iv . Jeukt van twee o f drie dagen.y Onder Viflchen
'Afdeel, Van een en dezelfde Soort, Gedaante en Groot-
Hoofd- t e * vindt men ’er die VerSiftiS zyn, en ande-
STUK. ren die geen het minde kwaad doen: ook hebben
de eerftgemelde de zelfde uitwerking niqt,
op allen die ’er van eeten. Ik heb niet vernomen,
getuigt de Schryver van dien Brief, dat
’er iemand door geftorven zy : de Honden en
Katten eeten doorgaans het overblyfzel zonder
nadeel: maar de Menfchen, die er eens ongemak
van gehad hebben, voelen hunne Pyn t’el-
Rens vernieuwen, wanneer zy ’er van eeten;
fchoon het zelfs van de minBfchadelyken ware;
viflUiener De Geneeskundigen, die over de natuur en
hoedanigheid der Viffchen , inzonderheid van
de genen die op onze Tafels komen, gefchree-
ven hebben, getuigen , dat dezelven, in ’t algemeen,
voedzaamer zyn en gezonder dan Wortelen,
Kruiden enVrbgten; hoewel" Vifch, ten
dien opzigte , geenzins in vergelyking komt
by Vleefch. Niemand twyfelt; dat zy veel Wateriger
en Slymiger zyn: weshalve H ippocr a te s den
Vifch aanmerkt als een Voedzel van weinig zelf-
ftandigheid. Inditopzigt, egter, wordt de Zee-
Vifch beter geagt dan die der Rivieren, en die uit
diep Water; overtreft den genen, zelfs , die
aan de Stranden gevangen wordt. Men wil dat
de Zee-Vifch, in ’t Verfche Water, onfmaake-
lyk worde, niettegenftaande hy daar in Vetheid
toeneemt, en zulks is , zekerlyk, ten opzigt
van de Salinen waax. Ondertuffchen overtreft
de
de Rivier-Vifch, grootelyks, dien der Meiren
en Baande Wateren; gelyk wy dit in de Baars
zien , die in fommige Meiren een grondige
Kleur en Smaak aanneemt. De Karper , wederom
, wil in Meiren en Modderige Slooten
wel gevangen zyn. De Forellen, welker lekkerheid
alles te boven gaat, vindt men nergens
dan in Beeken en Rivieren.
De Lekkerheid, ondertuiTchen, is juiffc het
teken niet van de gezondheid o f verteerbaar-
heid der Viflchen. Aan dit laatfle kan , bovendien
, ten goede o f ten kwaade, door de
Bereiding veel worden toegebragt. Het zouten,
droogen en rooken, maakt den Vifch niet alleen
duurzaam, maar bekwaam tot Spyze voor
IV.
A fdeel.
Arbeidsluiden en Menfchen die zig Berk be-
weegen, in wier Lighaam de verfche Vifch te
fchielyk verteert en verrot. Dit laatBe vordert,
in allerley GeBellen, dat men denzelven met een
bekwaame veelheid van Zout koolse. Door t
braaden aan ’t Spit, o f op den Koofler, wordt
de hoedanigheid van den Vifch zeer verbeterd,
gelyk ook door ’t bakken in de Pan; hoewel
de flerke rooBing van Boter o f Olie, waar in
men ze bakt, een onbekomelykheid te weeg
brengt voor zwakke Maagen ; indien men geen
Azyn, Limoenfap, o f dergelyke zuure Dingen
en Toefpyzen, tot tempering gebruikt. EerR
gebraden , dan gefloofd en met Speceryën
toegemaakt, kan men van den Viich Geregteo
laaten bereiden, die in gezondheid niet alleen,
i. S
Hoofd.
stuk.
1, deel. VU. stuk. maar