4.34 B b * c h f t ï v m c v a n
j y J o h n s t o n befchreeven. W y hebben op de
Afdeel, eerfte Soort iets gemeld, aangaande de Eigen-
XXVI. fchappen van den Scarus en de afleiding van zyn
H oofd- jk VOeg ’er thans b y , dat hy ook Mei-
STUK* rix of Riiminax, in ’t Engelich the Cud of Cbe-
wing-Fish genoemd wordt; om dat hy deeenig*
fte zou zyn onder de Viflcben, die herkaauw-
de (*). Deeze bonte wordt gezegd niet alleen
zeer fraay te zyn,maar ook ongemeen lekker.
Men vifcht hem in de'Middellandfche Z e e , by
Antibes en Marfeille. ....
Deeze Vifch heeft de Gogen, en den Buik
aan de Navel, paarfch; de Staart donker blaauw:
het overige L y f is ten deele groen, ten deels
zwartagtig blaauw, de Schubben als met donkere
Stippen befprengd, Zyn Bek is middelmaatig,
> met breede Tanden, in de Bovenkaak digt {taande,
in de Onderkaak yl en fcherp. Langs de
Rug naar de Staart loopen Stekels , die met
een dun Vlies famengevoegd zyn , en even ver
van elkander geplaatfl:, aan de top van ieder
van welken een Vliesje hangt als een Wimpeltje
of Vaantje. De Vinnen aan de Kieuwen
zyn breed en als Eyrond. Op ’t midden van
den
(*) ’t Is wel geloofbaar, dat zodanige Viffchen die groote
breede Tanden, als e?n foort van Kiezen, in de Bek hebben
, daar van eenig gebruik maaken om de Kruiden of
’t Zee-Wier , dat zy eeten , te vermaalen ; doch dat deeze
yiffchen niet herkaaitwen kunnen, gelyk de Viervoetige Dieren
heeft Pejebtjs uit befchouwing der Maag en Slokdarm,
in de Goud-Braafem, Harder , Salm en anderen , als ook in
de Scarus, aangetooud. WiLL. p. 3°Jden
Buik heeft hy twee pufpere Vlakken. De
Rob is taamelyk groot gevonden , de Lever
witagtig: de Darmen waren wyd, de Milt niet
klein en hy hadt veel Gal. Met de Lyfter-
Viflchen komt deeze, in gedaante, taamelyk
overeen.
(39) Lipvifcb die Uaauwagtig zwart is mft
Kleur.
De zwarte Kleur en de Geftalte der Lyfter-
Viflchen, doet aan deezen den Naam geeven
van Zee - Merel o f zwarte Lyfter, in ’t Hoog-
duitfch Meer - Amjel, wordende te Venetie ook
Zee-Zeelt getyteld. Merret maakt gewag,
dat ’er aan den Weftelyken Oever van Groot-
Brittannie een gezien z y door T urnerus, dien
de Viflchers noemden a Cookfish, dat is een
Kok - Vifch. De Kleur is over ’t geheele L y f ,
als ook aan den Buik en Vinnen, donker blaauw*
agtig bruin.
Als eene aanmerkelyke byzonderheid heeft
men, omtrent de inwendige deelen van deezen
zwarten Lipvifch, aangetekend, dat, de
Lever wit zynde en in twee Kwabben verdeeld,
de, Gal in een fmal Buisje was beflooten", door
omwendingen verdubbeld , en de langte hebbende
van anderhalf Voet.
(4 0 ) Lip-,
f39) Labrus coemleo-nigrlcans. ART. Syn. SS- Turdus ni-
ger, Merula Salviani & Rondeletii. WJLI.. p. 32.0, RaJ. p,
*3 7. Jonst. Tab. XIV. N. 2.
I. Dsel. VII. Stvk,
IV;
Afdeel.
XXVI.
Hoofdstuk.
X X X IX .
Merula, MereJ,
J5e %