X X I I .
Hoofdstuk.
Mdqnvifcbj,
t
. ÏI.'LXI.
Fig. 6.
Kaaken: het L y f glinfierend Zilverkleur; de
Zydftreep krom, naaide Rug geboogen: eene
Rugvin, van 31 Beentjes, van welken de negen
voorften Doornagtig fcherp , de qverigen
a- zagt. Van deeze laatüen is het eerde als een
Borftel uitgerekt: de overigen zyn veel korter:
de BofftVinnen lang: uit 20 Beentjes beftaan-
de ; de, Buikvinnen zeer lang en zwartagtig,
yan 6 Beentjes. De Aarsvin heeft 20 Beentjes,
waar van het eerde alleen fcherp, en dyf is, dp
pyerigen zyn zagt en flap, en het eerde van
dpeze laatden is als tot een Borftel verlangd,
even als dat Beentje van de Rugvin. De Sraart
is breed en zeerwyd gevorkt, hebbende iylang-
agtige Beentjes. De Buik, tuflchen de Aarsen
Buikvinnen , bedaat uit een enkel dun en
fcherp Been,
Ik vind aangemerkt, dat het een fmaakelyk
Eeten zy , in de Wedindiën, Ook moeten ’er
van taamelyke grootte voorkomen, in welken
de Rug dikagtig is. Ik heb ’er een van twee Duimen
breed en drie Duimen lang, behalve deStaart;
naar ’t welke de Afbeelding is gemaakt. In ’e
.zelve is de Rug byna een vierde Duims dik: de
Straalpn van de voorde Rugvin zyn nagenoeg
twee Duimen, die van de Buikvinnen merke-
lyk langer dan'de voorde Beentjes van de Aarsvin.
'Deeze laatde Vin heeft 19 , de Borft-
vinnen 20 Beentjes: de anderen heb, ik niet
geteld.
(3) Spiegelvifcb met een geronde Staart, de IV.
Zyden in ’t midden bruin geoogd. Afdeei*
XXII»
D ee ze is de Faber o f Zee-Smid, en Gallus H oofd.»
marinus of Zee-Haan der Ouden, van fommi- * n “*
een St. Pieters - Vifcb genoemd; als o f de ronde Faber.
b , „ . , „ Zoime-Yifch,
Vlak, op zyne platte Zyden , den Stater verbeeldde,
dien de Apodel Petrus in de Bek van
den Vifch vondt, welke door hem, op ’s Hei-
lands bevel den Hoek in Zee werpende, met
den Hengel werdt opgehaald.' Wegens die
zelfde Vlak wordt h y , van de Katwykers ,
Zonne - Vifcb geheten , zegt G ronovius. In
yeele .deelen van Italië noemt men hem, nog
hedendaags, Pefce fan Pietro, Citula en kotula;
in Dalmatie Fabro; ’t welk de Ingezetenen afleiden
van de Smids Werktuigen , die hy aan ’t
L y f fchynt te hebben, doch anderen oordeelen
het afkomftig van de Koperagtige Kleur: weshalve
de Grieken hem x <*a& & noemden. Dus
geeven de Franfchen ’e r , nog heden, den naam
van Dorée, dat is vergulde Vifch aan, zo wel
als de Engelfchen, en de Spanjaarden noemen hem
Gal.
Het is een by uitftek breede Vifch, met het
L y f zeer plat, overal even dik, en dus naar
* een
(■ 3 ) Zeus Cauda rotutidata, Laterlbus mediis Ocelld fulco.
Syji. Nat. X. Zeus Ventte aculeato, Cauda in extremo citci-
nata. Art. Gen. 50. Syn. 78. Zeus Ventte aculeato, Caudi
rotundata. M A d . Frid. I. p. 67. Tab. XXXI. lig. 2.
GRON. Muf. I. N. 107. Faber fïve Gallus maiinus. WILL»
F ifi. p. 194. RAJ. Fifc. p. 99.
" I. DEEL. VII. STUK. V 5