jy De Vifch, dien de Ouden Synodon o f Dentetf
Afdeel, heeten, noemen de Icaliaanen , hedendaags ,
XXV. Dentale. Die naam is van de Tanden afkom-
Hoofd- en ^ ^ egen s wordt h y , van de Engelfchen,
de Sea - Rougb of Ruff met Honds - Tanden,
geheten. De Duitfchers noemen hem
Zan^t dat is Tand - Braafem.
De vier uitfteekende Tanden , in de Onderzo
wel als in de Bovenkaak, die naar Honds
tanden in den Menfch gelyken , hebben den
naam aan deeze Soort van Zee - Braafem gegeven
, die den Fragolino o f Pagro der Icaliaanen
niet ongeiyk is, ,doch dikker naar de grootte.
Gemeenlyk weegt hy drie o f vier, doch men
ziet ’er ook van tien Ponden zwaar. Zyn
Kleur is , in de Jongheid, vuilgroen o f geel,
met ligt blaauwe en zwarte Vlakken, doch in de
Ouderdom wordt hy geheel paarfch o f roodag.
tig Purperkleur.
In de Synagris van Bellonius , dien fommi-
gen ook tot deeze Soort betrekken, werden,
dat zonderling is, 90 Straalen in de Rugvin geteld
en 10 in de Aarsvin, volgens Artedi:
daar de Rugvin in de Synodon, volgens W il-
Loüghby, maar 10 , de Aarsvin 8 flappe Beentjes
hadt. Den eerftgemelden Bynaam geeft
L innteus aan den voorgaande.
Tot
quatuor majoribus. Syfi. Nat. X. Sparus varias, Dorlb acufcr,
Dentibus quatuor majoribus. ART., G en. 3 s. Syn. 60. Dentex
ûve Synodoa Aldrovandi, Wi l l . p. j iz . B.AJ. p. 131.
Tot deeze Soort betrekt de Heer G romovius
den Kaapfchen Goudvifcb , en den Acara. der A fdeel.
Brafiliaanen , onder den naam van Cyn^ dus
met de Staart als een WaJJende Maan, de tweede STUK>
Voortand van de beide Kaaken grootft (*). B row - Kaapfche
NE hadt een dergelyken genoemd Goudglin- Goudwfch*
flerende Coracims, en K l e in geeft den naam van
Synagris aan een Vifch , die rood of Purper-
agtig bont i s , met blaauwe en zwarte Vlakken
: welke beiden ook tot deeze Soort betrokken
worden.
Gemelde Goudvifch, één V o e t, vier Duimen
en drie Lynen lang, hadt in de Rugvin 22
Beentjes, waar van twaalf gedoomd , in de
Bor ft vinnen 16 , in die van den Buik 6 en
één ftyf of fcherp, in de Aars vin 11 en drie
ftyve Beentjes; 15 in de Staart. Van deTan-
den, die taamelyk groot en vaft zyn in de beide
Kaaken, fteeken onder en boven twee uit,
die zeer fcherp en fterk zyn , viermaal zo lang
als de overigen; ’t welk den Vifch zeer kenbaar
maakc.
Ci8') Zee- Braafem met de Staart gevorkt, en xvm.
V j - n j Spin**. een agter over leggende Rugdoorn.
De
(*) Cynxdus Cauda Lunulata , Dente fecundo antico
uttiusque Maxillx maximo. Zóoph. Gr on. Fafc. 1 . p. 60.
N. 114.
• ( is ) Sparus Cauda bifida, fpina Dorfali recumbentë. Syjt.
Nat. X. an Idem ? Loefl. Epiji. Sparus Javanenfis. Oi3.
Jtin. 273.
I.DEUL. YII. STOK.