . .
Het is een oud d., dat in eene oorkonde van den Fränkischen Konmg
D agobert, gedagteekend te Trier den 26 Augustus 646, onder den
naam van R ozvort voorkomt. Men telt er 70 h. en ongeveer 420 inw.,
die eene par. uitmaken, welke tot het apost. vic. van Luxemburg, dek.
van Echternach behoort. De kerk aan den H. Michael toegewijd , is-
een ruim en goed gebouw. I
De St. Irmina-abdij te Trier, bezat hier weleer een aanzienlijk land-
huis en groote goederen, welke op het einde der vorige eeuw door de
Franschen aan het geslacht L oser zijn verkocht geworden.
ROSPORTER-BEEK. (DE), beek in het grooth. Luxemburg.
Zn ontspringt in de rotsen , die de Sure bezomen , en valt, na körten
loop, omstreeks het d. Rosport in die rivier.
ROSPORTER-BERG (DE), b e rg in d e h e e r l. Rosport, g r o o th . L u xemburg
, w e lk s to p 574 e ile n b q v en d e n Spiegel d e r zee v e rh e v e n is .
ROSS (JT ), buit. in het graafs. Zulphen, prov. Gelderland, distr.,
arr. en 5 u. O. ten N. van Zutphen, kant. en l n. N. van Lochern,
gem. en £ u. Z. van Laren.
Dit buit. beslaat, met de daarloe behoorendc gronden , eene opper-
vlakte van 280 bund., en wordt thans in eigendom bezeten door de»
Heer Jonkheer Mr. W. L. F. C. Ridder van R appard, woonachtig te
Arnhem •
ROSSAGQEROT , e il. in Oost-lndie, e e n d e r Zuidwester-eilanden-
van-Banda, Ti. v a n h e t e il. Horis.
Het is naauwelijks eene mijl in het rond, en heett aan den oostkant
eene kleine klip. ,
ROSSENISSE, d. in h e t Land-van-Uverflakkee, prov. ¿u id liollana.
Zie R oxenisse.
ROSSUM , gem. in den Bommelerwaard, prov. uelderlana, ISene-
dendistrikt, arr. Tiel, kant. Zalt-Bommel; palende N. aan de Waal ,
0 aan het Schans-gat, Z. aan de Maas, W. aan de gem. Hurwenen.
. ,
Deze gem. bevat het dorp Ros sum het geh. Uee n w e i d e en het
fort W i l l em of'N i e u w - S t.- A n d r i e s , benevens eenige verstrooid
liggende buken.; Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 700 bund., waaronder 634 bund. belastbaar land ; telt 160 h., be-
woond door 170 huisgez., uitmakende eene bevolking van 1060 inw.,
die ijneest hnn bestaan vinden in den landbouw.
De Herv., die er 530 in getal zijn, onder welke 190 Ledematen ,
maken eene gem. ui t , die tot de klass. en ring van Zalt-Bommel behoort.
De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargeno-
men, is geweest Joh an n e s L o r iü s , die in het jaar 161b hier in dienst
was en in het jaar 1619 afgezet werd. Tot aan 1 6 8 8 , is S t. A n -
d r i e s hiermede vereenigd geweest, doch in gemelde jaar, tijdens de
dienst van Joh an n e s van Z e l s t , hiervan afgenomen. Het beroep is eene
collatie van den Ambachtsheer. Onder de hier gestaan hebbende Pre-
dikanten verdient melding de geleerde R o tg e r S c h o t t e , die^er den
13 Januarij 1737 werd ingezegend en na een haltjang verbbjt aldaar
naar Zalt-Bommel werd beroepen.
De R. K., die er ongeveer bOO in getal zijn , behoorde tot in 1843,
tot de par. van Hurwenen-en-Rossnm, doch zijn in dat jaar van Hur-
wenen afgescheiden en maken thans eene afzonderlijke stat. uit, welke
tot het aartspr. van Gelderland behoort, en door eenen Pastoor be-
diend wordt. Na de Reformalie is het te Rossom en in de omstreken
vele jaren zeer moeijelijk geweest vast verblijvcnde Priesters tc beko-
men. De cerste, die bekend zijn hier te hebben verbleven , van het
jaar 1674, waren zendelingen uit de Minderbroeders-orde, maar sedert
het jaar 175b heeft de opvolging der Pastoors, uit de ongeordende
gceslelijkheid geregeld plaats gehad.
De 10 Isr., die er wonen , worden tot de ringsynagoge van Zalt-
Bommel gerekend. — Men heeft in deze gem. eene school, welke
door een getal van 120 leerlingen bezocht wordt.
Er is een schuitcnveer, over de Wbal, op Heesselt, een pontveer
over het Scbansgat op Heerewaarden ; alsmede een voetveer , len Z.
van het dorp, van den Overvaart, over de Maas, op Alcrn.
Deze gem. is buiten tegenspraak eene oude vrije heerlijkheid, weleer
R ottem of R othem genoemd , die zij ne eigene Heeren bad. Op
de kaart van B eka , door Bochelies uitgegeven , Staat R othem en niet
Rossom, en in de lijst der goederen , welke de abdij P rübi , rondom
T ie l, aan de Waal, bezat, wordt R otheheih mede vermeld. Het sebijnt
zeker, dat A rnold van R odhe of R othem, Heer van deze heerl. was.
Getrouwd zijnde met Albvde , dochter van H endrik van Coyck en van
A lverade van Hostade, had hij , nevens zijne schoonmoeder, in 1 1 0 8 ,
verschil met de kerken van St. Maarten en St. Bomfacius te Utrecht,
over het praedium Dei tusschen Lek en Linge. Nobilis genoemd, was
hij met zijnen broeder Gijselbert , in 1121, getuige van Godebald , den
vierentwintigsten ßisschop van Utrecht, in eenen brief over de kerk van
Warnsveld; met eenen anderen broeder, R otgeros, was hij in 1122
getuige van Keizer H endrik, en alleen vindt men hem getuige van
den Keizer, en van den zelfden Bisschop in het jaar 1123. Men
wect, dat hij geweldig om het leven gebragt, en dat hij , zoo wel als
zijne vrouw , in 1135 overleden is , want zijne dochter H edwig stond
toen onder voogdij van hare ooms, H erman, Heer van Cuyck, en
Goderied van Coyck , Graaf van Arensberg. Hare leen- en dienstmannen
sloegen een huwelijk voor, tusschen haar en F loris den Zwarte,
broeder van den Graaf van Holland , waarin de voogden weigerden te
bewilligen ; F loris , op het aanzien en de bescherming der Keizers
vertrouwende, zocht zieh door de wapenen in het bezit der goederen
van H edwig , te stellen , en beschadigde de landen van den Heer van
Coyck, waardoor wij Malsen verstaan, ten minste de burgersvan Utrecht,
die zijne zijde hielden , verbrandden het slot Leksmond. Hiertegen
namen de Heeren van Coyck hunnen kans waar, overvielen F loris te
Abstede bij Utrecht en beroofden hem van het leven, waarom zij
door den Keizer in den rijksban gedaan werden. Na den dood van
L otharios, zijn zij door tusschenkomst van Keizer Conradt , in 1 1 5 7 ,
met D irk Graaf van Holland verzoend, onder voorwaarde, gelijk ver-
zekerd wordt, dat zij hunne landen voortaan van hem ter leen zouden
houden, Deze woorden moeten echter in geen al te ruimen zin geno-
men worden, en geven alleen te kennen, dat zij leenmannen van Holland
geworden zijn , aan wien zij eenige goederen hebben moeten op-
gedragen, zonder dit tot alle hunne bezittingen uit te strekken. Het
is waar, dat- de meeste schrijvers zieh ten opzigte van dezen A rnold
van R othem zeer vergissen , en de heerlijkheid elders gezöcht hebben ,