44
IV en anderen. Meeftal zyn zy zeer naauw, by de
Afdeel. Darmen te vergelyken, en dik wils lang, gelyk
I- in de Kabeljaauwen, Salmen; fomtyds kort en
^stük?" dik, als in de Placviflchen, enz.
Omtrent het gebruik van deeze Byhangzels,
* Appendi- die zeer naar dat van den blinden Darm * in de
cula Cotci M ****
Menfchen gelyken, merkt Stellerus het volgende
aan. „ Daar wordt wel een voedzaam
„ Sap door afgefchsiden uit het Bloed, dat,
„ in den Darm uitgeftort zynde, de Vertee-
„ ring helpt en voortzet in de koude Lighaa-
,, men der Viflchen: maar bovendien ftrekken
„ zy tot Vergaar- en Bewaar-plaatfen van de
,, C h y l; op dat de Viflchen dus , in tyden
„ van gebrek, zig lang in ’t Leven zouden
„ kunnen houden. Dit bewys ik voor eerft:
t Pancreas „ doordien veele Viflchen zo wel het Alvlees
„ hebben als deeze Byhangzels; weshalve, in-
„ dien zy alleenlyk den dienll deeden van het
s, Alvlees , ’er dezelven overtollig zouden
„ zyn : ten anderen hebben de Viflchen ,
„ hoe grooter zy worden, hoe fchiejyker zy
„ groeijen en hoe langer zy Honger, kunnen
„ lyden, die Byhangzels zo veel grooter en
„ menigvuldiger. Dit blykt my uit de Ontle-
,» ding der Salmen, die geheele zes Maanden
„ hun Lighaam door fterke beweeging en Minne-
„ drift afmatten, en, geduurende dien tyd, zonder
„ eenig Voedzel te gebruiken, leeven.” (*).
De
(*) Nev. Ctmraent. Acad. Petrtpol, Ut fupia, p. 414.
De Darmen zyn in eenige Viflchen, gelyk IV.
in de Karpers en veelen van dat Geflagt, byna
even lang als het Lyf» in anderen veel langer; h0ofd.
in anderen korter , gèlyk in de Prikken. In stuk.
fommigen ftrekt het Kanaal der Darmen zig ^armen^
regt uit, van de Rob tot aan de Navel: in t
grootlle deel der Viflchen is het eens naar boven
omgeflagen: in eenige weinigen tnet ver-
fcheide Slingeringen en Bogten omgedraaid, gelyk
in de Menfch. Dit heeft in de Dolphy-
nen , Zwaardvifch en Harder plaats. De Lever
is ook in gedaante zeer verfchillende: in
de meefle Viflchen beflaat zy de geheele lang-
te van den Buik niet, doch in die van ’t Kar-
per-Geflagt ten naaften by. Allen hebben zy
een Galblaasje en Milt: ook zyn de Wyfjes,
in allen, met Eijerftokken, de Mannetjes met
Zaadblaasjes voorzien. De Nieren maaken, in
de meefle Graatviflchen , één Lighaam u i t ,
zynde langwerpig en door den gantfchen Buik
zig uitftrekkende. De Pisblaas, die doorgaans
op den Endeldarm legt , ontlaft zig door de
Navel, alwaar, zo Klein verzekert, de Drek en
Pis te gelyk uitgeworpen wordt, even als in de
Vogelen (*)•
Een T on g , of eenig bewys daar van, vindt De Tong;
men in alle Viflchen. Dezelve heeft in fommigen
een fcherpe, in anderen een ronde punt,
en
(*) Bonnet , Confid. fur les Corps Organifés. Amftcri
1762. Tom. 11. p, 2 ji.
I. D ïïL . VII. STUK.