XIII.
H oofdstuk.
Gebruik vs
de'Kuit,
Lever en
Lugtblaas.
„ ryk handelt zelf daar mede, federt de Vis»
,, fcheryën van die Kroon op Terreneuf, aan
,, de Kuft van Noord-Amerika, tot ftand ge*
„ bragt zyn ge weert.
j „ Hoewel dus andere Natiën ook eén taa-
„ melyke bekwaamheid hebben om den Ka-
„ beljaauw tot Zoute Vifch en Stokvifch te
„ bereiden : kunnen zy egter de Kuit niet mis*
„ fen van onze Noorfchen Dorfeh, die van
,, de Franfchen en Engelfchen gebruikt wordt
,, om in Zee te ftrooijen, tot het- Vangen der
„ Sardynen. Daarom bewaaren de Viflchers en
,, Boeren zorgvuldig de Kuit van deezen Vifch,
,, dien zy te Bergen brengen, alwaar dezelve
„ in zulk een menigte ingezouten wordt, dat
,, men jaarlyks wel veertien o f zestien Scheeps*
,, laadingen , alleen van gezoute K u it, meert:
,, naar Nantes, brengt; boven en behalve ’t
„ gene de Franfchen afhaaien met hun eigen
„ Schepen” .
„ Dit is nog al het voordeel niet, dat van
„ deezen Vifch getrokken wordt. Uit de Le.
,, ver der Dorfeh en Kole, maakt men veele
,, duizend Tonnen goede Thraan , zynde de
„ Olie of Vettigheid, die, zonder Vuur te ge-
„ bruiken, uit de Lever loopt, wanneer dezelve
in een Vat geworpen is , en dus op el*
„ kander drukt. Van enkele Dorfeh en Sey*
„ Vifch Thraan; (andere zogenaamde Spekvis-
,, fchen, gelyk Robben of Zeehonden en klei*
„ ne Walviflchen of Springers, als ook de
„ Bruin*
Bruinvillchen , niet mede geteld; ) worden iv .
hier te Bergen, jaarlyks, zevenduizend Ton- Afdeel.
. hen, en fomtyds meer, afgefcheept. Men -
j, rekent gemeenlyk, dat tweehonderd Dor-
ti fchen een Töu Thraan geeven. Bovendieü
„ weet men zig de Lugt- o f Zwemblaas, dfe
s, onder de Rüggegraat langsheen legt, ten nut
„ te maafcen : want , gedroogd zynde, vefi,
koopt men dezelve onder den naam van
Simde-Mrner , (dat is Gezonde Maag , in
„ Neder-Saxen Sehwanbalken, ) welke eenigé
j, Menfchen met veel Smaak eeten, gelooven-
de , dat de werking overeenftemt mët den
s» tytel
De Heer Anóersön merkt ih zyne Nattiur- Vaneft °P
, Yslanu.
lyke Hiftorie van Ysland aan , dat Torsk of
Dorfeh de algemebne Naam is , die, gelyk de
Engelfche Cod en de Franfche Mörue, aan deü
Vilch, dien wy, gezouten zynde,’ Labberdaan
noemen, gegeven wórdt. Dezelve maakt ook
het voornaamfte beftaan , en de Koftwinning
tier Opgezetenen van dit Eiland uit.Deeze vangen
hem met den Hengel, doende ’er, tot Aas, edn
Mortel of een ftukje van de verfche en roode
Kaak van een zo even gevangen Kabeljaaüw
aan; doch de Vifch byt veel gretiger op een
Ituk raauw en nog warm Vleefch; o f op het
Hart van een Vogel, gelyk vaneen Meeuw,zó
eerft gevangen en gedood, ’t Is zeker dat,
op deezelaatfte manier, een Viflcher veeleer
twintig VirtTchen, dan een ander,die by hem zit,
■ j.d i il . vil stuk. M éé