IV. deeze Heer iets byzonders aangetekend; ’t welk
A fd e e l . j 00r ^em nog nooit, in eenige andere Vifch,
H^ofd- wa3 rg eQOmen was. Van de ruime Huid, naame^
stuk. iyk,die de Beentjes der Rugvin bekleedt, over*
ipreid met Eeltagtige knobbeltjes, wordt het
gedeelte, dat de dertien voorften bedekt, naar
de tippen der Beentjes toe verbreed ,üitgefpreid,
- en gaat over tot eene gelobde Kam. ’t Getal
4er Beentjes, in de Rugvin , was 20, in de
Borftvinnen 15, in de Buikvinnen 6 , in de
Aarsvin 9 , en 14 in de Staartvin. Van die der
Rugvin waren 13 fcherp o f Doornagtig. Dit
komt nagenoeg met de Tellingen van den Zee-
Scorpioen overeen.
Kaapfche. $ Een andere Scorpceha, die Gronoviüs noemt:
Baars met ééne Rugvin,; den Kop wederzyds, boven
de Oogen, viertandig: de Dekzels met twee
Stekels gefcbubd: de Staart egaal: fchynt rher-
Jcelyk, in de Telling, met den voorgaanden te
verfchilleh. In die Rugvin waren 2<5iBeentjes,
waar van 14 fly f en feherp: in de Borftvinnen
18; in die van den Buik 6 , waar onder één gedoomd:
in de Aarsvin 9 , van welken drieftyf en
feherp; in de Staartvin 12 Beentjes. Zeer naa
komt deeze, in het getal en de gefteltheid van
de Beentjes of Straalen der Vinnen, met on*
zen eerften kleinen Zee • Scorpioen, overeeD.
Men vindt hem in Ze e , by de Kaap der Goede
Hope.
A fdeel.
XXII. H O O F D S T U K . ‘ x x i l /
Hoofd-
Befcbryving van ’t Geflagt der Spiegelvisschen, s'fUK*
. waar toe de IVeJtindifche Zilver-Vifchjes , en
de Zonne-Vifch , anders ook Smid genaamd,
betrokken zyn,
De naam van Zeus, op dit Geflagt toegepaft, Naam.
was by de Grieken den Opperften der
Heidenfche Godheden eigen.' Flinius heeft
denzelven, zonder te melden, om wat reden,
aan dergelyk een Vifch gegeven. Ik geef aan
dit Geflagt den naam van Spiegelvisschen,
welken fommigen inderdaad voeren, en de eer-
fte Soorten verdienen dien te regt.
Volgens LiNN.ffiüs beftaan de Kenmerken, in Kenmerken,
een op Zyde platten, van vooren fteilen Kop:
dé Bovenlip met een dwars Vlies gewelfd: de
Tong Elsvormig. Het Kieuwen vlies heeft zeven
Loodregte Straalen, waar van de onderfte
dWars loopt. Het L y f is lamengedrukt of plat
op zyde. ’t Gemelde dwarfe Vlies dient, zo
de Heer G ronoviüs verzekert, om de Bovenkaak,
welke deeze Viflchen naar welgevallen
uitfteeken en inhaaien kunnen , te verbergen.
Zyn Ed. merkt aan , dat zodanig een Vlies ook
in de Baarfen, Spaaren en andere Geflagten te
vinden, en derhalve t’onregt voor een onder*
fcheidend Kenmerk opgegeven zy : weshalve
yan hem, de Bek aan de tip des Kops% en zeer
1. deeü.. vu. stuk. " V 3 kleine