i verklärende, dat hij voorschrevcn slot naar den eisch niet bekwaam-
» lijk begraven noch omsingelen konde, of hij moest der Graven aarde
» van Kennemerland aanroeren, overmits dat Kennemerland alzoo naar
» den huize gelegen was , denzelven zijnen getrouwen Thesaurier de
* vrijbeid van de voornoemde heerlijkheid uitbreidde en verrneerderde,
» alzoo vele als een en dertig roeden lands groot i s , de liuizinge naast
» gelegen, strekkende Kennemerland innewaarts.” Door dezen vrijbrief
gesterkt, begon Heer E ggerts te graven en vervolgens te bouwen , en
maakte van dit gebouw een gevaarte, hetwelk voor een der sterkste in
geheel Noord-Holland gehouden werd. Drie jaren bragt men door met
dit slot te volbouwen , en de grachten werden eerst in den nazomer
van het jaar 1413 volkoinen ujtgegraven en opgemaakt.
Om den Heer E ggerts nog meerdere blijken van gunst te geven en
de gesebonkene heerlijkheid beter en spoediger te doen bevolken, ver-
lcende mcergemelde Graaf, in het jaar 1418, toen men nog bezig was
met het bouwen van P urmerstein, aan de Gemeene ßuren van Purme-
rende , die toen waren en in vervolg van tijd körnen zouden, hij opene
brieven , ten ecuwige dage, de vrijheid der grafelijke tollen voor hunne
personen en goederen door geheel Holland ; de Heer W assenaer , Burgf
raaf van Leyden, voegde de vrijheid van den Wassenaarschen toi
aarbij , welke door Graaf W illem bevestigd werd, onder voorwaarde,
dat zij jaarlijks zes looden zilvers , Konisch gewigt, of eenen goeden
Engelseben nobel (3 guld. 75 ccnts) zouden hebben op te brengen.
Dit prächtig kasteel pronkte met ouderwetsche torens, breeden vij-
ver en ruim voörhof, rondom met eene wijde gracht omgraven zijnde;
het had een heerlijk uitzigt over de landen van de Beemster en de
omgelegen velden , hoewel het echter zeer veel van zij ne sterkte ver-
loor door het droogmaken en bedijken van de laatste streek lands ,
even buiten Purmerende ten noorden gelegen, gelijk de Purmer ten
oosten en de zoogenaamde Wormermeerjten westen van het kasteel lag.
Het had eene deftige woning voor eenen Kastelein of Slotvoogd,
welke in vroegere dagen ook tot eene verblijfplaats voor de bezitters
verstrekte.
Dit slot heeft dertien Heeren geteld , sedert zijne stichting. W il lem
E ggerts , vermaakte het aan zijnen zoon ; deze verkocht het aan
Heer G e r r it van Z i jl , den echtgenoot van zijne zuster, en begaf zieh
wegens de smeulende,' en weinige jaren daarna uitbarstende onlus-
ten , naar Gent. De voornoemde Ridder, G e r r it van Z i j l , verkocht
deze heerlijkheid , in den jare 1438, aan den Burggraaf van M onteoort,
de Hoeksche • partij toegedaan. Deze vervolgde de andere partij, waar-
onder een groot gedeelte der inwoners van Purmerende, met eenen zoo
verschrikkelijken haat, dat Keizer Maximiliaan , als voogd dezer landen
wegens F il ip s I , hem de heerlijkheid afnam en eenen Keizer-
lijken Veldoverste, met name B althasar van W olkenstein, ook V al-
kenstein genaamd , daarmede beschonk. Deze verkocht het in den jare
148 4 , en van dien tijd af, geraakte het in handen der doorluchtige
Graven van E gmond. J a n , eerste Graaf vanEgmond, werd den 2 April
van dit zelfde jaar te Purmerende gehuldigd, en verleende den Pur-
inerenders onderscheidene voorregten en vrijheden. Hij was de achtste
Heer dezer heerlijkheid , ontving den grafelijken titcl van Keizer M axi-
9iiliaan , in het jaar 1486, was gehuwd met vrouwe Magdalena van W aak-
denburg , en overleed op het kasteel Egmond , in den jare 1516. Onder
andere kinderen uit zijn huwelijk gesproten , had hij P urmerstein over-
gedragen aan zijnen zoon J an , tweeden Graaf van Egmond, welke dus
negende Heer van dit kasteel werd. Gedurendc dat hij bezitter daarvan
was , had te Purmerende in het jaar 1519 de brand plaats , waardoor die
stad', tot op zestig of zeventig van de geringste huizen na , benevens hare
kerk', geheel in kolen gelegd werd. De Graaf, toen zieh in Italie ont-
houdende , verleende zij ne moeder, tot herbouwing van de stad, eene acht-
jarige ontheffing van alle beden, subventien en ongelden , volgens hären
openen brief gedagteekend 1 Augustus 1519. De Graaf stierf in Italie,
in het negen en twintigste jaar zijns ouderdoms , uit zijn huwelijk met
Vrouwe F ranqoise van L uxemburg, nalatende twee zoons K arel en L a-
moraal , en eene dochter, M argaretha van E gmond. K arel werd tiende
Heer van P urmerstein, en stierf ongehuwd te Carthagena , in Spanje,
op den 3 Dccember des jaars 1540. Hem volgde zijn broeder L amo-
raal , vierde Graaf van Egmond, als elfde Heer van deze heerlijkheid
op. Die roemruchtige man, in - latere dagen martelaar voor zijn Va-
derland, Ridder van het Gulden Vlies, en Stadhouder van Vlaan--
deren en Artois , was geboren in het jaar 1622. Hij trad, in den
ouderdom van 22 jaren, in het huwelijk met S abina van B eijer en ,
dochter van J an van B e i je r e n , Graaf van Spanheim, zuster van
F rederik , daarna Pallzgraaf en Keurvorst. De ontmenschte wreedheid
van den Hertog van A l v a , op wiens last hi j , in het jaar 156 8 , te
Brussel, tevens met den Graaf van H oobne , opentlijk onthalsd werd,
ondanks de veelvuldige diensten aan K arel V en zijnen zoon F il ip s I I
bewezen, hebben hem in de geschiedenis vereeuwigd, zoo wel als zijnen
billijk verkregen roem in den veldslag bij St. Quintijn , welke in het
jaar 1567 , onder zijn beleid , den Franschen gelcverd werd. Hij liet
acht zonen en drie dochters na , waarvan P h il ip pu s , vijfde Graaf van
Egmond, na den ongelukkigen dood zijns vaders , twaalfde Heer van
P urmerstein werd. Deze was geboren in het jaar 1558, huwde met
M aria van H oorne , eene zuster van den Graaf van Houtkerken , en sneu-
velde in den veldslag van Ivry, op den 14 Maart 1590. Geene kinderen
nalatende, volgde zijn jongere broeder, als dertiende Heer van
dit kasteel en zesde Graaf vanEgmond, hem op. Dezewas L amoraal j
hij kwam in het jaar 1595 in Holland en bleef eenigen tijd op zijne
goederen te Egmond, doch vertrok in het jaar 1605 naar Frankrijk,
alwaar hij in het huwelijk trad met M aria de P ier r ev iv e , nicht van
den Hertog de Rohan, met welke hij zieh naar Henegouwen ter woon
begaf. Hij ■overleed kinderloos te Bruggein Viaanderen, in 1617, na
tien jaren te voren > in 1607, zijne heerlijkheden Hoogwoude en
Aartswoude, alsmede zijne goederen te Egmond, wegens zijne zware schulden
openlijk verkocht te hebben aan de Heeren Staten van Holland, na
welken tijd, gemelde Staten deze domeinen aan zieh hebben behouden.
In den laatsten tijd diende het slot ter woning van den Hoofd-Officier
van Purmerende, die gemeenlijk B^ljuw of Dijkgraaf van de Beemster
was, en Kastelein van het slot heette. De laatste Kastelein van het
slot was Constantijn van R uytenburg , die den 20 Augustus 1726 overleed.
Nadat door ouderdom en bouwvalligheid een gedeelte van het
slot in 1713 was ingestort, hebben de Stalen, in 1729, het voor
onbewoonbaar’verklaard en aan de stad afgestaan, welke het in 1741
heeft doen afbreken. De Bentheimer hardsteen , waarmede de torens
gedecltelijk opgetrokken waren , werden gebezigd, om daarmede den
grond onder de luifel van de kaas- en boterwaag te bestraten , die
men daar nog heden vindt liggen. De s ta l, die in 1700 nieuw ge-
bouwd en dus toen nog maar ruim veertig jaren oud was, is blijven
staan, werd, den 26 September 1 7 2 4 , door de stads Regering