IV. zo wel als de gedaante van de Oogen, Neus en
Afdeel. Tong.
XXV. £)e Mormyrus van Ra y , dien A rtedi tot
H«tuk?* deeze Soort betrekt, zynde van W illooghby
ontleend, brengt de Heer G ronovius , met de
Aurata en Scarus van Rondeletius , tot eenea
Kaapfchen Vifch t’huis, dien hy noemt Cynae-
dus met de Staart gevorkt; de Tanden egaal, de
bovenjlen gefpleeten: den Kop fiompagtig; de Borfi-
vinnen kort. - De Kleur van deezen, zegt hy ,
is byna als die der. Karperen. Hier op laat
zyn Ed. een andere Soort van Cymdus volgen,
die aan de Maldivifche Eilanden zig onthoudt,
wordende van de Ingezetenen Ikan Blanak en
van de Europeaanen Harder geheten : zynde
van Kleur als de Cyprims nobilis der Autheuren.
Deeze heeft de Staart als een Wadende Maan;
den Kop fcherpagtig; de Tanden egaal en zeer
klein.
©oftindifche. Behalve deeze was aan zyn Ed. ook, door den
1 Heer V osmaer , een Oojiindifche Zee - Braafem
vereerd, dien hy noemt Cynsedus, met de Staart
gevorkt; de Tanden egaal en zeer klein; de on-
derfte Straalen van de Borfivimen Elsvormig en
langer dan de anderen (*). Dit is een gedroogd
Voorwerp, waar in men de blyken kan zien van
vier breede zwarte dwarsftreepen. Het heeft
in
Cynsedus Canda bifurcata , Dentibus seqnalibus mini«
jais ; Radiis Pinnarum Peótoralium , infimis , Subulatis Ion-
gioiibus. Zö'ipf). Grtn. Eafc. I. p. 6+. N. zzi.
in de Rugvin 41 Beentjes, waar van een-en- IV.
twintig Els vormig en fcherp, in de Borftvinnen
1 3 , in die van den Buik 6 , in de Aarsvin 13, Hoofo-
waar van de twee voorden fterk , Doornagtig stuk.
en zeer kórt. In de Borftvinnen zyn de on-
derfte Straalen van de anderen afgefcheiden,
Elsvormig doch niet fcherp, langer dan de overigen.
Dit en de plaatziDg der Buikvinnen, die.
zelfs geen Doornagtige Straal hebben , doet
zyn Ed. oordeelen, dat deeze Vifch veeleer tot
een ander en nog niet iDgefteld Geflagt, be- '
hooren zoude; hoewel dezelve, wegens de Ge-
ftalte, hier toe betrokken wordt.
(21) Zee-Braafem met de Staart onverdeeld, Ca^ f at!ii
bet L y f JNetswyze voit getekend. ^weftincEDeeze
Weftindifche, uit het Kabinet van den
Sweedfchen Heer de G eer , heeft het L y f
langwerpig, van Geftalte als een Heilboth. De
Schubben hebben ieder een witte Winkelhaak,
welk de Kleur zig Netswyze doet vertoonen.
Twee groote Voortanden heeft de Vifch boven,
vier onder in de Bek. De Rugvin be*
(laat byna de langte van de geheele Rug, hebbende
20 Straalen, waar van negen gedoomd
zyn; de Borftvinnen hebben’er 12, de Buikvinnen
6 , de Aars vin 16. Van deeze drie Iaatften
isii]
I
1
B
(11) sparus Cauda integra , Cörpore albo-ietjailato. Syjl.
. Nat. X.
i.D ïe l . VII.Stuk. Ce S
m
m
mm KE£