128 B e s c h r v v i n c v a n
]V> en de Voortanden zyn geheel niet afgeflee.
A fdeel, ten, byna een Duim lang. In de Borftvinnen
_ Y r* vind ik 19 Beentjes: de Rugvin is over de drie
stuk. * Dujmea breed. Dit Schepzel heeft de langte
van byna vier Amfterdamfe Voeten, het L y f is
wel agt Duimen hoog en v y f puimen breed.
Den Kop vind ik ook niet platagtig, maar fa-
mengedrukt op zyde, dat is hooger dan breed.
Gebruik. De Zee-Wolf wordt vetter gevonden in de
Meiren en Rivieren dan in Zee, zegt Rondë-
LETius; hoewel hy zig niet met Slyk voedt,
maar met Vifch. Evénwel houdt men die in
diep Water, inzonderheid des Winters o f in ’t
Voorjaar , gevangen worden, voor de belten.
Men eetze, volgens dien Autheur, gekookt o f
op den Rooller gebraden, en de Lever, met
Sap van Oranje-Appelen, is een zeer lekkere
Verfnapering. De Kuit wordt ook wel inge.
zouten, gelyk de Vifch, cn den Kop bemint
men meelt.
kSÏÏdden' Men heefc den z ee-'Wolf met den Steur en
Snoek, dat insgelyks vraatagtige en verflinden-
de Viflchen zyn , o f met anderen , verward
gehad. Ook fchynen er te zyn kleine en groo-
te , gevlakte en ongevlakte, waar van de laat-
fte Lupus Lanatus geheten wordt, wegens de
Wolligheid van de Huid. R ondeletius getuigt,
d a t, die in de Zee zig onthoudt, zynde de
regte Zee-Wolf, bleekblaauw gerugd is; die men
in de Monden der Rivieren vindt byna geheel
wit. Hy merkt aan, dat deeze Vifch niet gevoed
e Z e e -W o l v e n. Ï29
voeliger voor de Koude zy dan anderen, gelyk
Aeustoteles zig ‘verbeeldde , maar dat zyn
hoog zwemmen aan de Oppervlakte van ’t Water
hem ligter doet dood vriezen. GedagtePhi-
lofooph hadt zulks aaD de Steentjes , welken de
Zee-Wolf in zyn Kop heeft, toegefchreeven.
Die aan den uitloop der Rivieren zig onthoudt,
zegt de eerftgemelde Schryver, brengt twee.
maal ’s jaars Jongen voort.
VIL H O O F D S T U K .
Befchryving mn ’t Geflagt der Sm e l t e n , met
aanwyzing mn derzelver Verfcheidenbeden,
Ingewanden en Gebruik.
Onder den naam van Smelten begryp ik dit
Geflagt; dewyl het de Neerduitfche naam
is van de Vifchjes, die in ’t Griekfch Amno-
dytes genoemd zyn, van wegen hunne verfchui-
ling in ’t Zand der Stranden; weshalve, als ook
van wegen de Gertalte, zy van de Engelfchen
Launces en Sand-Eels , dat is Zand-Aalen , in
5t Franich Anguille d'Arene, geheten worden.
De Kenmerken beftaan in een famengedruk-
ten, dat is hooger dan breeden Kop, die fmal-
ler is dan ’t L y f ; de boven-Lip dubbeld : de
Onderkaak fmal en fcherp; de Tanden kaffig:
het Kieuwen-Vlies met zeven Straalen : het
L y f Spilrondagtig met Schubben, die naauw*
I. Deel. VII. Stuk. I lyks
VI.'
Hoofdstuk:.
Kenmerken.