IV t’S glinfteren. Cantharus is de algemeene
A fdsel. naam der Torren, dien men nog bewaard vindt
XXV. in de bekende Cantharides of Spaanfche Vlie.
^ tdkT Sen- Anderen, evenwel, agtenzyn naam oor.
fpronglyk van het wroeten in de Slyk, gelyk
de. Meftkever. Gaza noemt hem , inderdaad,
Scarabmis, dat is Tor. Behoudens de agtinge
der Ouden, zou de afleiding van een Wyn-
kruik, myns oordeels, natuurlyker zyn: dewyl
de Ge ft al te , volgens de Afbeelding van John-
s t o s , die door Artedc aangehaald wordt, taa«
melyk naar dezelve zweemt. • ’t Blykt dat de
Duitfchers hem noemen bruine Zee-Braafem.
Van de eerfte Soorten van dit Geflagt, onder
welken hy dikwils gevangen wordt, verfchilt
deeze Vifch in hoedanigheid zeer weinig. De
Geftalte is byna de zelfde: doch de Kleur is
Zwarter ö f bruiner; de Schubben zyn veel kleiner
en de zwarte Ring ontbreekt hem aan de
Staart. De Tanden zyn niet breed , maar
rond en fcherp: hy heeft geen Beenige knobbels
aan de Kaaken. Allermeeft, egter, wordt
hy van dezelven doör de gedagte geele Stree*
pen onderfchefiden,
iiv. - 0 4 ) Zee-Braafem met de Staart gevorkt, de
cèrenus, tweede Straal der Buikvinnen Borjlelagtig.
On-
(14) Sparus Caudi bifidi, radio Ventraliutn fècundo feta.
'ceo. Syjf. Nat. X. Sparus officulo iècundo pinnarum Ventralium
in loiigam Setam quaii produ£to. ART. Gen. 37.
■ Syn. 62. Chïoruis. Wil l . p. 330. Raj. p. 141, Chromis
& Cremis. CHAB.L. p. 140.
Onder den naam van Chromis komt dit Vifch- IV.
ie by de Autheuren voör. Dus wil mén dat
het, van wegen zyn knorren, als het gevan- Hoofd.
gen wordt, genoemd zou zyn ; in t Engelfch stux»
Grunter. De Siciliaanen noemen het Monacbel.
Ie, die van Toskanen Cajtagnole, Het is om»
trent vier Duimen lang, donker of bruin van
Kleur, met ligte'r Streepen. In getal van Vin-,
draaien fchynt het nagenoeg met den Goud.
Braafem overeen te komen,
(15 ) Zee-Braafem, met de Staan gevorkt, en JfJ-
: j fip.de Zyden, overlangs, elf Goudgeele Jlree-
pen. .
De Salpa dér Autheuren, is geenszins deStok-
vifch, gelyk men op Tab. II. van J o h n s t o n , N.
io. vindt aangetekend; maar een Vifch van de
Middellandfche Zee, die, gelyk deeze Schry-
yer zeer wel aanmerkt, in ’t Griekfch te regt
Chryfopleuros geheten mogt worden, van wegen
de Goudkleurige ftreepen, welken hy op zyne
Zyden heeft De Duitfchers noemen hem,
de&wegen , Gpldftein, deEngelfchen Goldlin, en
die van Narbosne. Virgadeïle. De naam va%
Sarpa , van den eerften afkomftig, is nog te
G e '
f i j ) Sparus C a u d i bifida , lineis fülvis longitudinaiibus
utrinque undecim. Sy/i. Nat. X. Sparus lineis utrinque un,
decim Ameis parallelis longitudinaiibus. ART. Gen. 3 «• Syn.
6 a . salpa. WlLL. p. 3I'S• AAJ- J0NST- ’rab* XIX*
N . 6.
I. De e l . VU. stu k .