j y digen Heer Dr. H a g en , in zyne uitermaate
A fdeel, vvel geftoffeerde Bibliotheek inziend^, bevind,
XII. tot myne verbaaftheid, op de aangehaalde plaats,
^TÜK°* re8t hec tegendeel.
Die veny- B a r t h o l in u s maakt wel gewag, dat een
nighcid is vifTcher aan ’t end van zyn Vinger gedoken
ware, door een Graat van de Rugvin van den
Vifch Fofmg , en dat het dien Viffcher zeer
ontftelde, dewyl dezelve meende, dat zyn
Hand zou moeten afgezet worden; doch deeze
Geneesheer, zig daar niet aan kreunende, leid
'er de gekneusde Wortelen en Bladen op van
Allium Vrfinum, een Kruid, ’t welk hem by
geval voorkwam, en, dat men hier' te Lande ook
vindt en Das-Look noemt. De Viffcher kwam
hem ’s anderendaags bedanken, zynde volkomen
genezen, en federt, zegt h y , hebben de
, Viffchers deéze Viffchen onbefchroomd behan.
deld, hoildende dat Kruid voor een Tegengift.
Ze lf zyn Vinger aan zulk een Vifch gekwetft hebbende,
genas hy de Wond met een Pleiftertje
van Diacbyloncum Gummi alleen.Hier op zegt hy :
,, derhalve fpot ik onbefchroomd met het vermoe.
„ den van Kwaadaartigheid in de Stekels van
,, deezen Vifch; inzonderheid, dewyl de Kwct-
„ zuur, daar mede, wat verder opgefcheurd,
„ niet meer kwaads in heeft, dan het Krab-
ben van een Kat (*), ”
Ter-
(*) Itaque confirmatus rideo in hujus Piscis aculeis fuspi-
iioneis malignitatis; prscfertim cimh longius tra&um Vulnus
Terwyl de Ridder LiNNaEüs, een Man van
to veel Gezag als Wereldkundig is , deeze
Graaten niettemin voor allervenynigfl of ten ui-
terjle Vmytiig in het rteeken, hadt verklaard,
zo is het niet zeer vreemd, dat de Heer L .T .
Gronovius, in zyn nieuwe Werk, ons dezei-
ven nog voor Venynig opgeeft (*) ; gelyk
G rjEVIinus den Pjeterman, om die reden,, ook
onder de Vergiftige Dieren hadt geplaatft. E»
venwel moet ik my daar over verwonderen ,
terwyl ik in de Verhandelingen der Akademie
van Upfal z ie , dat de oude Heer Dr. J Fr.
G ronovius, zyn Vader, gantfch weinig denkbeeld
van die Venynigheid fcheen te hebben*
Zyn Ed zegt: „ Onze Viffchers aan Z e e , ge-
„ looven hardnekkiglyk, dat ’er in de voorfte
„ Rugvin van den Pieterman eenig Venyn fchuL
,, le , en dit Venyn waanen zy een Vogt te
„ zyn, dat zyne zitplaats heeft in de Beentjes
,, o f Graaten van die V in : willende niets hoo-
m ren van de nadeelen en Toevallen, die op
„ een Zenuwlteek volgen ( t ) ” * Deeze, wee-
ten de Genees- en Heelkundigen, veroorzaakt
dik.
non plus mali habeat , quarn quibus Üngues Felini in Cutc
Paragraphos duxerunt. Aft.Hafn. III. Obf, 84.
(*) Aculei quinque Venenati in Pinna Dorlali anteriore.
Z'óopbyl. Grm. Fafc. I. Leid. 1763. p. si.
f f ) Maritimi noftri Piscatores Venenuni in priori Pinna
Dorfali latere , St efiè humorem quendam in Olïiculis hae-
tentem, pertinaciter credunt; nihil de noxa & fymptomatibus,
ex Nervi punftura , audire volentes. AB. Upf. ut fupra.
I, Deel. Vil. Stuk. L
IV,
Afdeel,
xi r.
Hoofd-
STU15*