3$o B e s c h r y v i n o v a n
IV. Middellandfche Zee beter zyn dan van den O-
A fd e e l , ceaan, en, die niet dan in Zee leeven, uitmun-
XXV. ten(jer dan de genen die in Meiren bomen,
H oofd- , n
stuk. ïchoon deeze laatlten vetter zyn : want de Slyk
Gtud-Bra*. en Modder maaktze minder aangenaam van
^em' Smaak. In Languedok zyn dezel ven een gemeen
Voedzel, geduurende de Vatten.
E o l b e verhaalt, dat ’er aan de Kaap der
Goede Hope een Goudvifch zy , die zyn naam
had gekreegen van een Vergulden Kring, welken
dezelve om het Oog heeft, en van een
zodafiige Streep, zig uitttrekkende van den
Kop tot aan de Staart. Deszelfs gewoone
langte, zegt hy, is anderhalf Voet, de zwaarte
maar een Pond; de Kleur van ’t Vleefch uit
wit en rood gemengeld en de Smaak zeer lekker.
Men ziét ’er deezen Vifch nooit dan
van Mey tot Auguftus, wanneer hy zig over
de Ondiepten of Zandbanken verlpreidt.
(2) Zee-Braafem met een zwart Oogje onder
AnnJaris. aan de Staart, bet L y f geelagtig.
Geringde.
Dit is de Sparus der Autheuren, die nog hedendaags
te Venetie Sparo geheten wordt. Men
onderfcheidt hem ligtelyk van den voorgaande,
doordien hy dat Gouden Maantje tuffchen de
Oogen niet heeft, en bleek geelagtig groen is ,
met
(2) Sparus Ocetlo nigio lubcaudali , corpore flavefcente.
Svji. Nat. X. Sparus unieolor flavefcens, aaculi nigrd •
Annulan ad Caudam. Ar t . Gen. 37. Syn. 57. Sparus, W u x ,
p. 308. B.AJ. p. 119.
met een zeer zigtbaare ringswyze Vlak, aan o f ?Y-
by de Staart; en wederom, die zwarte en paar-
fche Vlakken, by de Kieuwen, ontbeerende: HooFó_
gelyk hy ook zo groot niet wordt als de Goud- stuk.
Braafem. De Oogkringen zyn Zilverkleur. Men
vindt hem in de Wateren, die de Opper- en
Onder-Zee * plagten genoemd te worden,
opzigt van Italië: te weeten in de Golf van infcrum
Venetie en in de Toskaanfche Zee. Hy komt,
in fmaakelykheid en Deugd, met den voorgaande
overeen.
(3) Zee-Braafem met een Oogje onder aan de
Staart, het Lyf zwart gebandeeid.
De Italiaanen noemen deezen Sargo, en by
den Griekfchen naam Sargos, dat men in ’t La-
tyn Sargus uitfpreekt, is hy alom bekend.
K l e i n , zelfs , befchryft hem onder deezen
naam. Van den Heer Gronovius wordt hy genoemd
Cynadus met het L y f Ovaal breed, de
Staart gevorkt, en de Tanden egaal, ftomp.
De Sargus heeft, volgens W i l l o u g h b y , de
Snoet fpitfer dan de Aurata o f Sparus, en een
weinig opgewipt: de Voortanden zyn niet fpits
en rond,, gelyk in de Goud-Braafem, maar,
even als in de Spaar, breed en gelykende naar
Men-
( 3 ) Sparus O e e llo firb cau d a li , C o rp o r e fa f c iis n ig r is . Syft.
N a t. X . Sparus lin e ls tran sv erfi* v a r iu s , m a c u la n ig r a in f ig n j
ad C a u d am . Ab t . Gen. 3 7 . Syn. s t . S argus S a lv ia n i. W U .L .
p. KAJ. p. I30.
I.Dsix. vil. Stuk.