IV.
A fdeel.
&
Hoofds
t u k .
Vangft.
uit Ysland, te Koppenhagen en Glukftad aan’.
Ik fpreek thans niet van den Kabeljaauw-Vangft
op de Terreneuffche Banken, noch van de grocv-
te cn kleine Viflchery der Nederlanderen; daar
ik , op zyne plaats , van gewagen zal.
De manier van Vifch te vangen is , naar de
verlcheiderley Landaart en Omftandigheden ,
grootelyks verfchillende. Men kanze fomtyds
met de Hand grypen: een Manier, hoe een-
voudig ook, die een groote behendigheid ver-
eifcht. Van de Negers en Indiaanen wordt de *
Zee-Vifch, die wat groot is, dikwils met Py-
len , Javelynen of Werpfpiefen gefchooten.
Het vangen met een Hengel o f Hoek kan van
de kleinften af tot in de grootften byna, van
de eigentlyke Viffchen , plaats hebben. Om
kleine Vifchjes op de Gambia te vangen , wordt
van de Negers, aldaar, een foort van lange
Korven gebruikt, die open zyn en met eenig
Aas voorzien. Het Vrouwvolk Ichepr daar mede
de Vifchjes uit het W a te r , die dan in een
Houten Mortier geftampt worden tot een Deeg,
waar van men Ballen maakt, welke, onder den
naam van Stinkvifch, hun het geheele Jaar tot
Voorraad {trekken, s
Van de verfcheiderley Soorten van Schakels,
Schrob- en Treknetten of Zegens, ’t zy met of
zonder Zak, die ’er tot den Vifchvangft in gebruik
zyn , zal ik niet fpreeken. Alleen merk
ik aan, dat veel van dit Tuig dienen kan om
de Binnenwateren byna geheel van Vifch te beroo
roóven, ’t welk zo zeer geen plaats heeft met
Fuiken of Baande Netten, die in ’t Noorden
zeer veel gebruikt worden, en tevens tot Houwers
dienen , om den Vifch levendig te be-
waaren. Wanneer menze’er uit neemt, wordt
altoos êén, tot Lokvifch , daar in gelaten (*>
Veelal plaatst men deeze Fuiken voor enge pas-
fagiën , ’ daar het Water doorftroomt , gelyk
hier te Lande by Schutfluizen en in Mólentog-
ten, o f elders daar een fterke Stroom is. Op welk
een wyze deDuikerganzen in Noorwegen worden
gebruikt 5 om den Vifch in de Fuiken van een
Vifchhuis te jaagen, heb ik reeds gemeld Cf).
Verfcheide bepaalingen zyn ’e r, in ons Land,
omtrent de Viflchery , gemaakt. Sedert alle de
Binnen-Wateren , in Holland en Weftfriesland,
verpagt geworden zyn, mag door de genen,
die ’er "een Regt toe hebben of Partikulieren,
zo genaamd ,- nergens gevifcht worden , in gemeen
Water, dan met de Hengelroede. Ook
is het Viffchen met Schrobnetten geheel ver-
booden, en, op dat de jonge Vifch niet opgè-
vangen zou worden , moeten de Maazen der
Netten, daar de bevoorregten mede Viffchen.,
van een behoorlyke wydte zyn z naamelyk die
der Vlouvjen van 18 Overgangen of 9 Maazen
in
("*) Zie de Befchr. der flllh
gfgfeg dpeüraucp- Stokh. Verh. XV. Stuk. bl.
^77* Zie ’t Y. STtfK. deezer Natuur 1. Hiftork, black.. 74*
J. DEEL. VII. STUK. A 3
I.
Hoofdstuk.
Eepaaüngen
daar oniti ent
in Holland,