IV. graatig, en redelyk vaft van Vifch , maar aan
Afdekl. den Buik week en Slymig (*> Ray hadt reeds,
Hoofd. buiten tw y f e l u it de Zer ig ten van anderen,op.
stuk. gemaaktj dat deeze Vifch in diepe Steenagtige
Beef-Aai. holen zig onthoude, alwaar hy zeer vet wordt,
en eene gezonde Spyze uitlevert Cf).
Voorts merkt men aan, d a t, behalve in de
Beef-Aal en Krampvifch of Trilroch ( Torpedo),
een Elektriek Vermogen huisveft in verfcheide
Vifïchen; als hebbende de Heer de da Gon-
damine dit ook, by Para in Amerika, in een
Soort van Lamprey, en de Heer Adanson in ’e
Land van Senegal, in een Vifch uit het Ge-
Aagt der Murcence, waargenomen. Zouden de©-
ze niet de zelfde Beef-Aal, o f een Verfchei-
denheid daar van, kunnen zyn ?
V. H O O F D S T U K .
Befcbryving van 't Geflagt der Scherp.Staarten,
een Soort van Vijjcben, die men anders Haair-
o f Dun-Stgart zou kunnen noemen, zynde zeer
fisrlyk Zilver kleur,
'PX en naam van Scherp-Staarten kunnen
wy gevoeglyk geeven aan dit Geflagt van
Vifïchen. Immers den Griekfchen naam Tri.
chiu,
(* ) Verhand,, der Holt. M aatf,h.. % DEEX,. 2. Stuk
Bengten. 87, enz.
i f l Syn. Pifc. p. I^a,
cbiurus, welken L innasus thans in plaats van
Lepturus gebruikt, over te brengen in Haair-
Staart of Dun-Staart, daar van fcheen my het
eerfte te dubbelzinnig en het laatfte niet bepaald
genoeg: alzo de Vifch de Staart niet zo
overmaatig lang en dun, maar fpits en fcherp
als een Els heeft, en ongevind.
De overige Kenmerken beftaan in het L y f
op zyde famengedrukt of hooger dan breed te
hebben , van gedaante naar een Degen gely-
kende: den Kop in de langte uitgeftrekt, met
zydelingfe Kïeuwendekzels: de Tanden Elsvormig
: voor in de Bek troepswyze. Het Kieuwen
Vlies heeft maar ééne Straal zegt L in-
NiEUS, doch Gronovius merkt aan , dat hetzelve
wel zeven Beentjes hebbe: des ik geloof,
dat onze Ridder het Beenig dekzel meent. In
dit Geflagt is maar ééne Soort bekend; te wee-
ten.
( 1 ) Scberpjlaart van Zilverkleur.
De Heer Klein hadt deezen Vifch , dien
men in ’t Werk van W illoughby voorgefteld
vindt onder den naam van Indiaanfcben A al,
Enchelyopus genoemd, om zyne gelykheid met
den Aal (Ey^sAv?) aan te duiden. Men wil dat
het
( i j Trichiurus. Syjl. Nat. X. Gen. ia i. Lepturus. AR.
TEDI. Spec. in . Muf. Ad. Frid. I. p. 76' Tab. XXVI. E
2. Gymnogafter. GRON. Muf. I. N. 47- Gyiunogafter Ar-
genteus compiefliis , Cauda attemiata impkma. BRQWN.
Xfiaic. 444. T. 4J. f. 4-
I, Pe el . YII. Stuk. H $
IV.
A fdeel.
V.
Hoofdstuk.
1.
Lepturus.
Dunftaart.
Pl. LVII.
Fig. i .