!'fTfetfr/\ &IÜ
Deeze is de Hippurus der Autheuren, welkeu j y .
men ook Equifde en Equifdis getyteld vindt. A fdeel.
De Portugeelche Zeelieden geeyen ’er den ^VlU,
naam van Dorado aan, die Oranje-Vifch bete- SXUK>
kent volgens N ie r em b e r g : de Spaanfchen noe- Dorad,.
men hem Lampugo, de Engelfchen a Dqlpbin,
dat is, een Dolphyn.
De Franfche naam Dorade o f Goud - Vifch
wordt op veelerley VifTchen toegepaft, die eenen
Goudglans hebben op een gedeelte of op ’t ge-
heele Lyf. Dus vindt men ’er een, dien de Ita-
liaanen Orata, de Engelfchen Giltbead o f Goudkop
noemen» gebragt onder de Spaaren. De
Chineefche Goudvifchjes, thans m ons Land,
onder de Liefhebbers, gemeen, behooren tot
het Karper-Geflagt. Hierom kan alles, dat door
de Autheuren aan de Dorado’s toegefchreeven
wordt, niet op deeze Soort toepaffelyk zyn.
Het is , zonder tegenlpraak, een der fierlyk-
fte Viffchen; alzo hy,in ’t Water zynde, een
glinfterende Goudkleur heeft op een groenen
grond. Zyn Oogen zyn groot, rood en vuurig:
hy is vlug en zeer gujzig. Men merkt aan,
dat de Dorado een dood-Vyand zy van de vliegende
Viffchen, waar op hy met een onbegry-
pelyke fnelheid jaagt, en dus zig dikwils ver-
raffen laat. Men behoeft flegts twee Vederen
van
Syfl. Nat. X. Gen. 134. Loefl. Epiß. Osb. Itin. 3°?.
Coryphsna Gauda bifurca. ART. Gen. is- Syn. 29. Hipputus
Authorum. WilH.'PiJh, 213. RaJ. Piß. 100. JoNST. Tab.
I. f. 12.
, j. deel. Vil. stuk,