IV. kleine Tandjes, te hebben, in de plaats gefield
Atoïel. wordt
XX lJ.
Hoofd- #t Getal der Soorten, welken Linn^eus op-
. stuk. g e e ft, is vier , waar onder de Weftindifche
Zilvervifchjes en onze Zonne -Vifch behooren.
i. O ) Spiegelvifch met een gevorkte Staart, en
zilmvifc'hje. een weerleggende Graat voor de Aarsvin.
Onze Autheur betrekt hier toe het ongefchub-
de Zilverkleurige Ruitvifchje , van Browne op
Jamaika waargenomen, met alle de Vinnen
kort. Het Voorwerp, dat door dien Heer, in
de Befchryving van het Kabinet zyner Koning-
lyk Sweedfche Majefteit, afgebeeld is , hadt
tweeGraaten agter de Navel; en febeen, dus,
eenigermaate overeen te komen met dat van
S eba , genaamd Zilververwige Chaetodon (* ) ;
verfchillende ten minde, door de kortheid der
Vinnen, van de volgende Soort. Het is Ruitag-
tig van figuur, gelyk de gewoone Weftindifche
Zilvervifchjes ,en Zilveragtig van Kleur, ’t Oe-
tal der Straalen, in de Vinnen, verfchilt weinig
met dat van ’t volgende.
(2) Spie-
(*) Zoofhyl, Gron. Fafc, I. p. jtf.
(1) Zeus Cauda bifurca , Spina ante PInnam Ani decurn-
betite. Syfl. Nat. X. Gen. 138. Rhomboida, alepidota, Ar-
gentea, Pinnis omnibus brevibus. Brown. Jam. 454. Zeus
Cauda bifurca: Muf. Ai. Fr. I. p. 66. Tab. XXXI. fig. 9.
(*) Chxtodou quadratus, Argentei coioris , aeuleis duobfis
brevibus loco Pinnarum VentraKum pixditus. Seb. Tbef. Ut.
(2) Spiegelvifcb met de tiende Straal van de IV.
Rugvin, en de tweede van de Aarsvin, lan•
ger dan het Lyf. H oofd*
, - . STUK.
De langheid van twee Straalen o f Beentjes n
der Vinnen, is het Soortelyk Kenmerk van dit Gal!«s-,
Vifchje, ’c welk van de Brafihaanen Abucatuja
en van de Portugeezen, in Brafil, Peixe-Gallo
o f Haanvifchje geheeten wordt. Ikan Kapelle
is een Ooftindifche naam, welken Ruisch gebruikt
, cn Valentyn fchynt ’er , onder den
naam van Ikan batoe Jang Maha afmg, gewag van
te maaken. De naam van Lune of Maan wordt
’er door du T ertre , in de befchryving der
Voor-Eilanden van,Amerika, niet onaartig aan
gegeven: weshalve wy het Maanvifchje nae*
men. Gerrieenlyk worden zy Zilvervifchjes geheten
, en deeze naam voegt huo immer zo
wel, als aan die van de voorgaande Soort. Zie
hier de Befchryving , welke de Heer Grono-
v iu s ons van zulk een, uit de Verzameling van
den Heer Vosmaer , geeft.
Hetzelve heeft L y f en Kop dun en perpen*
diculaaar b r e e d d e Rug en Buik zeer fcherp;
de Bovenkaak een weinig korter dan de Onderkaak
: naauwlyks zigtbaare Tandjes in de beide
Kaa-
(1) Zeus radio Dorfali decimo , Analique fecundo , Cor-
pore longioiibus. Syfl. Nat. X. Zeus Cauda bifurca. Art.
Cm. 35. Syn. 78. GRON. Muf. I. N. 108. Rhomboida major
alepidota, radiis anterioribus Pinnx Dorfalis &Anilongis-
fitnis. BROWN. Jam. 45j. Abucatuja. MARCGR. Braf. i£ r.
I. DEI!,, VII. STVK. V 4