- 354 B e s c h r ï v i k g v a n
IV, digt aan elkander, wit Van Kleur, in de beidé
AiFDEEU g aa|jen. het Kieuwen-Vlies heeft vier Beent»
XXIV. jès; de Schubben zynklein, hard en ruuw: de
HstuK;" Zydftreep krom en digt aan de Rug. De Bek
of Snoet is voorwaards verlangd. Een fcher*
pén Stekel, agterwaards en aan den wortel getand
» vindt men wederzyds, in de Bovenkaak *
aan de hoeken van den Bek : drie Beentjes zyó
’er boven ieder Oog. De Kleur is gtysagtig*
óf in ’t midden des Lighaams Zilverkleurig w it ,
met een dónkere of zwartagtige Streep» eg-
ter, die het agterfte des Lighaams, midden
tuiïchen de Rug- en Aars vinnen , overdwars
fnydt, benevens een andere donkere dwars-
fireep» die over de Öogen én de nabuurigedee-
leh loopt. In de Rugvin waren 46 Béentjes,
waar van de twee eerden naauwlyks Doornag-
tig: de Aarsvin hadt ’er 3 6 , waar van drie
fcherp; de Borftvinnen 17 o f 18 v de Buikvin-
öen Ö, Waar van één gedoomd, en 16 in de
Staart, die eenigermaate gevorkt was.
' (2) Klipvifcb met drie Rugdoornen, de Staart
Argmuut. gevorkt, de Buikvinnen uit tweefcherpe Graa-
Zilrerkleu- ■ ° ’
rige. ten bejtaanae.
Deeze Soort komt voor in de Verzameling
van Chineefche Dieren, welke de Heer Lager-
stroom aan de Akademie van Upfal gefchonken
. heeft.
"(2) Ch&tödori SpTriis DoïfaH’oüs t r i ïü s , Cm & z Mfida.v 1*1»"
ais Ventralibus ex Spinis duabus. Chin. La g e r jlr . z 6 ,
CÈ K u t V Ï S S C HÈ N. 355
heeft. De Geftalte zweemt zeer veel naar die IV.
van de Weftindifche Zilvervifchjes, hier voor Afdebz
befchreeven en afgebeeld: het is plat, breeder
XXIV.
Hoofdstuk.
dan' lang, gedekt met kleine effenedoch niet
Zilveragtige Schubbetjes: de Oogen zyn Bloed*
kleurig: de randen der Kaaken Heeft het ruuw
gemaakt door naauwlyks zigtbaare buigzaame
Tandjes; de Kieuwendekzels Zilverkleur en glad.
In 5t Kieuwenvlies vindt men zes Straalen.
De Rugvin * die gefchübd is en Zeiflenvormïg,
heeft 32 Straalen» waar van de drie voorften
Doornagtig en allengs verkortende, de vierde
enkeld, flapper, langer dan de overigen, die
allengs korter worden en takkig ‘zyn. De
Borftvinnen zyn Ovaal, met 16 flappe Straalen
, waar van twaalf allengs verkortende. In
plaats van Buikvinnen twee korte ftyve Graa-
ten. De Aars vin, van grootte jen figuur als de
Rugvin en insgèlyks gefchübd, heeft 32 Straalen
, waar Van de drie voorften zeer Doornagtig
, de vierde langer en flap: de vyfde een der
langften , de volgende korter en takkig zyn.
De Staartvin is gevorkt, met 17 Straalen.
(3) Klipvifch met drie Rugdoomen ; bet derde m.
Beentje aUerlangfl, scheipvinj
Van
(3 ) Chxtodon fpinis Dorfalibus tribus , Radio tertio lon-
jiflïmo. Syft. Nat, x. Chxtodon fafciis tribus fiafcis , pinnS
Dorfali Setiformi. Muf. Ad. Fr. I. p. 63. T. 33, f, 3-,
LDsxju VII. Stuk. Z 2
m \
’eik’il
7StS?l
'$M\