11 dier maand , vodr de vesting was gelegerd, tot dat de werken T
door het beleg beschadigd, weder zouden hersteld zijn. De vijand be-
schoot, zoo lang het dag bleef, de sterkte, welke schoten van de zijde
der belegerden niet onbeantwoord bleven. Hoewel door hulp, welke
ben van alle kanten toegezonden werd, verstcrkt, zieh, echter piet bestand
achtende tegen eene veel grootere vijandelijke legermägt, wist
de Prins zieh door eene krijgslist uit dit gevaar te redden. Hij deed
van Biervliet, op een goed getal ledige schepen, zestig tamboers stellen
, die , tegen den avond P h il ip p in e naderende, allerlei, sommige de
Puitsche, anderen de Fransche, anderen weder Ingelscbe marschen
sloegen , waardoor de Spanjaarden , uit het geraas der menigte trom-
men in den nacht, vermoedende, dat er eene talrijke versterking in
aantogt was, met veel overhaasting opbraken en hunne reeds aange-
legde werken verlieten. Na bun vcrtrek deed Graaf W illem dc ves-
tingwerken der plaats vermeerdercn.
In den nacht tusschen den 8 en 9 Mei 1633 deed de Kardinaal
I nfant , destijds Spaanseh Gouverneur dezer landen, eene tweede po-
ging, om P h il ip p in e door verrassing te heroveren, en wel met vijf dui-
zend man , onder bevel van zekeren Overste he la F ontaine , behoor-
lijk voorzien van geschut en andere noodwendigbeden voor een beleg,
en dat wel op een oogenblik, dat men aan de versterking dezer plaats
nog werkelijk arbeidde, zoo dat zij aan de eene zijde genoegzaam nog
geheel open la g , terwijl de bezetting geen vijf honderd man sterk was
en de vijand zieh al dadelijk van eene redoute en halve maan had
meester gemaakt. Het gerucht daarvan baarde in den aanvang, zoo
wel in Holland als in Zeeland, eenige ontsteltenis, zoo dat uit Zeeland
met der haast eene versterking van vier honderd man afgescheept
werd, die zieh, met de bezetting, zoo lang staande hield , tot dat Prins
W illem E k edeb ik , met drie regimenten, de zwakke schaar te hulp
kwam, die, terwijl hij P h ilip p in e in den nacht voorbij varende,
den schijn aannam, als of hij de Spaanschen van achteren bespringen
wilde, waardoor zulk eene verslagenheid in het vijandelijke leger werd
te weeg gebragt, dat h e t , na veel verlies geleden, drie stukken geschut
achtergelaten en zijne eigene lcgerpiaats in brand gestoken te
liebben, met overhaasting terug week. De vijand had bij dezen mis-
lukten aanslag ruim duizend man verloren, behalve veertien of vijftien
honderd gekwelsten.
Sedert dien tijd bleven de Staten onzes lands in het gerust bezit van
P h il ip p in e , tot in het ongelukkige jaar 1747 , toen ,de bezetting , kort na
de verpvering van Sas-van-Gent, door de Franschen , na twee dagen
hevig te zijn beschoten, op den 5 Mei van dat jaar, echter niet, dan
na den dappersten wederstand, ook voor hunne overmagt bukken en
zieh krijgsgevangen geven moest. Na den vrede van Aken, in 1748,
ontruimden de Franschen P h il ip p in e , helwelk, den 28 Januarij 1749,
door de onzen weder in' bezit genomen werd. Later deelde deze plaats
in alle de lotgevallen van Staats-Vlaanderen , door welker invloed en
gevolgen haar vorig aanzien geheel verdwenen is.
De vermaarde Geneeskundige G ualtherbs van D oeveren werd o p den
16 November 1730 te P h il ip p in e geboren. Hij overleed den 31 December
1783, als Hoogleeraar te Leyden, na ook door het uitgeven
.van onderscheidene Schriften grooten roem verworven te hebben.
Het wapen van P h il ip p in e is van goud, met eenen burg van zilver,
in welks poort een leeuw van keel (rood), houdende in zijnen regier
klaauw een zwaard, mede van keel, en in den linker een sleutel van
a z u u r ( b l a a u w ) , s t a a n d e o p e e n t e r r a s v a n s in o p l e (g r o e n ) ; h e t S c h ild
g e d e k t d o o r e e n e k r o o n v a n g o u d .
PHILIPPINE-POLDER , pold. in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland,
arr. Goes, kant. A x e l, distr. Ha lst, gem. Philippine ; palende N. aan
den Braakman , 0 . aan den St. Pieters-polder, Z. aan den Belgische
Capelle-polder, W. aan den Groote-Isabelle-polder.
De P h il ip p in e - polder ontleent zijnen naam van de voormalige sebans,
thans dorp , Philippine, en is in het jaar 1700 ingedijkt. Hij heeit
eene kadastrale uitgestrektheid van 130 bund. 81 v. r. 33 v. eil.,
waaronder 103 bund. 92 v. r. 33 v. eil. schotbaar land. Er Staat
daarin slechts eene bijzondere woning en het polderbeheer is toever-
trouwd aan eenen Dijkgraaf, eenen Gezworene en eenen Penningmeester.
De uitwatering heeft plaats door eenen houten duiker, liggende onder
het Olmendijkje , in de Isabelle-zeesluis , en van daar in den Braakman.
PHILIPPINES-RUHE, verl. houtgr. in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Saramacca, ter regterzijde in het afvaren ; palende
bovenwaarts aan den militaire post Saron , benedenwaarts aan den hout-
grond Voorzorg.
PH1L1PSBBRG of F ilipsbbhg , d. in West-Indie, op het eil. St. Maar-
ten, een der drie Nederlandsche Antilles, aan de Groot-baai, op eene
srnalle zandbank ofstrook lands , die gelegen is tusschen de baai en
een uitgestrekt zout meer, hetwelk in somniige jaren goed zout oplevert.
Het is een vrij lang dorp , bestaande slechts uit twee straten j terwijl
de dwarsstraten hoogstens den naam van Stegen verdienen. Het
dorp werd aangelegd in het jaar 1733, door den toenmaligen Gouverneur
J ohn P h il ip s ., naar wien het vervolgens genoemd is. Het is ge-
bouwd op eene dorre zandbank, aan het noordeinde van Grootbaai,
en volgt de halvemaansgewijze strekking dier bank, welke van het Oos-
ten naar het Westen eene lengte van ongeveer 20 minuten gaans heeft,
terwijl zij niet meer 3an van drie honderd tot zes honderd v. eil. breed is.
Hetbleekgele Strand, waaraan men zonder steiger of iets dergelijks, met
booten landen kan , heeft veel overeenkomst met het Hollandsche duin-
strand , als zijnde, door de rolling van het daarop nederstortende zee-
water, effen en digt. De dwarsstraat, B e lly -H o w e l genaamd, is ,
van het strand tot aan de zoutpan, slechts 233 eil. lang ; de zuide-
lijke straat, naar de zijde van de reede of Grootbaai, wordt de V o o r-
s t r a a t en de noordelijksle, längs de zoutpan gelegen, de A c h t e r -
s t r a a t genaamd. Het oosterdeel, het oudste gedeelte van het dorp ,
wordt B o v e n , en het westelijke gedeelte of het nieuwe dorp, alwaar
de geringe volksklasse woont, B e n e d e n geheeten. In 1816 telde men
in P hilipsbuhg 178 huizen.
Het eerste huis , door den Gouverneur P h il ip s gebouwd , doch met het
grootste gedeelte van het dorp in den versebrikkelijken orkaan van 1819
verwoest geworden, stond ten Noorden aan het oosteinde van de Voor-
straat, en op de puinboopen daarvan is thans een gering hutje opge-
trokken. Overal ziet men tusschen de weinige huizen , die thans het
dorp uilmaken, de bouwvallen van omgewaaide of ingestorte huizen ,
waarvan de fondamenten en. gebroken muren, met allerlei, ruigle be-
groeid zijn. De straten zijn echter geenszins vast, maar zoo zandig en
los als de duinpaden te Scheveningen. De huizen zijn in het geheel
niet prächtig gebouwd; behalve dat zij klein zijn, zijn zij laag van
verdieping , tot welken bouwtrant men door de alles verwoestende Orkanen
wordt genoodzaakt, hetgeen echter binnen de keerkringen , waar
men zoo gaarne in booge, ruime vertrekken verloeft, uict aangenaam