IV. Van deezen Surinaamfchen zyn twee Tellim
A fdeeu „ en fjgj. Vinftraalen, de eene in Sweeden ge.
XXVI - o
HoofdI daan» de aQdere in Holland. Beide deeze Tels
t o k . lingen komen nagenoeg met elkander en met
die van de voorgaande Soort overeen, uitgenomen
dat in de Aarsvin een aanmerkelyk ver*
fchil zy gevonden. Die van ’c Sweedfche Kabinet
laadt in dezelve 19 , die van ’t Gronoviaan-
fche ia Straalen. Deeze laatfte is over ’t ge-
heele L y f bruin, met negen o f tien zwart en
wit geftippelde Streepen over ’t L y f, Men
vindt hem in de Rivieren van Suriname.
XXIII.
Melapi.
(23) Lipvifch, die de gefmzelde Rugvin en de
Aars vin bont heeft en een bruin Maantje agier
de Oogen.
Men vondt deezen, uit de Zuidelyke deelen
van Europa afkomflig , ook in ’t Koninglyk
Sweedfche Kabinet. In zyne Rugvin zyn geteld
25 Straalen , waar van zeftien Doomagtig,
in de Borftvinnuen 13 , als ook in de Aarsvin,
6 in de Buikvinnen en 12 in de Staart. Van
die der Buikvinnen was ’er één, van die der
Aarsvin waren drie gedoomd.
xxrv. (24) Lipvifcb met de Staart onverdeeld , de
Motkus. f r J.
E g y p t if c h e . .Rag-, Aars- en Staartvinnen gewolkt,
De
f13) Labrus pinna Dorfï ramentacea Anique variegata, lunula
fufcd pone Oculos. Muf. Ai. F. II.
(24) Labrus Caudd Integra, pinnis Dorfl Ani Caudsque
nebulatis.' Muf. Ai. Fr. II. Labrus NiloücuS. HASSEX-t^ /?.
p. 34-6. N. 78. a
De Heer H a s s e l q u i s t heeft deeze Soort in iv.
Egypte befchreeven, alwaar het de befte Vifch
is van den N y l, voerende, by de Arabieren, Hoop^
den naam van Bulti. Hy heeft de langte van s t u k .
twee Voeten, de breedte van twee Span. De
Kleur is rieenemaal Zeegroen , uitgenomen de
Buik en Kieuwendekzels, die verzilverd zyn.
De gemelde Vinnen zyn met zwartagtige Vlakken
getekent; de overigen wit: de Schubben
groot, elfen en ligt afgaande: de Zydftreep.
regt. De Kop en ’t L y f zyn hooger dan breed:
de Kaaken gelyk: de Rug fcherp. In de Rug-,
vin vondt hy 30 Straalen, waar van zeventien..
Doomagtig; in de Borftvinnen 15 , in de Buikvinnen
6, in de Aarsvin 12 en 20 in deStaart..
Van die der Aarsvin waren drie, van die der
Buikvinnen één gedoomd. In de Staartvin van
den genen , die in ’t Sweedfch Koninglyke
Kabinet i$, heeft men maar 17 Straalen geteld.
f2?) Lipvifcb met de Lippen geplooid, de Rug- xxv.
V. J / 2 _ _ ' OJftfa^uu
vin met dertig Jtraalen.
Omtrent den Bynaam van deezen, die gezegd
wordt zig in Europa te onthouden, vind ik geen
opheldering. Ook weet ik niet, waarom de-
zelve van de voorgaande Soort afgezonderd
z y , daar hy, ten opzigt van ’t getal der Vinftraa
( 1 5 ) Labrus Labiis plicatis , pinna Dorfali radiis trlginta.
Svji. Nat. X.
'i.DESL. Vil. STUK.
mm