IV. nen <S, en één fcherp; in de Aarsvin 24 en drie
A fdeel, daar van Doornagtig. Thans noemt zyn Ed.
XXIV. dit Vifchje, Cbeetodon met een zeer lange, Bee-
Hstük.* nige Snoet, die de Rug- Aars. en Staart. Vinnen
aan ’t end rond, en een zwarte Vlak aan
de Rugvin heeft.
ix. (9) Klipvifch met negen Rugdoornen , een
zwwtagtigê. Stekel wederzyds aan de onverdeelde. Staart.
Den zelfden bynaam, omtrent, hadt Ar t e .
d i gegeven aan een Vifchje van dit Geflagt,
door hem befchreeven. De Heer H a sse l -
qoist vondt ’er te Kairo één uit de Roode
Zee afkomftig, ’t welk hy twyfelde o f ’t niet
de zelfde Soort ware. In de Tellingen van de
Vin-Straalen is het verfchil ook niet byfter
groot, uitgenomen in die van de Staartvin,
waar in A r t e d i 16 en hy 26 Beentjes vondt,
De Rugvin hadt ’e r , byhem, 33 60 zes ge-
doomde, de Aars vin 26 en twee fcherp: by
A r t e d i de Rugvin 38 en negen, de Aarsvin
29 en drie gedoomd. In de Borftvinnen heeft
de een i <5 de ander 17 Straalen gevonden.
Die van de Roode Z e e , welken Doktor Has-
s e l q ü is t naar een gedroogd en opgevuld Voorwerp
befchreef, was van taamelyke grootte,
als
, (0) Chsetodon fpinis pinna: Dorfalis novem , fpina laterali
Htrinque Caudae integrse. Syfi. Nat. X. Chxtodon nigrefcens,
jCauda albèfcente, jequali, utrinque aculeata. ART. Spet. 90.
Chsetodon aculeis in utroque latere ad Caudam duobus-
, HASSELQj h in . 33 i .
als zynde , over ’t geheel , anderhalf Voet IV,
lang; met een Kop van vier en een Staart van jA'fdeel*
drie Duimen : ongevaar een Span breed. De
Geftalte was byna als die der andere Klipvis- stuk.
fchen, maar aan de Keel , beneden de Onderkaak,
hadt deeze Vifch een zeer diepen Boe-
fem, en aan de Staart, wederzyds, twee Stekels,
de een voor den anderen horizontaal ge-
plaatfl:, Zeifienvormig : zeer fterk, breed,
p la t, geltreept. Hy was gedekt met zeer
kleine, digt leggende, aan h e tL y f vafte, on-
efene Schubbetjes: die hem, in ’t ftryken op-
waards, van de Staart naar den Kop toe, met
den Vinger, ruuw maakten op ’t Gevoel.
(10) Klipvifch met negen Rugdoornen , drieT . * ‘ s
Beentjes in het Kieuwen - Vlie s, op ’i L y f DiietoaU
: vyf zwarte Banden: de Staaft eenigermaate
gevorkt,
Vah deeze is bekend , dat de Rugvin
32 Straalen heeft , waar van negen ; de.
Aarsvin 22, waar van twee: deBorft- en,Buikvinnen
elk 5 , waar van één, en de Staart 1 6 ,
waar van geene Doornagtig zyn, In het Kieuwen
Vlies zyn maar 3 Beentjes: zo dat deeze
Soort niet alleen van ’t algemeene Kenmerk
der Klipvilfehen , van 6 Beentjes daar in te
befalt
io) Chxtodon fpinis Pinnse Dorfalis novem , Membran*
Rranchioftegx tribus , pafeiis quinque nigris , Cauda fubbifi.
da. SyA Nat. X.