3 8 8 REC.
Deze gracht is in of na 1831 gegraven , oiuier bet bewind en vooral
door den invloed yan den voormaligen Gouverneur van Overijssel J acob
H endrik Graaf van R echteren, en onlleent baren naam van wijlen
dczen Staatsman. „
RECKAM, bunrs. in Twenthe, prov. Overijssel. Zie K ectcm.
RECK AN GE, Fr. naam van de d. R eckingen , in het balj. van Luxemburg
, en in de heerl. Mersch, grooth. Luxemburg. Zie R eckincen.
RECKENTHAL, geh. in de heerl. Bertringen, grooth. Luxemburg,
kw., arr., kant. en 1 | u. W. van Luxemburg, gem. Bertringen.
RECKING, geb. in de heerl. Roussy, grooth. Luxemburg, kw. en
4 u. Z. W. van Grevenmacher, arr. en 2|- u. Z. 0 . van Luxemburg,
kant. en I f u, W. van Remich, gem. Baiheim. t
RECKINGEN , gem. deels in het balj. van Luxemburg, deels m do
heerl. Mersch en deels in de heerl. Münster , grooth. Luxemburg, kant.
Bcttemburg ; palende N. aan de gem. Dippach, Bertringen en Hollerich,
O. aan Hesperingen en Roeser, Z. aan Bettemburg en Monnerich, W. aan
Sanem en Nieder-Kerschen. _
Deze gem. bevat de d. Re c k i n g e n , Eh l i n g e n , Le u d e l i n g e n
en Limp a c h , benevens de geh. P i s s i n g e n , Wi k r i n g e n , Roed-
gen en S c h l ewenhof . Men telt er 1300 inw., die meest in den
landbouw en de veeteelt hun bestaan vinden. De voortbrengselen der
gemeente R eckingen zijn 4600 zakken tarwe en rogge, 3800 zakken
gerst en haver en 700,000 Ned. ponden hooi. De veeslapel beloopt
440 paarden , 470 hoornbeesten en 880 zwijnen. Er zijn hier 5 likeur-
stokerijen en 1 kore'nmolen. _ . .
De inw., die allen R. R. zijn, maken de par. van Re c k i n g e n ,
Leud e l i n g e n en Lim p a c h ui t , welke in deze burgelijke gem. ieder
eene kerk, benevens eene kapel te Eh l i n g e n , hebben.
Het d. R eckingen of R ekingen ,_ in het Fr. R eckange , ligt 2J u.
Z. W. van Luxemburg, 1£ u. N. W. van Bettemburg , aan de Messe,
in een bekoorlijk maar eng dal.
De inw., maken de par. van Re c k i n g e n nit, welke tot hetapost.
vie. van Luxemburg., dek. van Bettemburg behoort, welke, behalve de
kerk te R e c k i n g e n , nog een kapel te Eh l i n g e n heeft.
De kerk te R eckingen, wordt door eenen Pastoor en de kapel t a
Eh l i n g e n doof eenen afzonderlijken Kapellaan bediend.
RECKINGEN , meijerij der heerl. Münster, in het grooth. Luxemburg.
Zij bevatte deelen der d. R e c k i n g e n , P e p i ng e n en S p r i n g i n -
g e n , alsmede een deel van het geh. Roedge n .
RECRINGEN , in het Fr. R eckange , d., deels in de heerl. Vlsendin-
qen, deels in de heerl. Mersch, grooth. Luxemburg, arr., kw. en 5 | u.
N. ten W. van Luxemburg, kant., gem. en J u. W. van Mersch.
Er is hier eene kapel, welke door eenen afzonderlijken Kapelaan
bediend wordt en tot de par. en het dek. van Mersch behoort.
RECKUM, buurs. in Twenthe, prov. Overijssel. Zie R ectcm.
RECLIN , naam, welke op sommige kaarten verkeerdelijk aan het
oeh. R bicblingen , in de heerl. Everlingen, grooth. Luxemburg, wordt
g e fre v en . Zie R eichhngen. fc . „ T
RECLO , hoeve of pachthof, die A deia , dochter van Graat W icht-
man , wedergekregen heeft van het klooster van Elten 9 ten cinde zij
daaraan zoude kwijtschelden de klagte van een onbeleefd geschenk ,
tinofficiosce clonationis), gelijk zulks de giflbrief van Keizer Otto 1 1 1,
van het jaar 996 uitwijst. Keizer L othariijs II noemt het F eekloo,
in zijnen giflbrief van het jaar 1134.
R E D . 3 8 0
m
De iuisle plaats waar bot galegen heeft, is niet to bepalen. Alicen
weet men dat het in den omtrek van Zevenaar cn Hoog- en Laag-
Elten moet gezöcht worden, zoodat het niet eens zeker i s , ot het op
ons tegenwoordig grondgebied gelegen heeft.
RECOLETTEN-KLOOSTER, voorm. kloosters te Lhekirch, te Luxemburg
en te Maastricht. Zie F ranciscaner-K eooster.
RECTUM R eckum of R ekkum , op sommige kaarten R eckam gespeld ,
buurs. in Twenthe, prov. Overijssel, arr., kant. en \ \ n. ten Z. W. van
Almelo, gem. en J u. Z. ten W. van Z ie rd en , * u. N. W. van
Enter; met 89 h. en 340 inw. x , Kn ,
Men heeft er eene school, die gemiddeld door een getal van 30 leerlingen
bezocht wordt. . i . i , n n
RECUPERADA (LA), oude naam van de verl. plant. P outo-R ico ,
in Nederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie P orto-R ico.
REDANGE, Fr. naam van het d. R edingen , m de heerl. Usel-
dinqen, grooth. Luxemburg. Zie R eOIngen.
REDEMPTIE (DORPEN-DER-), in het Fr. T eeres de R edemption ,
eenige dorpen , die tijdens het bestaan yan de republ.ek Aev Vereemgde
JVederlanden, hier en ginds door het bisd. Luik verspreid lagen. Zie
D o rp en d e r R e d em p tie . . . . . , . T j REDEMPTORISTEN (KLOOSTER-DER-), klooster m het Land van-
) Valhenburg, prov. Limburg, gem. en de ko“ . van het d< ^ ltt.em-
\ Het was te niet gegaan in het jaar 1 7 9 8 , doch is onder het Belgisch
(bestuur , in het jaar 1832 of 1833 weder hersteld. i * '
REDEN, d. op den Veluwenzoom, prov. Gelderland. Zie R heden ( 1 ) .
/ eiLnd REDENBURG , buit. in/R ijnland-, prov, Zuid-Holland, arr. en t u . I / . O. ten Z. van 's Gravenhage, kant. en gem. Voorburg , aan den straat-
■weg naar 's Gravenhage, Leyder. en Delft.
Deze buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte
van 72 v. r. 3 v. eil. >
REDEZE naam, onder welkende buurs. R h e e s e , in Zalland , prov.
Overijssel, in eenen brief van het ja a r 1 3 9 8 voorkomt. Zie R h e e s e .
REDJANG of R edschang , rijk of lands. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra, Z. O. van Anak-Soengej, waarvan het door de
Urei gescheidenis, en N. W. van het land Pasoemmah.
De landbouw heeft er eenige vordermgen gemaakt, en er wordt
veel papier uitgevoerd. De gevaarlijkste wilde dieren zijn : de tijger
cn de krokodil: de kusten zijn er zeer vischrijk. De mw. zijn klein,
maar welgemaakt-, zij hebben bevallige bewegingen en zwarte , schit-
terende oogen: in sommige dalcn hebben zij kropgezwcllen ; htinne
kleur is blanker dan die van andere Indianen. De mannen hebben
peen baard en scheren hunne hoofden , de vrouwen hebben zeer lange
hären welke zij met veel kunst op de kruin van het hoofd vastma-
ken, ’ora hetwelk zij kransen van witle en ligt gele bloemen dragen.
De kleeding der Redjangs is gelijk die der Maleijers. Zij zijn zeer
ijverig en maken met veel bekwaamheid onderscheidene vlechtwerken
van poud- en zilverdraad, zjjden en katoenen stof, en borduren in
fl-oud en zilver: ook maken zij vele soorten van potten. Groote licf-
hebbers van de miizijk zijnde, hebben zij verschillende Instrumenten ,
meestal van de Cbinezcn ontleend. Zij zijn zacht, vreedzaam, malig
en gastvrij. De magt der Opperhoofden wordt naauwulijks gevoeld
( 1 ) Eveneene «oete m « alle a ri., voi eene met Re geapeU, d o * h i« nie* gevoodeo worden,
op Kur of Rbb.