I.
Hoofdstuk.
deNr uVtitlilgchheeinc
Kabeljaauwen vindt men dikwils Schulpen,
Krabbetjes en Garnaalen: ook wel jonge Haaltjes
, Schelviflchen en Haring o f Sprot. Zo
ziet men dat, wederkeerig , de eene Vifch den
anderen verflindt. Veelen egter fchynen ook
Wier, Gras en allerley Waterplanten, ja zelfs
Slyk en Modder te eeten.
1 Behalve het Keuken-Gebruik fchynt het my
' niet toe , dat men van de Gefchubde Viüchen
eenigeNuttigheid trekt, die van merkelyk belang
z y , ’t zy in de Huishouding of Geneeskonft.
De Schubben, immers, en Graaten, benevens
het grootfte deel van ’t Ingewand, worden weg
gefmeeten. De Vifch, ’t zy verfch o f gedroogd,
is voor een groot deel van Europa de voor-
naamfte, en op fommige tyden byna de eenigfte
Verfnapering. In de Noordelyke Landftreeken,
zo van ons Wereldsdeel, als van Afia en Amerika,
daar men wegens de Koude geen Koorn
teelt, leeven de Inwooners byna alleen van Vifch.
5t Zelfde heeft onder de Negers' aan de Kult
van Afrika, hoewel in minder Graad, en wie
weet in hoe veel Landen naar den Zuidpool,
om die o f andere redenen plaats.
II. HOOFDII.
A F DEEL.
Hoofdstuk.
II. H O O F D S T U K .
Opnoeming der Schryveren over de VifTchen, zo
der Ouden als Hedendaagfcben. Hunne Ver-
deeling , volgens G ronovius. Rangschikking
van L innjEus. Naamen en Kenmerken
der Geflagten.
Voor de Geboorte onzes Heilands hadt men verwarring
der Ouden.
van de Viüchen flegts een verward Denkbeeld,
gelyk uit de Werken van Aristoteles
blykbaar is. Na dezelve hebben wel Allianus,
Oppianus en anderen, zig in ’t byzonder toegelegd
op de Hillorie van deeze Dieren ;
doch hunne Befchryving ftrekte zig meer uit
tot de nuttigheid en het gebruik der Viffcben,
dan tot derzelver naauwkeurige onderfcheiding.
Veelen hebben ook maar de Villchen van fommige
Geweften, Landftreeken, Meiren, Zeeboezems
of Rivieren, befchreeven, en de anderen
geheel onaangeroerd gelaten. Dus fpreekt
Ovidius van die der Zwarte Zee , Oppianus
van die der Adriatifche, Paulus Jovius en Sal-
vianus van die der Toskaanfcbe; de Graaf van
Marsigly van de Villchen van den Donau;
om van andere hedendaagfche Autheuren thans
niet te gewagen.
Onder de Schryvers , die het uitvoerigfte rondkle-
van de Vifchgeleerdheid hebben gehandeld, isTlus'
I. Deel. YII.stuk,. bui