j y ftraalen zeer naby komt. In de Staartvin, al-
A fdeel. leen, waren ’er maiar 13 geteld, in de Aars vin
XXVL ; 15 , gelyk ook in de Borftvionen. H oofd.
stuk. ( o 6 ) Lipvifcb , die de Rugvin gefnazeld en
Ruptftris mn morm met een bruine Vlak getekend;
beeft.
Deeze Soort wordt in het kabinet des Ko-
nings' van Sweeden voorgefteld, ODder den naam
van Omber - Vifcb, die aan den bovenrand van
de Staart een bruine Vlak heeft. In de Rugvin
zyn 26, in de Borftvinnen 1 4 , in de Buik-’
vinnen 6 , in de Aarsvin 10, in deSca3rtvin 13
Straalen. *t Getal der gedoornden was even als5
in de Egyptifche Lipvifch. De Woonplaats
van deezen is onbekend.
xxvii. (27) Lipoifcb met de Rugvin gefnazeld, den.
Buik AJcbgraauw en bruin gevlakt.
In het zelfde Kabinet werdt ook deeze gevonden
, die in getal van Vinftraalen naauwlyks
3 verfchilt van den voorgaandeq.
xxvni. (28) Lipvifcb die groen is, met een blaauwe
Gioenel Streep aan ieder Zyde.
Een
(z6) Labrus pinnx Üorfi ramentacea', antice macull fulca.
Syft. Nat. X. Sciaena margine fuperiore Caudas macula fufci
notato. Maf. A i . Fr. I, p. 65.
• - (17) Labras pinna Dorfi ramentacea , Abdomine cinereo
fuicoque maculato. Maf. A i . Fr. II.
( z i) Labras viridis, linea atrinque coerulea. ART. Gent
34. Tardas viridis minor, &c. Wi l l . p. 3zo.
Een byna geheel groene Lipvifch, de tien- IV.
de Lvfter van Roödeletius, twyfelt men o f AfdeeI»
niet de Verdane zy van Sa lv ia n u s. In getal ^ooFD*_
van Vinftraalen en Geftalte komt dezelve vol- stuk.
maakt overeen met den Z e e -Z e e lt ; uitgenomen
dat in de Rugvin 50 Straalen zyn , waar
van 18 gedoomd. Doch te Genua hadt W il-
loughby een groenen Ly lier - Vifch gezien, die
in de Rugvin 24 Straalen en daar van 15 Doorn-
agtig hadt. Deeze wordt aldaar Garzetto geheten;
was breeder en dikker, met de Vinnen
een weinig gevlakt, en hadt een paarfch Knobbeltje
by de Navel. Van de anderen, zegthy,
zyn fommigen aan den Buik met blaauwe Vlakken
getekend.
(29) Lipvifch met de Staart onverdeeld, alle xx\x.
n r ■ 1 Luscus.
de Vinnen geel en bet bovenjte Ooglid Knyp-Oog.
zwart.
’t Verfchil in ’t getal der Vinftraalen, tuflchen
deezen en de voorgaanden, is wederom piet noemenswaardig,
en de Woonplaats onbekend.
(30) Lipvifcb die de Rugvin gefnazeld, betLyf xxx.
bruinagtig Loodkleur beeft. L o S k k i i .
ge.
Niet meer is bekend van deezen, die ook in
het KoniDglyk Kabinet van zyne Sweedfche Majefteic
(29) Labrus Cauda Integra, pinnis omnibus flavis , palpe-
bri ftiperiore nigra. Maf. Ad. Fr. II.
(30) Labras pinna Dorfi ramentacea, Corpore fulco-livido.
Muf -dd. Fr. II.
I. Deel. Vil. Stuk,