XIII.
H oofdstuk.
t8 6 B e s c h r ï v i b o v a »
duizend Laften, hadden; 't welk, gepaard met
den hoogen Prys van den ZoutenVifch, enden
fterken trek van die Waar naar Vrankrykj, in
’t volgende Jaar 95 Schepen, naar Ysland,
deedt uitruften, en, niet tegenftaande toen de
Viflchery weder flegt uitviel, hebbende ieder
Schip maar 11 Laft gevangen: ja dat in ’t Jaar
1756, door het Y s , waar mede de Kuften van Ysland
bezet waren, nog veel minder gevangen
werdt: zyn doch, wegens den hoogen Prys
van den Vifch, uit hoofde van den Oorlog tus-
fchcn de twee nabuurige Zee - Mogendheden ,
in ’t jaar 1757 weder i n Schepen derwaards,
uit de Maas gezeild , met drie Ventjaagers ,
gelyk gewoonlyk. Men vong in dat Jaar wel
niet veel, doch de fterke Vertiering van den
Zouten Vifch deedt zo veel Gelds overwinnen,
dat, in ’t jaar 1759» wel 124 Schepen uit
de Maas, waar onder 47 van Vlaardingen en 55
van Maasfluis, uitgeruft werden, die maar een
gemeenen Vangft hadden; hoewel de groote Aftrek
naar Vrankryk de Onkoften over 5t algemeen
goed maakte. In ’t jaar 1761 is de Vangft
zeer gezegend geweeft, hebbende 123 Vaartuigen
’t huis gebragt by de derdhalfduizend
Laften. Deeze Vifch - Schepen, genaamd Buizen
en Hoekers , zyn van veertig tot zeftig
Laften groot.
Oudtyds plagten de Hollanders o f Duitichers,
die op de Kuft van Ysland kwamen viflchen,
aldaar Tenten aan de Wal op te flaan, en veelerpE
K a b e l j a a d w e n . 187
lerley *M * * 4 Kleederen, Meffim, Kam. ^ men, Brillen en andere Snuifteryën, naderhand ;
ook Tabak, Jenever en Brandewyn, aan de In- hoofd-
gezetenen te verruilen, tegen Yslandfche Koulèn stuk.
en Wanten, Hembdrokken, Broeken en andere
Produkten des Eilands: doch het ftrenge Verbod
van den Koning van Üeenemarken, die dee-
zen Handel aan zyne Onderdaanen alleen toelaat
en verpagt heeft; benevens de belemmering»
welke dit toebragt aan de Viflchery, heeft de
Staaten Generaal zulks uitdrukkelyk, by een
Plakkaat van den 1 5 February des jaars 1762,
op de verbeurte van het meegebragte Goed en
een Boete van vyftig Guldens voor den
Overtreeder, doen verbieden (*).
Gedagte Vertiering heeft ook veel invloeds op
den Kabeljaauw-Vangft op ’t Dogger - Zand, ne viflchery.
een groote Bank of Zand - Plaat, welke ten Noord-
weften van onze Eilanden, tuflchen Engeland
en Jutland, in de Noordzee, gelegen is. Deeze
Viflchery wordt, van ouds tot heden , de
Dogge - Vaart geheten; niet zo zeer wegens dat
Zand, als wegens den Kabeljaauw ze lf, dien
men oudtyds, hier te Land, JDogge noemde.
De Dogge - Vaart komt, in de Plakkaatert onzer
Overheden, voor, als de kleine Viffcbery,
in onderfcheiding van de Haringvaart: zo dat
de Walvifchvangft van fommigen , zeer oneigen,
de kleine Viflchery getyteld wordt. De
ö Vaar-
(*) Zie de Ned. Jaarbmkfn, Maart. J7«-> a,-°*
l, DEJX. VII. STUK, _