j y Gevoel; van Kleur bleeker en naar Zeegroen
A f d e e l , trekkende: dat de Straalen van de voorfte Rug-
XIX. vinj a|s? gezegd i s , Borftelig uitfteeken: dat
^stuk?" de Zydftreep uit zwarte Lyntjes niet uitStippen
famengefteld zy : dat de Oogappels met een
Zilverkleurigen Kring zyn omgeven : dat alle
de Vinnen aan de enden, blaauw z y n , en de
Buikvin t’ eenemaal. ’t Getal der Beentjes in de
Rugvinnen is 6, 13 , in de Borftvinnen 16, in
de Buikvin 12, in de Aars vin 13 en in de Staartvin
14 , volgens LiNNiEüs.
vr. (6) Grondel die de Tanden van de Onderkaak
Pectiniros- _ . . 1 r
tris. Horizontaal beejt.
K a rn b e k .
Dit is een Chineefch Vifchje, ’t welk men»
qm dat de Tanden aan de Onderkaak zig
Kamswyze vertoonen, genoemd heeft Karnbek.
Hetzelve heeft een week Lighaam, met naauw-
lyks zigtbaare Schubben en byna naakt: het
Kieuwen - Vlies met drie Straalen. De Bovenkaak
is door zeer kleine Kafagtige Tandjes oneffen
: de Onderkaak aan den buitenrand met
Bcrftelige Tandjes gehaaird. Drie Hoektanden,
die langer zyn , vindt men in de eerfte, twee
in de laatfte: geene Voortanden in de Bek. De
Tong is naakt. De voorfte Rugvin, met witte
Hippelen befprengd, heeft 5 , de agterfte 26
Straa-
(6) Gobius Dentibus Maxilla: inferioris Horizontalibus. Syy?;
Plat. X. Ch'mi ilagerftrm. N. z$. f, 3. Apocryptes Chi*
jicnfis. Osb. Itin. 130,
Straalen* Deeze laatfte is , overlangs , wit JV.
gerand. De Borftvinnen hebben 19 , de Buik- ^FDEi;L*
® YlY
vinnen die , gelyk in dit Geflagt, yereenigd
zyn, i a , de Aarsvin 25, de Staartvin, die fpits stuk»
uitloopt, ,15 Straalen. De Oogenftaan, boeven
op den K op, digt aan elkander.
(7 ) Grondel die maar ééne Rugvin heeft. vrr.
Anguillarh»
Aal-Grondel#
Dit is ook een Vifchje uit China, welks
L y f de gedaante heeft van een Aal en glad
o f glibberig i s , met de Huid byna doorfchy-
nende, zo dat ’er de Aders door heen blinken,
Alle de Vinnen zyn rood. De Rug-
en Aarsvin loopen tot in de Staart uit. De
cerftgemelde heeft 52, de andere 43 Straa-
len. In de Borftvinnen , die zeer klein en
gerond zyn , vindt men 1 2 , in de Buikvin
10 , in de Staartvin 12 Beentjes. De Bek
is opgewipt met uitfteekende Tanden (*).
( 7 ) Gobius Pinna Dorfali unica. Syft. Nat. X.
Os fimum, Dentibus exfertum. L inn. ibid.
3. DEEL. V II. STUK» T 2 XX.